We Are Open 2025 :: Gezellige muziek voor “links-rechts”-beentjes

Trix, Antwerpen
,
7 februari 2025
, ,

Zaterdag 8 februari

De muziekmijn die Trix dit weekend is, opent vandaag heel wat vroeger, en die schatkaart in het programmaboekje hebben we na gisteren niet meer nodig. Er is geen massa te groot om aandachtig te graven naar die ruwe diamanten die hier te vinden moeten zijn. Met opnieuw de rockgitaren als leidraad geven we ons nog eens over aan de nacht.

Een zomer lang hebben we The Rats vorig jaar zien groeien, en wat toen nog niet helemaal overtuigde, knalt deze tweede We Are Opendag met overtuiging op gang. “Disco To Disco” is jagende hardcore, in “Machinery” toont Emile Dekeyser zich op zijn eigen, kortaangebonden manier een goeie frontman. In “Disconnected” schakelt de groep over op knarsende postpunk-grooves, en dat is ook een goeie keuze. En dan is er het nieuwe “We Won’t Stand For It” dat droog wordt aangekondigd “met zo’n titel betekent dat dat het een punknummer is”. Niet gelogen. En dat “Rat’s Alley” over de loopgraven gaat – “wie daar meer over wil praten, dat kan aan de merchstand” ontgaat ook niemand: de “links, rechts”-beentjes van Dekeyser zijn geweldig. Goed nummer, overigens. Deze dag is goed begonnen.

Waarna we even moeten schakelen, want Junior sjokt een stuk trager over de snelweg des levens. In het programmaboekje wordt gegoocheld met invloeden als Bright Eyes, wij denken hier bij de opener eerder aan Douglas Firs. Een nummer later komt daarbij: Calicos. Ja, het is dus iets te gelikte countryrock die gezapig voortploetert, maar zelfs met twee blazers erbij kunnen de songs niet begeesteren. “Hebben ze dat al niet gespeeld?” is een gedachte die regelmatig de kop op steekt.

Het zijn nochtans competente muzikanten, zo hoor je, die voor mooie arrangementen zorgen. Die schil blijkt vanbinnen echter hol: deze groep heeft veel sterkere nummers nodig. Nu ja, junioren hebben doorgaans nog groeimarge, het komt misschien wel goed. Dat zal nodig zijn: “gezellig” betitelt iemand dit optreden in de Whatsappgroep van Trix. Geen enkele muzikant wil zijn muziek zo bestempeld horen.

“Muil houden!” gebiedt een bordje aan de ingang van het Venster: hier wordt intimiteit gebracht die geen gekwebbel verdraagt. Gone Icon, het alter ego van artiest, producer en non-DJ Jonas Steurs, heeft zo’n aansporing niet nodig, maar dwingt je met zijn mooie fluisterpop om op te letten. Het zijn voorzichtige nummers, die een licht elektronische onderlaag meekrijgen, met wat dramatisch aangeslagen toetsen, badend in de eightiesgalm van The Blue Nile. Het is Steurs’ indrukwekkende stem die niettemin het hardst de aandacht trekt.

Boven in de Club laat TJE digitale basdreunen in een onbestemde verre achtergrond horen. Die roepen een zeker onbehagen op, alsof er een storm op komst is die nooit zal zijn. Met alle spots op zangeres Lindy Versyck maakt TJE duidelijk dat daar de kracht zit, en da’s niet gelogen. Wie ons aan Daughter kan doen denken, krijgt een goedkeurende knik. Sommige songs vragen wel veel tijd om hun weg te vinden in hun doolhof, en tijd heeft geen enkele band hier op overschot. Dit duistere avant-postrockexperiment zullen we eens minder vrijblijvend moeten ondergaan.

Waarna de flipperkast die We Are Open heet ons balletje opnieuw ruw de andere kant opslingert. In de grote gang botsen we immers op een secret show van Landrose. Brusselaar David Temprano (Cere) zet een backingtrack op. Roffelt even, voor hij nerveus rond zijn drumstel banjert, en ons gebaart dichter te komen. Waarna hij zijn kit als een razende attaqueert. Het is visceraal, voelt soms als eenmans-digital hardcore op zijn Atari Teenage Riot. Bij momenten lijkt het alsof hij al doende een toeval krijgt, maar het net overleeft. Spannend!

Naast bindteksten in Engels en schattig gebrekkig Nederlands brengt Benni uit het verre Vielsalm iets mee dat nergens anders dan in Venster past: broze emofolk. Dat kan dan uitdraaien op een strijd tegen dat cliché van meisje-met-gitaar, maar hier, solo, maakt de jonge singer-songwriter er op haar beste momenten wel iets magisch van. Wij gunnen onszelf af en toe ook wat naïviteit. Om de lat van een voor de hand liggende inspiratie als Phoebe Bridgers te halen, zal ze wel wat meer diepgang in haar songs moeten krijgen. Om vanop een afstandje in de gaten te houden dus, die Benni. Vielsalm is nu ook niet bij de deur.

Met een groepsnaam als Beatrix kan het niet anders dan dat in dit Belpopfestijn enige Noorderburen zijn binnengeslopen. Dat ze halftijds ook vanuit Brussel opereren is genoeg voor We Are Open om deze drie vrouwen en hun drumcomputer uit te nodigen. Terecht. Na een ingetogen begin barst het piepjonge trio uit in iets dat van Joy Division kon zijn, die dag dat drummer Stephen Morris niet kon komen repeteren. “Provo” ontpopt zich met dat monotone “Je suis provocateuse” nu al tot de beste jaren tachtigbelpophit van dit decennium. En ja, het is nog vroeg voor dit drietal, dus er gaat al eens iets mis, soms verliezen de bandleden zich in experimentele klanktapijtjes die nergens heen gaan, maar de belofte zit al in die mooi gecustomizede Sonic Youth-t-shirt; dit willen we nog eens horen.

Als Jean Valéry (blackwave.) iets solo doet, dan mag dat voor zijn part meer rocken dan dat project waarmee hij zijn eerste bekendheid verwierf. Met zijn energieke en catchy maar uiteindelijk vlakke en doorzichtige poprock met vlotte rapzang heeft de Antwerpenaar zijn ideale vehikel gevonden om te tonen wat voor rasentertainer hij wel niet is. Dat hij alles in het Engels doet, spreekt ook boekdelen. Puur op basis van mass appeal zal deze vuurdoop zeker geen afbreuk doen aan zijn merk. We moeten op aangeven van zijn bescheidenheid trouwens spreken van Jean Valéry als band, want Jean Valéry is een kwartet, benadrukt hij in een bedankwoordje. Geef er dan een andere naam aan, Jean Valéry, dat gelooft makkelijker.

Dienne vraagt aandacht van de grote zaal. Het begin is etherisch, met zware beats pakt ze ons een track verder bij het nekvel. Waarna ze uit haar klarinet een melancholisch deuntje laat opwellen. ‘Live A/V’ is dit aangekondigd, maar behalve een uitgekiende lichtshow is daar niets van te merken. Tot het scherm achter haar plots aanfloept, een klassiek geschoolde zangeres aanschuift, en we een bezwerende, maar moeilijke trip krijgen.

Een drummer die zijn band ook front met vervaarlijke screams, die kan maar beter een diploma multitasken ingelijst aan de muur hebben hangen. Divided, nog maar eens zo’n harde band die het Café op stelten mag komen zetten, heeft met Pepijn Vandaele zo’n frontman. De West-Vlamingen zeggen het evenwicht tussen postrock en posthardcore te zoeken, maar hellen met die compromisloze, withete intensiteit toch duidelijk over naar de hardcore. Ze zouden naar verluidt iets episch in gedachten hebben, maar dat komt er hier nooit uit. Misschien laten Vandaele en co dat plan beter varen, want “epische hardcore” voelt ook maar tegenstrijdig aan.

In het café begint Plexi Stad er zo classic rock aan dat je over hun openingsakkoorden “The Boys Are Back In Town” wil brullen. Het ontpopt zich aanvankelijk tot boenketekpunk van de scherpere snit waarover Sean Peleman, als ware hij een liefdesbaby van Lou Reed en Mick Jagger, maar te frontmannen heeft. Hij draagt deze band, ook doorheen de mindere nummers, en als het goeie nummers zijn, van de betere postpunk, dan wordt het pas helemaal lekker. Naar het einde toe belanden we op het hoekige terrein van A Certain Ratio en Gang Of Four, waarna in de afsluiter nog een keer naar jakkerende rock wordt gegrepen.

Het Luikse Eosine brengt ons op papier iets wat dreampop en shoegaze moet verzoenen, maar van meet af aan slaat de band te wild om zich heen om aan te knopen met genrereferenties. Wanneer ze wel een versnelling lager schakelen, kunnen we iets ontwaren dat we dreamgaze durven te dopen. Daarvoor heeft frontvrouw Elena Lacroix ook wel de présence, de songs én de stem. Als Eosine de drang voelde om zich ruiger dan nodig op te stellen, dan vinden we dat wat misplaatst, maar het sluit ook niets uit voor de toekomst.

Wie we daar hebben! Ook bij Kaito Kai komt Kaito Winse als de griot die hij is van in het publiek op, luidkeels zingend en trommelend. Binnen de minuut heeft hij je beet; hier ga je niet meer weg, en dat is so far, so Avalanche Kaito. Maar dit is niet dit noiserockproject uit Brussel, dit is de samenwerking tussen Winse en Nederlander Kai Hugo, en wie diens Palmbomen kent, weet wat dat betekent: housebeats, het grootste feest van het weekend. Samen laten ze de set opbouwen tot je bij het laatste nummer denkt “draai dit op de wei van Werchter en iedereen gelooft dat het Chemical Brothers is”.

Show van het weekend, maar toch moet er nog een iets weggeslikt. En wie met een loeiende sirene van leer trekt, is hier niet om subtiel en beheerst te wezen. Crackups klopt als afsluiter niettemin, toch als de redenering is: geef de grootste gemene deler die geen zin heeft in wat het Café serveert dan wat hersenloos vertier in ’t kwadraat, en satisfaction is guaranteed. Crackups speelt snel, venijnig, luid, hard, en nog wat adjectieven die bij punk van dit kaliber rijmen, maar het blijft ironisch genoeg een lege doos op de ontdekkingsreis die We Are Open zou moeten zijn.

Toch blijft We Are Open de vaste waarde die het moet zijn op de concertkalender. En nu knallen we dus echt 2025 in. De temperatuur van het water is getrokken, de underground gecheckt, we steken ons hoofd boven de grond en vragen:

is het al lente?

Beeld:
Trix - Daria Maisoedova, Mariana Sá

verwant

We Are Open 2020

Trix, Antwerpen

"België, wat is dat?", vragen lieden met een slechte...

Sound Track 2019: de finales in Leffinge, Antwerpen en Gent

Omdat er niets leukers is dan nieuwe muziek ontdekken....

recent

Tardes de Soledad

Na zijn schitterende politiek-existentiële mijmering Pacifiction, gooit Albert Serra...

Traffic (Reostat)

Als er één rode draad doorheen het nog vrij...

S10 :: ”Ik wilde het popgevoel eens helemaal omarmen”

Drie jaar nadat ze op het Eurovisie Songfestival indruk...

Joost de Vries :: Hogere machten

Begin je veertiger jaren zijn, en al een Gouden...

Alfred :: Maltempo

Na Senso verschijnt nu ook Maltempo van Alfred in...

2 REACTIES

  1. Hey!
    FYI: VAAG is altijd al een vierkoppige band geweest,
    3 kletskoppen en een langharige drummer 🙂
    Ook al “die eerste keer” op Badlands dus, of we worden verward met een andere band?
    Anyway, merci om ons te komen checken!
    Bram

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in