The Fog Of War




‘Een oorlog kun je al evenmin winnen als een aardbeving.’ Dat zei
Jeannette Rankin ooit, een Amerikaanse pacifiste en politica. Dat
is ook de voornaamste conclusie die een mens kan trekken, denk ik,
uit Errol Morris’ documentaire ‘The Fog Of War’, over het leven van
ex-minister van defensie Robert McNamara. Als bevelhebber van de
Amerikaanse troepen onder zowel president John Kennedy als Lyndon
Johnson, werd hij beschouwd als de architect van de Viëtnamoorlog,
een conflict dat tegenwoordig algemeen bekend staat als de meest
schandalige periode uit de Amerikaanse geschiedenis van de
twintigste eeuw. Wanneer men hem vraagt of hij spijt heeft over de
oorlog, of hij zich moreel verantwoordelijk voelt, aarzelt hij om
antwoord te geven, maar we weten goed genoeg wat hij voelt: niemand
kan op zo’n hoog niveau betrokken zijn in een oorlog zonder
uiteindelijk te verliezen – op moreel gebied, op emotioneel gebied.
Je kunt een oorlog niet winnen, want onderweg verlies je altijd een
deel van jezelf.

McNamara groeide op met oorlogen, zoals het een ware Amerikaan
betaamt: in de Tweede Wereldoorlog was hij betrokken in de plannen
om bombardementen op Japanse steden “efficiënter” te maken – onder
de leiding van beruchte ijzervreter generaal Curtis LeMay, was hij
mee verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nieuwe
bombarderingsmethodes die zo succesvol waren dat ze 67 Japanse
steden ter grootte van New York en Los Angeles volledig platlegden.
Mannen, vrouwen en kinderen verbranden levend. ‘LeMay heeft ooit
tegen me gezegd: als we de oorlog niet hadden gewonnen, zouden we
berecht zijn geworden als oorlogsmisdadigers.’

Na de Tweede Wereldoorlog ging McNamara aan de slag voor Ford, dat
hij vrijwel eigenhandig uit een financiëel slop haalde – tegen 1960
werd hij de eerste directeur van het autobedrijf die geen lid van
de familie Ford zelf was. Toen werd Kennedy verkozen als president,
en die bood hem de functie van minister van defensie aan. McNamara
was betrokken bij een paar van de meest controversiële hoofdstukken
in de recente Amerikaanse geschiedenis: de Cubacrisis in ’62,
waarbij Russische raketten gedetecteerd werden op Cuba die
potentiëel 90 miljoen Amerikanen het leven konden kosten. Na 13
dagen waarin de wereld op het randje van een atoomoorlog
balanceerde, wist Kennedy, met de steun van McNamara en tegen de
opruiende adviezen van oorlogsenthousiasten zoals Curtis LeMay in,
een gewelddadig conflict te vermijden. Maar toen kwam de
Viëtnamoorlog – eerst stilletjesaan onder Kennedy en vervolgens op
volle kracht onder Lyndon Johnson, raakte de VS betrokken in een
oorlog waarvan ik soms de indruk kreeg dat zelfs McNamara nog
steeds niet helemaal kan uitleggen hoe het in godsnaam allemaal
ooit begonnen is. ‘Het is zo complex,’ zegt hij telkens
opnieuw.

Regisseur Errol Morris maakt in ieder geval op een fascinerende
manier gebruik van zelden gehoord audiomateriaal van conversaties
tussen McNamara en Kennedy zowel als Johnson, om het verschil
tussen de beide presidenten duidelijk te maken, wat betreft hun
mentaliteit tegenover Viëtnam. Eerst horen we Kennedy, die spreekt
over het voorzichtig afbouwen van de troepenmacht – McNamara is het
duidelijk met hem eens, ze willen het conflict vooral niet uit de
hand laten lopen. Dan, in een gesprek met Johnson, horen we
plotseling heel andere taal: de nieuwe president wil weten waarom
er in een speech geen sprake is van verdere inspanningen om Viëtnam
veilig te maken voor de democratie. ‘Als we Viëtnam niet
verdedigen, vallen alle domino’s in Azië om en is het communisme
daar niet meer tegen te houden.’ McNamara weet niet zo meteen wat
hij moet antwoorden – hij had er schijnbaar geen rekening mee
gehouden dat Kennedy’s gematigde standpunten zo snel en zo radicaal
veranderd zouden worden. Het resultaat was een oorlog die tot in de
vroege jaren zeventig zou aanslepen en aan 58.000 Amerikaanse
soldaten het leven zou kosten.

Voelt McNamara zich verantwoordelijk voor de oorlog? Dat is de
vraag die steeds opnieuw terugkomt, en hij geeft er nooit antwoord
op – hij is er in ieder geval niet mee begonnen, zoveel is wel
duidelijk, maar voor iemand die naar eigen zeggen graag filosofie
studeerde en daarbij bijzonder veel aandacht had voor morele
bespiegelingen (“Wat betekent het om een eerzaam mens te zijn?”),
heeft hij ‘m verdomme wel op een behoorlijk verbeten manier verder
uitgevochten. ‘Ik geloof niet dat ik het ooit officieel heb
goedgekeurd, maar onder mijn beleid werd wel gebruik gemaakt van
Agent Orange,’ zegt McNamara. Agent Orange was een chemisch product
dat werd gebruikt om begroeiing te vernielen en daarmee de vijand
z’n schuilplaatsen af te nemen. Achteraf bleek dit product ook
schadelijk te zijn voor de Amerikaanse soldaten die ermee in
aanraking kwamen – het bevatte namelijk dioxine. ‘Was het immoreel
om het spul te gebruiken? Wel, laten we eens kijken naar de wet.
Waar staat er welke chemische producten je mag gebruiken en welke
niet?’ Daar zien we hoe McNamara probeert om zich eruit te lullen –
hij vertrekt vanuit de vraag of iets moreel was en geeft antwoord
op de vraag of het legaal was. Natuurlijk was het niet moreel, en
dat weet hij zelf goed genoeg.

Errol Morris’ film bestaat voornamelijk uit een reeks lange
interviews met de vroegere minister van defensie, op dat moment 85
jaar oud, gemonteerd met archiefbeelden en geluidsmateriaal van
toen. Wat we steeds duidelijker uit de documentaire naar voren zien
komen, is een beeld van een man die oprecht geprobeerd heeft om te
doen wat goed was, maar plots vast kwam te zitten in een situatie
waar hij niet meer uit wegraakte. Het telefoongesprek tussen
McNamara en Johnson wordt aangehaald als een sleutelmoment – op dat
moment had McNamara z’n geweten moeten volgen en zeggen: ‘Sorry,
maar hier werk ik niet aan mee.’ Maar ja, wie doet dat, in zo’n
situatie? Wie zegt dat tegen z’n president? Van daaruit is alles
simpelweg ontspoord. In Oliver Stone’s film ‘Nixon’ zit een scène waarin een studente
tegen de president zegt: ‘U kunt de oorlog niet meer tegenhouden,
zelfs al zou u dat willen. Het is een beest dat zichzelf voedt.’ Om
precies die reden kon McNamara ‘m ook niet tegenhouden of winnen.
En de bitterheid daarover valt van z’n gezicht af te lezen.

Wie begon de oorlog in Viëtnam? McNamara hoeft geen twee seconden
na te denken om het antwoord te geven: ‘De president.’ Maar wie
draagt de verantwoordelijkheid voor de wreedheden? Voor de
hoeveelheid troepen die gestuurd werden, voor de chemische wapens,
de bombardementen? Wanneer hem dat gevraagd wordt, blijft het stil.
‘Ik probeerde m’n president te dienen zo goed als ik kon. Een
president die verkozen was door het volk.’ Opnieuw geeft hij geen
antwoord op de vraag.

‘The Fog Of War’, winnaar van de oscar voor beste documentaire in
2003, levert een waanzinnig boeiende blik op de recente
geschiedenis van de VS – vergelijk de uitspraken van McNamara met
wat we de voorbije vier jaar op tv hebben gezien en gehoord, en de
gelijkenissen zijn frappant. Toen Morris z’n oscar in ontvangst
ging nemen, zei hij: “Veertig jaar geleden verdween ons land in een
konijnenpijp in Viëtnam. Ik vrees dat we nu hetzelfde aan het doen
zijn in Irak.” L’histoire se repète. ‘The Fog Of War’ is
daar een krachtige herinnering aan en als dusdanig, een film die
absoluut niet alleen relevant is voor Amerikaanse publieken.

http://www.sonyclassics.com/fogofwar/

8
Regie:
Errol Morris
Duur:
107 min.
2003
USA

verwant

aanraders

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

The Jesus and Mary Chain

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Hoe moeilijk kan het zijn om een geluidsman eens...

James Brandon Lewis Quartet

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Johnsons jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in