De naam Bertrand Bonello laat misschien niet bij iedereen een belletje rinkelen, maar de man is wel een van de belangrijkste en beste Franse regisseurs van zijn generatie – zoniet dé beste. Zijn films passeren meestal onder de radar, maar Nocturama en vooral L’Apollonide: Souvenirs de la Maison Close behoren ontegensprekelijk tot het beste wat de Europese filmkunst in de eenentwintigste eeuw al heeft voortgebracht. Bonello’s laatste wapenfeit Coma – de ultieme Covid-film – stond op het programma van het Film Fest Gent in 2022 maar werd verder geheel onterecht alweer nauwelijks opgemerkt. Dat is godzijdank anders voor het veel ambitieuzere La Bête met in de hoofdrol Léa Seydoux, een film die op het festival van Venetië in première ging en nu ook gelukkig een degelijke bioscooprelease krijgt.
De film is gebaseerd op het fatalistische kortverhaal The Beast in the Jungle van Henry James, maar dat is een wel heel losse definitie want van bij de start is dit in de eerste plaats een Bertrand Bonello-film eerder dan een adaptatie. Iets wat de regisseur ook bevestigde in interviews door te stellen dat hij enkel de kern van de novelle behouden heeft. Die kern draaide bij James om een man die zijn leven lang angst heeft voor een dreigend gevaar dat hij maar niet kan duiden (het ‘beest in de jungle’) en daarom nooit de liefde kan beantwoorden van een vrouw. Het script wisselt de genderidentiteit van het hoofdpersonage en bekijkt alles door de ogen van Gabrielle (Seydoux). We zien haar tijdens verschillende tijdsgewrichten telkens weer conversaties hebben met dezelfde man (George MacKay) over een abstract soort dreiging die haar bestaan dreigt te kleuren. Omkaderend is er een verhaal over een nabije toekomst waarin Gabrielle een procedure ondergaat die haar DNA moet ‘zuiveren’ van emoties die door de artificiële intelligentie die de wereld bestuurt, als schadelijk en overbodig worden ervaren.
Bonello gebruikt de in elkaar hakende plotlijnen voor het spinnen van variaties op ideeën die hij ook al in vorig werk inpaste: hoe commodificatie systemen creëert waaruit we niet kunnen ontsnappen en waarbinnen enkel kunst, emotie en filosofie een uitweg kunnen bieden. De ‘AI’ die hier de touwtjes in handen heeft is immers een bedreiging voor wat ons echt menselijk maakt: het feit dat we – in tegenstelling tot de artificiële tegenhanger – een lichaam hebben dat interageert met de wereld (lichamelijkheid neemt een belangrijke plaats in in de film) en het feit dat we emoties hebben om om te gaan met anderen. Het ‘beest’ uit het origineel wordt hier dan ook een potentiële vernietiging, een negatie van wat het betekent om mens te zijn.
Die betekenislaag wordt ook in het visuele en auditieve palet van de film verwerkt. Naar verluidt was het Josée Deshaies, de fotografieleidster met wie Bonello al veelvuldig samenwerkte, die met het idee kwam aanzetten om bepaalde delen op 35 mm te schieten en de tactiliteit van die in het verleden spelende scènes wordt afgezet tegen het immateriële, koude aspect van moderne digitale technieken en de eindeloze reeks beeldschermen die onze levens beheersen. Inzake geluid vertelt de regisseur dat alle opnames bewerkt werden om dreigende stiltes, muziek of geluid extra te kunnen uitlichten. Ook vormelijk dus een interpretatie van het centrale concept dat de kern van onze menselijkheid afzet tegenover (al dan niet artificiële) structuren.
Met La Bête kroont Bertrand Bonello zich andermaal tot een van de meest visionaire cineasten uit de hedendaagse cinema en deze complexe filmische puzzel is een van de briljantste films die u dit jaar (of enig ander jaar) zal te zien krijgen.