Is het Herman Düne of Herman Dune? Zijn het Zweden of Fransen? Is
Serge Simonart groter dan Elvis? Het zijn prangende vragen waarop
de antwoorden nogal eens durven variëren. Feit is dat de
anti-folkformatie Herman Düne voor ‘Giant’ de umlaut op de ‘u’
heeft laten vallen en dat hun Zweedse moeder verantwoordelijk is
voor de verwarring rond hun Franse nationaliteit. Oh, en Serge
Simonart is altijd groter dan Elvis geweest. Dat weet
iedereen.
Herman Düne, of de broertjes David-Ivar, André en Neman, werd een
grote naam in de Europese (anti-)folkbeweging toen John Peel met
zijn lof geen blijf wist. Ze toerden al in de Verenigde Staten en
Europa voor ze een langspeelplaat uit hadden en stapelden de
samenwerkingen met andere artiesten (waaronder Julie Doiron) en
soloalbums op. In hun achtjarig bestaan hebben ze min of meer
evenveel albums uitgebracht, en ‘Giant’ is het eerste dat via
Source Etc. zijn weg naar de platenschappen vindt. De helft van de
nummers is door André geschreven, terwijl David de andere helft
voor zijn rekening nam en als songschrijver duidelijk zijn broer de
loef afsteekt. Zonder enkele van André’s middelmatige songs
(‘Nickel Chrome’, ‘Glory of Old’, ‘By the Light of the Moon’), had
de plaat een halfje meer gekregen.
‘Giant’ is een leuk schijfje dat zelfs de grootste mopperaar
vrolijk zal stemmen. Schuldigen zijn de warme trompet, de veelal
jazzy ondertoon, het uitgelaten meidenkoortje en vooral de erg
geslaagde teksten van David-Ivar, die even creatief zijn als die
van Neil Hannon (The Divine Comedy) en
bovendien erg narratief en concreet. En dan zijn er nog de vrolijke
interventies van David, die met studio-aanwijzingen als “Go
André” of “And we all go woo-woo” zijn broers en de
backing vocals – The Woo Woos – tot daden aanzet. Je moet het wat
voor dergelijke spelletjes hebben, maar wat ons betreft, dragen ze
in grote mate bij tot de charme van ‘Giant’.
Een van de meest geslaagde nummers, zeker wanneer het op lyrics
aankomt, is ‘1-2-3/Apple Tree’. De titel alleen al verraadt de
instelling van Herman Dune. Op de meest spitsvondige manieren laat
David zinnen rijmen op het voortdurend opduikende “You know how
bad I like to be with you”. De hoofdprijs gaat toch wel naar
“Your name ain’t Suzanne but I would call you Sue”. De
opgewekte folkpop brengt Herman Düne in de buurt van Belle and Sebastian.
Nadat het meidenkoor voorstelt een liedje te zingen en David de
ontstaansgeschiedenis van de song uit de doeken heeft gedaan,
begint het sterke ‘Take Him Back to New York City’. David, die nog
in the Big Apple heeft gewoond, rakelt herinneringen op aan de
stad, doet dat laid back en op steeds hetzelfde ritme, dat
toch niet gaat vervelen.
Single en opener ‘I Wish That I Could See You Soon’ verhoogt de
luchtigheid met de Afrikaanse bongo’s die ook in een handvol andere
nummers opduiken, en een zwierige, zomerse trompet. Een stuk
donkerder maar daarom niet minder lief is het eenvoudige ‘When the
Water Gets Cold and Freezes on the Lake’, waarin de geest van
Neil Young
rondwaart. ‘Your Name/My Game’ haalt de warme gloed nog eens boven
met een Mexicaans ritme, behoort tot het meest dansbare op ‘Giant’
en leunt aan bij het werk van The Decemberists. In
‘Pure Hearts’, opnieuw met bongo’s, laat David zijn stem overslaan,
waardoor hij een beetje als Alec Ounsworth (CYHSY!) gaat
klinken.
Met ‘Giant’ profileert Herman Düne zich andermaal als een van de
meest charmante indiefolkbands van Europa. In de Verenigde Staten
geraken ze wat moeilijker aan wal, maar bij ons groeit hun aanhang
geleidelijk. Een reden temeer om deze olijke jongens live ontdekken
tijdens een van de vele concerten die ze de komende weken en
maanden op Europese bodem geven.
Herman Düne speelt op 9 mei op Les Nuits Botanique, op 11 mei
in de Petrol en op 12 juli op Dour.