Deze nieuwe “buddy cop movie” van regisseur Ron Shelton (onlangs
nog ‘Dark Blue’), werd op ongemeen
negatieve kritieken onthaald in de VS, maar als je ernaar kijkt
wordt het moeilijk om je voor te stellen waar iedereen zo’n enorme
problemen in zag. ‘Hollywood Homicide’ is een volstrekt banale, van
alle originaliteit gespeende actie-komedie, maar het is op z’n
minst geen belediging van het publiek, zoals enkele weken geleden
nog ‘Bad Boys 2’. Het probleem met
‘Hollywood Homicide’ is niet eens dat de film zo slecht is, als wel
dat hij gewoon niets in zich heeft om erg goed te zijn.
Harrison Ford en Josh Hartnett spelen Joe Gavilan en K.C Calden,
een team inspecteurs voor de afdeling moordzaken in Hollywood.
Gavilan is een rustige, gezapige professioneel, die alle passie
voor zijn job al lang kwijt is. Op de plaats delict van de moord op
vier rappers in een nachtclub, vraagt hij een moment stilte zodat
hij kan nadenken. Vervolgens dicteert hij zijn bestelling voor een
hamburger aan een nabije agent. In zijn vrije tijd houdt Gavilan er
een tweede job op na als handelaar in onroerend goed, en we zien
hem zelfs tijdens de climactische achtervolging op het einde nog
naar zijn mogelijke klanten telefoneren – een moordenaar klissen is
allemaal goed en wel, maar er moet ook brood op de plank komen.
Calden, ondertussen, is ook alleen maar flik geworden bij gebrek
aan beter – en misschien omdat hij zijn vader wil wreken, zelf een
agent die omkwam tijdens de dienst. Ondertussen schnabbelt hij als
yoga-instructeur en droomt hij van een acteercarrière.
Eén van de dingen die ik wel kon waarderen in ‘Hollywood
Homicide’, was de manier waarop Ron Shelton schijnbaar meer
geïnteresseerd is in het leven van de twee inspecteurs aan de kern
van de film, dan in de moordplot, die eigenlijk maar bijkomstig is.
Vier rappers sterven, sporen worden opgevolgd en ondertussen
krijgen Gavilan en Calden ook nog eens de hete adem van de afdeling
Interne Zaken in hun nek. Dat zijn nu eenmaal het soort van
situaties waar dit soort film zich doorheen moet werken, maar het
is ook het minst boeiende facet van alle gebeurtenissen die we
zien. Het is oneindig veel leuker om de twee mannen samen in de
wagen te zien zitten, terwijl Gavilan zijn partner helpt om z’n
tekst te leren – Calden speelt Stanley in ‘A Streetcar Named
Desire’, maar Gavilan is niet onder de indruk: “Who wrote this
stuff?” Hilarisch is het bepaald niet, maar het wordt goed gespeeld
en het wekt sympathie voor de personages.
Harrison Ford speelt dit soort rol met z’n ogen dicht, en zelfs
nu hij angstwekkend dicht tegen de pensioensgerechtigde leeftijd
begint aan te schurken, weet hij het imago van berekende,
mildgestemde maar effectieve flik, perfect in te vullen. Hij haalt
zijn kenmerkende grijnsjes boven, trekt z’n schouders op en kijkt
dreigend naar de slechteriken alsof hij zodadelijk hun moeder wil
gaan bellen om te zeggen dat ze stout geweest zijn. Kortom, hij is
Harrison Ford. Hartnett stelt niks voor tegenover dat
veteranengeweld, maar hij slaagt er in ieder geval in om niet al te
veel op de zenuwen te werken, wat in zijn geval lang niet slecht
is.
De problemen met de film beginnen in de eerste plaats met de
plot – het is duidelijk dat het hart van de film elders ligt, wat
ervoor zorgt dat het misdaadverhaaltje er nogal kleurloos
naaststaat. Het publiek weet lang voor de helden wie de moorden in
de nachtclub heeft gepleegd en waarom, en het wordt nogal snel
vervelend om twee mannen achter informatie te zien hollen die je
zelf al een hele tijd hebt. Bovendien worden de clichés bepaald
niet gemeden. Zo is het uiteraard geen toeval dat Hartnetts vader
destijd stierf tijdens de dienst, worden de inspecteurs op een
deadline van drie dagen gezet voordat de bloedhonden van IZ achter
hun kont gaan hangen, én krijgen we een ontknoping waarin de schurk
alweer zo dom is om het dak van een hoog gebouw te kiezen als
schuilplaats. Waarom gaan de slechten in films zich nooit ergens
verbergen waar ze effectief nog wég zouden kunnen geraken indien ze
dat wilden?
Nog apart gezien van het flinterdunne verhaaltje, zijn de
momenten waarop ‘Hollywood Homicide’ echt geestig wordt, zeer
zeldzaam. Doorheen de hele film zitten geestige stukjes verspreid,
maar niets dat de aandacht kan vasthouden. Een running gag waarin
Gavilans gsm op de meest ongepaste momenten afgaat, werkt
bijvoorbeeld enkel enerverend, alsof er de één of andere onverlaat
in de zaal zit die de zijne niet heeft afgezet en elke vijf
seconden telefoon krijgt. De grappigste scène van de hele film is
de dubbele ondervraging van Gavilan en Calden door IZ, waarin
Gavilan (uiteraard) continu onderbroken wordt door z’n telefoon en
z’n ondervrager bijgevolg vraagt om even z’n kwek te houden, en
Calden op z’n duizend gemakken aan yoga begint te doen bovenop de
tafel in het kamertje. Deze scène is een zeldzaam hoogtepunt in de
voor de rest vrij futloze film.
‘Hollywood Homicide’ is louter bandwerk: u hebt het allemaal al
eerder en beter gezien. Ford is goed, en hier en daar valt er best
een aardig moment terug te vinden, maar het blijft eenheidsworst:
als actiefilm is dit niet bijster spannend, als komedie slechts
sporadisch grappig. Een ramp is deze film niet, maar wilt u hier
echt geld aan uitgeven?
http://www.sonypictures.com/movies/hollywoodhomicide/index.html