In Ierland zelf is O van Damien Rice zopas verkozen tot het op één na beste Ierse album aller tijden, na U2’s The Joshua Tree. In een land met zo een rijke muzikale traditie — we proberen Boyzone even te verdringen — is dat geen geringe prestatie. En wat meer is, het is niet eens zo overdreven. In afwachting van een volgend album: de B-Sides
Rice’s debuut kreeg op goddeau het etiket the next big thing mee. Over het Kanaal, waar hypes met de regelmaat van de Big Ben komen aangewaaid, werd de Ier naargelang de bron tot de nieuwe Jeff Buckley/ David Gray/ Van Morrison/Bob Dylan gebombardeerd. U kiest zelf maar. Het opnieuw uitbrengen van O, vergezeld van een cd met b-kantjes, ruikt dan ook naar minutieus uitgekiende marketing. Artiesten die restmateriaal uitbrengen, proberen vaak een gebrek aan inspiratie te verdoezelen met rommelige opnames uit beschimmelde repetitiekelders en nummers die te zwak werden bevonden om de eigenlijke plaat te halen. Vergeef ons dus onze achterdocht toen B-Sides in de brievenbus viel.
Goed een halfuur later hadden we alle argwaan buitengebonjourd. B-Sides is verre van essentieel voor wie het album al in zijn bezit heeft, maar als dat nog niet het geval is — eigenlijk moest u het allang gekocht hebben, lamzakken — is het een mooie extra aansporing.
Toegegeven, de ’97 demo van "Volcano" en de radio remix van "Cannonball" zijn wat overbodig. Maar ach, dat is het volledige laatste album van Tori Amos ook, dus voor die twee nummertjes gaan we nu ook niet beginnen te muggenziften. Voor de rest geeft B-Sides een degelijke staalkaart van Damien Rice’s talent. Vooral in de livenummers toont Rice zich van zijn beste kant.
"Loving is good if your dick’s made of wood", zingt Rice in openingsnummer "The Professor & La Fille Danse". Het levert hem meteen een "parental advisory"-label op. De song werd opgenomen tijdens een geheime gig in een Dublinse pub. Het is een intimistische en meeslepende Rice die we horen, zelfs wanneer hij overschakelt op vlekkeloos Frans. Voor "Woman Like A Man" — live en unplugged, samen met Lisa Hannigan — doet Damien er nog een schepje bovenop met een uitvoering die doet vermoeden dat de Ier nog een aantal duivels had uit te drijven. Ook van "Delicate" weet Rice nog een schitterende liveversie op B-Sides te zetten.
Verder vinden we nog een originele demo van het nummer "Lonelily", dat perfect op O had gepast, en wat ons betreft niet de noemer b-kant verdient. "Moody Mooday" is dan weer vier minuten pure vulling, maar dan van het aangename soort. De louter instrumentale versie van "Volcano" ten slotte, lijkt misschien niet bijster interessant, maar toont perfect aan dat Rice’s nummers ook muzikaal ingenieus in elkaar zitten.
B-Sides is via import ook verkrijgbaar als EP, maar daarvoor staat er eigenlijk net iets te weinig nieuw materiaal op. Bijgevoegd bij O krijg je vooral nog eens een bevestiging van Damien Rice’s kunnen. Hoog tijd dus om uw partner en kroost in de steek te laten en alsnog terstond naar de platenboer te stormen.