L’Auberge Espagnole




Tegenwoordig kan je je er nog maar moeilijk voor verstoppen: het
Erasmus-fenomeen. Wie tijdens zijn studies niet minstens een paar
maanden in het buitenland heeft verbleven en doldwaze avonturen
heeft beleefd, hoort er gewoon niet bij en moet noodgedwongen bij
menige conversatie op de achtergrond blijven of met ezelsoortjes in
de hoek gaan staan. Een Erasmus-ervaring verzinnen lijkt me iets te
risky, je valt toch al snel door de mand, maar gelukkig kan
‘l’Auberge espagnole’ een uitweg bieden. In twee uurtjes heb je een
vrij goed beeld van hoe erasmusjes hun jaar doorbrengen, van de
poepers om er niet heen te durven gaan tot het tranendal bij het
terugkeren. Van de plons in het onbekende tot de terugkeer naar een
land waar je op het eerste zicht nooit meer in zal passen. En als
je gesprekspartners nog niet onder de indruk zijn van je
filmkennis, begin je maar te leuteren over het jonge acteertalent
dat de film bevolkt.

‘L’Auberge espagnole’ is naast the one and only Erasmusfilm
namelijk ook de prent waarin Romain Duris voor het eerst klaar en
duidelijk van zich liet horen. Na ‘Exils’ en vooral zijn bangelijke prestatie
in ‘De battre mon coeur c’est
arrêté’
is het echt wel iemand om in het oog te houden. In
‘l’Auberge’ speelt hij Xavier, een Franse jongeman die besluit om
vooraleer het werkleven in te duiken, nog een jaartje in het
buitenland te studeren. Audrey Tautou speelt het liefje dat
achterblijft, Cécile De France wordt zijn lesbische roommate, dat
kan al tellen. De bestemming: het wondermooie Barcelona. We volgen
Xavier gedurende een jaar en zijn getuige van zijn belevenissen in
en rond het appartement dat hij deelt met een Italiaan, een
Engelse, een Deen, een Waalse, een Duitser en een Spaanse. Zeven
nationaliteiten in één huis: ‘L’Auberge espagnole’ lijkt inderdaad
soms een beetje een mini-Europa, maar de personages zijn niet
zozeer Duits, Frans of Waals, ze zijn vooral individuen, gekke
personages die samen dingen beleven en vriendschap sluiten.
Uiteraard stoeit regisseur Klapisch eventjes met
nationaliteitenclichés om ze vervolgens weer de kop in te drukken.
Zo maakt William, de broer van Wendy, heel flauwe grappen tegen de
Duitser over Hitler en heeft hij na een half uur in Barcelona al
een welgevormde visie over de Spanjaarden. Humor blijkt de
constante ondertoon: de taalkundige misverstanden (la fac,
kort voor faculté klinkt voor een Engelse eerder als ‘fuck’
bijvoorbeeld) zorgen voor grappige situaties en daarnaast zijn
vooral de versiertips van Isabelle en de ronduit hilarische
impressie van ‘een vlieg die zich tracht voor te planten’ van
William onvergetelijk.

Het verhaal wordt verteld als een ‘levend’ dagboek: zijn jaar
Barcelona wordt geschetst aan de hand van fragmenten geplukt uit
Xaviers leven, met soms grote tussensprongen en uitwijdingen over
details. Het zijn niet altijd de belangrijkste gebeurtenissen die
aan bod komen, maar wel de interessantste, degenen die hem zullen
bijblijven en die de sfeer van het hele jaar weergeven. Het
camerawerk wordt getypeerd door een soort van ‘creatieve camera’
(neologismen voor iedereen!), die alles lekker speels wil
vertellen, alsof ze Xavier zelf aan de montagetafel hebben gezet en
hem zijn eigen film hebben laten editen, waardoor enkele zaken met
zijn ‘cachet’ en zijn creatieve toets in beeld zijn gebracht. De
film wordt zo een samenraapsel van herinneringen, die wel
chronologisch verteld worden, maar met de nodige uitweidingen en
gekleurde commentaar, die je krijgt als bij het bekijken van de
foto’s van een reis.

Enkele voorbeelden: de saaiere stukken (het formele gedoe op zijn
eerste mogelijke job) in het begin worden letterlijk doorgespoeld;
de papierenmolen die je moet in orde brengen om op Erasmus te
kunnen vertrekken, komt het scherm inpalmen en verloederen. Een zat
avondje uit wordt troebel en dubbel geprojecteerd en bij zijn
allereerste kennismaking met de bewoners springt de camera van de
ene persoon naar de andere terwijl de vragen op hem worden
afgevuurd en iedereen van de hak op de tak springt. Die
subjectiviteit geeft de film een frisse eigen stijl. Regisseur
Cédric Klapisch leefde zelf twee jaar in New York als
uitwisselingsstudent en sommige dingen uit de film zijn volledig
autobiografisch. Hij weet dus waarover hij spreekt. Xaviers
verblijf is toch misschien een ietsie pietsie geromantiseerd (het
is allemaal wel héél gezellig), maar hijzelf wordt zeker niet
mooier voorgesteld dan hij was: Xavier is niet de meest hippe en
zeker niet de meest sympathieke kerel, het is zelfs een beetje een
rotzakje. Zijn moeder krijgt steeds hetzelfde te horen (Ta
gueule!!)
en hij veroordeelt Wendy over haar slippertje met een
Amerikaan hoewel hij zelf de pannen van het dak wipt terwijl zijn
vriendinnetje in Parijs braaf op hem wacht. Ondanks zijn eigen
karakter zullen veel jongeren zich toch wel in zijn ervaringen
erkennen: Xavier gaat tijdens zijn verblijf in een vreemd land op
zoek naar een eigen identiteit tussen de verschillende
nationaliteiten en vertrekt naar huis met een bagage extra
mensenkennis en een beetje meer verantwoordelijkheidszin. Het meest
filosofische en meest zeggende moment uit de film was voor mij
wanneer Xavier bij het begin van zijn verblijf, terwijl hij met
zijn zware zakken sleurend op zoek is naar een geschikte
verblijfplaats, ‘zijn toekomstige zelve’ tegenkomt: al fluitend,
zelfzeker, iemand die de stad en al haar geheimen kent. Op dat
moment is hij nog bang en onwetend, maar hij beseft door de
confrontatie met zichzelf nu al dat zijn magische jaar in het
buitenland ook snel weer voorbij zal gaan.

Storende minpuntjes aan de film? De immer verplichte voice-over, de
soundtrack, die lijkt te bestaan uit maar één nummer (No
surprises
van Radiohead) en de scènes met het smaakloze Franse
koppel van op de luchthaven (zo’n koppel dat duidelijk om te gaan
joggen hetzelfde trainingspak zou dragen) mochten voor mij ook
doorgespoeld worden.

Pot Luck, Una Casa de locos, Euro Pudding en The Spanish Apartment,
vier titels voor eenzelfde film. Een chaotische paella van humor en
smaakvol amusement. U weze gewaarschuwd: u krijgt er gegarandeerd
zin van om op het vliegtuig te stappen!

7
Met:
Romain Duris , Audrey Tautou, Cécile De France, Kelly Reilly
Regie:
Cédric Klapisch
Duur:
122 min.
2002
Frankrijk - Spanje
Scenario:
Cédric Klapisch

verwant

De Son Vivant

Zes jaren na La Tête Haute, een verhaal over...

Eiffel

De eerste pitch van het project dat uiteindelijk resulteerde...

L’écume des jours

Het moet eruit, we gaan het zeggen, we mogen...

Flight

Niet dat het leuk is op het moment dat...

Le Gamin au Vélo

Hoe graag ik mezelf ook beschouw als een cinefiel...

aanraders

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

Einstürzende Neubauten :: Rampen (apm: alien pop music)

Vijftien probeersels. Vijftien live-improvisaties die in de studio opnieuw...

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in