Totaal onverwacht en slechts een paar maanden na het verschijnen van de debuutplaat van Woven Hand (het soloproject van David Eugene Edwards), komt Sixteen Horsepower met een ‘nieuw’ album op de proppen dat voor meer dan de helft uit covers van traditionals bestaat. Het heet dan ook toepasselijk Folklore.
Met Folklore veegt Sixteen Horsepower alle geruchten over een mogelijke split van tafel. Na een paar afgelaste concerten en festivals vorig jaar (waaronder Rock Werchter), wat strubbelingen in de band (gitarist Steve Taylor zegde het rock ’n roll-leven vaarwel) en de soloprojecten van bassist Pascal Humbert (Lilium) en frontman David Eugene Edwards (Woven Hand), was het tijd om voor een waardige opvolger van Secret South te zorgen. Edwards, Humbert en Tola, de drie kernleden van Sixteen Horsepower, waren er weer klaar voor.
Folklore heeft de zware taak om pareltjes als "Cinder Alley", "Praying Arm Lane" en "Silver Saddle" van op Secret South te evenaren of liefst nog te overstijgen. De verwachtingen lagen hoog bij de trouwe Sixteen Horsepower-fans. Folklore blijkt echter een heel ander soort plaat te worden: we krijgen iets meer dan een half uur muziek voorgeschoteld met de typische Sixteen Horsepower ingrediënten: banjo, bandoneon, contrabas en natuurlijk het klagende en onheilspellende stemgeluid van David Eugene Edwards.
Zes van de tien nummers zijn covers van Franse, Amerikaanse en Hongaarse traditionals en van de country legendes Hank Williams en The Carter Family. Zowel deze covers als de eigen nummers op Folklore zijn veel minder bezield, intens en gedreven dan we van Sixteen Horsepower gewoon zijn. We zagen al een gelijkaardige evolutie bij Woven Hand, het soloproject van David Eugene Edwards. Toen hoopten we dat die ingetogenheid tot dat zijproject beperkt zou blijven, maar dat blijkt helaas niet zo te zijn.
"Single Girl", "Sinnerman", "Flutter" en "La Robe a Parasol" hebben dat ietsje extra waar we zo van houden bij Sixteen Horsepower wel. "Single Girl" is met zijn vrolijke banjogeluid en hoog meezinggehalte het meest opgewekte liedje van de hele cd. Al moet de Franse traditional "La Robe a Parasol" ש in het Frans gezongen, jawel! — ook niet onderdoen.
"Sinnerman" heeft dan weer de bezieldheid en het doom-gehalte dat op de rest van de plaat helaas ontbreekt. Het hele lied breekt geleidelijke aan los en de stem van Edwards, de banjo en de bas vloeien prachtig samen in een climax. En eindelijk horen we nog eens dat vertrouwde Sixteen Horsepowergeluid.
Folklore laat niet dezelfde indruk na als Secret South en Sackloth’n’Ashes dat deden. Ons vertrouwen in the son of a preacher man en zijn gevolg blijft echter nog steeds onaangetast, want live staan ze nog steeds garant voor koude rillingen. Het bewijs zal eens te meer worden geleverd op Pukkelpop deze zomer.