Nog voor Seabear goed en wel de kans kreeg om uit de anonimiteit te treden, had de IJslandse band al grote veranderingen achter de rug. In no time transformeerde Sindri már Sigfússons onemanshow namelijk in een jolig zevenkoppig collectief. Een uitbreiding die niet enkel de folky tonen maar vooral de bekendheid van Seabear wel eens ten goede kan komen.
Een paar jaar geleden bracht Sigfússon in eigen beheer al het album Singing Arc EP uit onder de naam Seabear. Enkele oplettende critici spraken toen al hun lof uit over ’s mans slaapkamermuziek maar daar had het publiek duidelijk geen oren naar. Met The Ghost That Carried Us Away — en de verleidelijke speelsheid die een uitgebreid Seabear tegenwoordig uitstraalt — hoopt de groep nu wel tot de modale muziekliefhebber door te dringen.
Dat Sigfússon en zijn vrienden er vooral veel plezier in hebben, mag duidelijk zijn uit wat ze op The Ghost That Carried Us Away te berde brengen. Van het artwork, over de teksten, tot het koortje in "Libraries" toe, alles — werkelijk alles — op dit album ademt een onvervalste kindervreugde uit. Het zal dan ook geen wonder heten dat referenties aan Sufjan Stevens — die kleurrijke arrangementen —, Belle And Sebastian — dat gevoel van jeugdige onschuld — en zelfs een ouderwets muziekdoosje — dat magische getokkel — komen bovendrijven.
Van zijn voorgangers onthield Sigfússon dan weer de etherische sfeer die maar al te vaak over Scandinavische muziek lijkt te hangen, al heeft hij daarin al heel wat gesnoeid sinds Singing Arc EP. "Cat Piano" bewijst dan ook dat die laaghangende mist in combinatie met enkele verborgen zwierige tonen vooral betoverend klinkt, terwijl het zogezegd ambiente ge’ah ah’ van het achtergrondkoortje in "Owl Waltz" en "Hospital Bed" dan weer zo sterk naar Sufjan Stevens ruikt dat het bijna beschamend is.
Bijna, want het werkt nu eenmaal. Ondanks de overduidelijke invloeden klinkt Seabear nog steeds als Seabear en brengt de groep stuk voor stuk goede nummers. Wat The Ghost That Carried Us Away dan weer wel mist, is de onbezonnen aanstekelijkheid van Belle And Sebastian en de pure overtuigingskracht van Seabears eigen "Drunk Song", al zal de happy uitstraling van zowel de groep als Sigfússons artwork dat aanvankelijk verstoppen.
Door een gebrek aan variatie — de onmiskenbare aantrekkingskracht van het uptempo "Libraries" buiten beschouwing gelaten, is het niet moeilijk alle nummers over eenzelfde kam te scheren — kan Seabear echter niet lang verbergen dat dit geen album is dat wekenlang ongestraft in de cd-speler kan blijven draaien, maar veeleer een licht digestief dat bij voorkeur op een solitaire, nostalgische herfstavond verbruikt wordt. Iets om van te genieten, maar met mate.
Seabear speelt samen met múm op 9 december in het nieuwe Open Circuit-pand 'Koloniale Waren', Koningin Astridlaan 85 in Hasselt.