Een plaat die het beste van Sonic Youth, Arcade Fire en vooral het legendarische My Bloody Valentine in zich herenigt, daar gaan wij eens voor zitten. Om daarna niet meer op te staan. Cryptograms van het Amerikaanse Deerhunter — herinner u de gelijknamige Vietnamfilm — is zo een van die albums die je de sokken van het vege lijf blaast. U kan alvast blootsvoets naar de platenwinkel rennen.
Nochtans trapt de plaat af in mineur. Het eerste nummer is ambient van dertien in een dozijn, niet meer dan wat gestoei met delaypedaaltjes. Deerhunter grossiert, jammer genoeg, wel meer in een vormeloze geluidsbrij waarbij je als luisteraar met een elektronenmicroscoop moet zoeken naar een melodie, zie bijvoorbeeld het titelnummer "Cryptograms", maar ook "Providence", "Tape His Orchid" en het weliswaar met mooie xylofoontjes opgefleurde "Red Ink" . "White Ink" is dan weer een zoveelste poging tot Mogwai en Slowdive. Niet bijster origineel dus, wel zeer mooi. Als er een hiernamaals bestaat, horen wij er graag deze muziek.
"Lake Somerset" is een ander paar mouwen: het nummer herinnert zowel aan de Ministry als de Front 242 van de laatste tien jaar en dient bijgevolg linea recta bij het grote huisvuil te worden gezet. Maar liefst zes keer hebben wij het verzameld oeuvre van Galaxie 500 moeten opzetten om een beetje te bekomen.
Als zanger Bradford Cox zijn keel openzet valt onmiddellijk een huiveringwekkende gelijkenis op met de stem van Thurston Moore, zanger van het onvolprezen Sonic Youth. Is er ook een stilistische analogie met laatstgenoemde band? Misschien wel. Sommige nummers lijken zo weggeplukt uit The Whitey Album van Sonic Youth. Neem nu "Spring Hall Convert" dat in de klagerige zang sterk aan Arcade Fire herinnert, maar in de gitaren voluit de kaart van Sonic Youth trekt: de gitaren dreinen met een dodelijke finesse en de groep zweet, geheel volgens het boekje, naar een climax toe. Tegelijkertijd is de song zoveel meer dan een formule. Live moet dit wolkbreuken genereren.
Maar Deerhunter is niet voor een gat te vangen. "Octet", alweer het zesde nummer van deze bij momenten briljante plaat, vormt een haast ondefinieerbare stijlbreuk met al het voorgaande. Denk aan New Order anno 2007, denk aan Bloc Party in de jaren tachtig maar denk vooral aan het sublieme "Rez" van Underworld, jaren voordat die met "Born Slippy" hun eigen oeuvre zouden verkrachten. Om maar te zeggen dat wij nog geen klein beetje van onze melk waren van dit hypnotiserende en uiterst dansbare geluid.
En de groep blijft de argeloze luisteraar maar verrassen. Het in de tweede sessie (de band pleurde de volledige plaat in welgeteld twee dagen op tape!) opgenomen "Strange Lights" is alweer vintage Arcade Fire: een onvervalste ode aan het leven, een herinnering aan zonnige lentemorgens, ruisende zomerjurken, treinen die op tijd komen en vriendelijke chefs op het werk. Luister in dat verband ook naar "Hazel St", een hybride kruising tussen de bassen van Interpol en alweer die positieve energie van Arcade Fire. Sterk!
Cryptograms is geen gemakkelijke plaat, laat dat duidelijk zijn. Bovendien moest de band de dood van hun bassist verwerken, geen sinecure als je beseft dat de bassen op deze plaat van levensbelang zijn. Toch is er de voorbije vijftien jaar geen enkele band geweest die ons meer herinnerde aan het weergaloze Loveless van My Bloody Valentine, en toch tezelfdertijd met een eigen, unieke sound op de proppen kwam, een geluid dat begint waar de shoegaze eindigde. Cryptograms is een plaat om te koesteren, een duurzame maîtresse die smeekt om een relatie op lange termijn. En nu maar hopen dat uw lief niet jaloers wordt.
Deerhunter speelt op 30 oktober in de Recyclart in Brussel.