Voor wie het niet zou weten … Wicked is gebaseerd op een succesvolle musical die op zijn beurt dan weer gebaseerd was op een boekenreeks die startte halverwege de jaren negentiennegentig (die behoorlijk wat pikante scènes bevatte, iets wat echt wel ontbreekt in deze incarnatie). In die romans wordt de voorgeschiedenis verteld van The Wizard of Oz – het boek van L. Frank Baum én uiteraard de filmklassieker uit 1939 (ook al was er al een eerdere stille versie).
Om uw geheugen toch even op te frissen: in The Wizard of Oz van Victor Fleming, komen Dorothy (Judy Garland) en haar hondje Toto terecht in de magische wereld van Oz (“I have a feeling we’re not in Kansas anymore”) waar ze onder andere de strijd zal aangaan met ‘The Wicked Witch of the West.’ Hoe die heks een heks werd, is waar het verhaal van Wicked om draait (zoals bij Dune slaat de Part I op het feit dat dit nog maar het eerste luik is van een geplande dubbelfilm). Cynthia Erivo geeft gestalte aan Elphaba, een jonge vrouw die aan de ‘Shiz’ tovenaarsuniversiteit nogal opvalt door haar groene huid. Haar kamergenote is G(a)linda (Ariana Grande) die later zal uitgroeien tot de ‘goede’ tegenhangster van de heks uit het Westen. Hoe dat precies gebeurt, is eigenlijk niet zo boeiend en ook niet echt waar musical en film om draaien. De insteek is immers dat dit in de eerste plaats een terugkeer is naar het klassieke musicalgenre en dus staan de zang- en dansnummers centraal. Een heel aantal daarvan genieten zeker de nodige populariteit die nodig is om alles meeslepend te houden, maar helaas is regisseur John M. Chu (Crazy Rich Asians, Step Up 2, In the Heights) niet de juiste man om dit alles te ensceneren – of beter ‘niet te ensceneren’. Om maar meteen duidelijk te zijn: de choreografieën in Wicked zijn om van te huilen. Op geen enkel moment valt er iets creatiefs te zien: de camera glijdt wat naar links of rechts en ‘pushed’ in of out, de rest is slechte montage die moet maskeren dat er niks is om naar te kijken. Er zit geen enkel muzikaal nummer in de twee uur veertig durende looptijd dat ook maar een beetje degelijk in beeld is gezet.
Dat is uiteraard het ergste euvel in een musical, maar ook wat de rest betreft is het allemaal bijzonder armtierig. De harde digitale belichting is werkelijk spuuglelijk en de esthetiek is die van een slecht geconcipieerd videospel. Erivo en Grande zetten bleke vertolkingen neer, maar dat valt nauwelijks op te midden van de vreselijke puinhoop waarin ze opdraven.
Niet getreurd, de kassa rinkelde al stevig, deel twee komt eraan … of cinema daar iets bij te winnen heeft, is maar zeer de vraag, deze eersteling is immers een sof van formaat.