De nieuwe plaat The Bad Fire werd nog maar net gelost of hier staan de Schotse donderprekers van Mogwai al op de dorpel. Zelden laten de heren ons landje links liggen, en ook deze keer zakken we enthousiast naar de Ancienne Belgique af om ons in de ruis en chaos te laten onderdompelen. Alhoewel: dat laatste album komt al eens wat minder nijdig uit de hoek, en ook live houden onze trommelvliezen het – toch min of meer.
Zo’n dertig jaar doen de heren het al, herrie maken. Er zijn in die tijd wel wat variaties op het thema geweest, maar nooit van die aard dat Mogwai opeens niet meer als Mogwai klonk. Synths doken op, en ook zanglijnen zijn steeds vaker van de partij. Maar dat complex ineenvlechten van verschillende lagen tot een onweerstaanbaar weefgetouw, daar blijft het Schotse vijftal heer en meester in. Gezien het bredere geluidsscala is het daarbij niet een over elkaar vallen van distorted gitaren, maar een meer uitgebalanceerd geheel.
Wat daar live van overschiet, mogen we ontdekken na een half uurtje met de Schotse singer-songwriter-der-duisternis Kathryn Joseph. De dame resideert op Rock Action, Mogwai’s eigen label, en we begrijpen waarom. Joseph, alleen met stem en piano, lijkt qua opstelling wel heel ver te liggen van de daaropvolgende postrockers hun gedender, maar de songs bevatten enkele herkenbare elementen. Het repetitieve mantra van enkele akkoorden vormt de basis van elk nummer, als in een oneindige lus. Melodieën die een zeker ongemak opwekken, waarover de krakende en soms bijna blatende vibrato van Joseph donkere thema’s als zelfhaat, genocides en onderdrukking aanhaalt. Interessant, dat zeker, maar misschien toch ietsje te beperkt om ons de hele tijd te boeien.
Tijd voor de hoofdact. Vijf gebogen hoofden komen in de duisternis het podium opgewandeld, en frontman-verdoken-aan-de-linkerkant-van-het-podium Stuart Braithwaite begroet ons met de gekende woorden. “Good evening, how are you doing? We’re Mogwai, from Glasgow, Scotland.” Oef, er zijn nog zekerheden in het leven.
Openen doen ze met het eerste nummer van de nieuwe plaat, “God Gets You Back”. Meteen blijkt: de balans blijft ook live in evenwicht zonder daarbij in te boeten aan spanning. Het strakke ritme en de hypnotiserende cyborg-zanglijn doen al meteen de hoofdjes in de zaal knikken. We bemerken zelfs al een wild headbangende krullenbol op de eerste rij; die haalt geheid het einde van de avond niet. Ondanks het gebrek aan uitbarsting deinen we toch op en neer op de dynamiek van deze song, en halen we zowaar het einde met beide trommelvliezen nog maagdelijk.
Hierna krijgen we zowaar twee relieken: “Summer” en “Ithika 27ø9” zijn vanop hun eerste plaat Ten Rapid en werden naar onze herinnering nog niet live gebracht. De band werkt ze moeiteloos af, enkel wat gehinderd door een geluidsmix die soms helaas wat ontstemd is. Geflankeerd door nieuwelingen “God Gets You Back” en “Pale Vegan Hip Pain” zou je een enorme stijlbreuk verwachten, maar de nummers blenden geweldig in het geheel. Het recenter werk krijgt een meer futuristische tint met al die elektronica en de mooie, passende visuals van druppelende discoleds, maar elke song weet diezelfde gebetenheid over te brengen. Op basis van die laatste plaat toch een aangename verrassing.
Maar je vult geen dertig jaar elke concertzaal met enkele vergeten oude en nagelnieuwe songs. Voor zover we van hits kunnen spreken, worden we ook deze keer weer getrakteerd op “New Paths to Helicon Pt I”, “Take Me Somewhere Nice” en “Mogwai Fear Satan” in de bisronde. Niet dat de band enkel hierop kan teren; zo vormen recentere songs “Ritchie Sacramento”, “Lion Rumpus” en zéker “Drive the Nail” absolute hoogtepunten in de set.
Veel meer beheerst dan we gewoon zijn, maar minstens even begeesterend: het kan. Voldaan keren we terug naar huis, en dit zonder een nieuw cochleair implantaat te moeten bestellen. Schots, dertig jaar oud, en wereldklasse: het hoeft niet altijd whisky te zijn.