Van 11 tot 22 oktober is het weer zo ver! Dan vindt de 49ste editie van Film Fest Gent plaats. Noteer de data alvast in je agenda, want het belooft weer een prachteditie te worden. Het filmfestival probeert elk jaar opnieuw een betere versie van zichzelf neer te zetten. Die ambitie zien we ook terug in het vernieuwende, gevarieerde, maar ook historisch getinte programma van deze editie. Op 22 september mocht onze redactie tijdens de lancering van het programma in Sphinx Cinema alvast gaan proeven van wat Film Fest Gent dit jaar in petto heeft.
De filmindustrie voelt nog steeds de naweeën van de pandemie, velen zijn diep geschokt door de oorlogssituatie in Oekraïne en de mensen zitten met hun handen in hun haren door de klimaat- en energiecrisis. Algemeen directeur Marijke Vandebuerie wees erop dat het festival dit jaar een lichtpunt wil vormen en terug wil gaan naar de essentie, namelijk het doorgeven van een diepgewortelde passie voor film. Film Fest Gent wil alweer aantonen dat film een medium kan zijn om zowel deze problemen recht in de ogen te kijken, als een afleiding te bieden en mensen samen te brengen rond een enkele passie. Ook rechtstreeks trachten ze een positieve invloed achter te laten door bijvoorbeeld een zo groen mogelijk festival te organiseren met vegetarische maaltijden voor de crew, uitgenodigden die per trein afreizen of wiens vlucht een CO2-compensatie krijgt, of een donatie aan Overkop, een organisatie die jongeren met mentale problemen helpt etc.
Het volledige programma bestaat dit jaar uit 116 langspeelfilms, drie televisieseries, en 40 kortfilms, waaronder ondertussen zeven Oscarkandidaten (Klondike, Quiet Girl, Alcarràs, Corsage, Drii Winter, Close en Saint Omer). Daarnaast ligt de focus dit jaar op Koreaanse cinema, zowel nieuwe als klassieke films worden in het programma opgenomen. Aansluitend bij de donatie die geschonken zal worden aan Overkop behandelen een reeks films thema’s rond mentale gezondheid, een onderwerp ook aangehaald werd in recente producties zoals Coma van Bertrand Bonello en Sick of Myself van Kristoffer Borgli. Het festival wordt geopend met Lukas Dhonts Close, een intiem portret van de vriendschap tussen twee 13-jarige jongens.
De officiële competitie – met een opvallend diverse én genderevenwichtige samenstelling – zal op onze blog het meest besproken worden. We kijken uit naar Un beau matin van Mia Hansen-Løve waarin Léa Seydoux een jonge weduwe speelt. Pierre Földes brengt ons een ironische en surrealistische animatiefilm met Blind Willow, Sleeping Woman. Klondike van Maryna Er Gorbach voelt pijnlijk actueel, aangezien de film de Oekraïense oorlog reeds aankaartte nog voordat hij officieel uitgebroken was. Vervolgens wordt de competitie uitdagender met Pacifiction van Albert Serra en Trenque Lauquen van Laura Citarella. Daarnaast krijgen we de Chinese ‘neo-noir’ Are You Lonesome Tonight? van Shipei Wen, Tarik Saleh’s Boy from Heaven die het Beste Scenario won in Cannes, Marie Kreutzers kostuumdrama Corsage, de schijnbaar idyllische romance Drii Winter van Michael Koch, Alice Diops rechtbankdrama Saint Omer en de thriller To the North van Mihai Mincan. Na de programmavoorstelling kregen we alvast Tengo sueños eléctricos te zien, die de officiële competitie zal openen en waarover u hieronder een eerste indruk kan lezen.
Het publiek krijgt dankzij de Director’s Talks opniwuew de mogelijkheid in contact te komen met enkele prominente namen uit de filmwereld. Op 12 oktober zal er een boeiend gesprek geïnitieerd worden tijdens Between Directors: Céline Sciamma meets Lukas Dhont, in het kader waarvan Sciamma’s recentste film, Petite Maman, vertoond wordt. Daarnaast geven ook Cristian Mungiu (R.M.N.) en Albert Serra (Pacifiction) een Director’s Talk. Jurylid Daniel Hart zal eveneens een Creative Partnership-talk geven over zijn samenwerking met David Lowery voor o.a. The Green Knight. Natuurlijk zal er ook weer heel wat ander talent aanwezig zijn om nieuwe films voor te stellen, waaronder Marie Kreutzer, Michael Koch, Tarik Saleh, Kato De Boeck en Flo Van Deuren, Ruben Desiere en vele anderen.
Op Film Fest Gent valt er telkens heel wat meer te beleven dan enkel een reeks filmvertoningen en ook dit jaar stroomde de creativiteit over. Dit resulteerde in een ‘dream date’ met ‘ViernulVier’ namelijk de ‘Videodroom’ waarin eclectische muziek en obscure films gehuwd worden. Zo zullen onder meer Carnival of Souls (1962) en Le révélateur (1968) voorzien worden van een nieuwe soundtrack, speelt het jazztrio ‘Paard’ live de score voor enkele kortfilms op 22 oktober en werd er een heuse audiovisuele show in elkaar gestoken door de band ‘Use Knife’, genaamd Jerusalem in My Heart.
Ten slotte zet Film Fest Gent actief in op het dichten van de genderkloof binnen de filmindustrie. Zo bestaat de Officiële Competitie uit films van zes vrouwelijke en zes mannelijke regisseurs. Vrouwelijk filmtalent wordt extra in de verf gezet: Céline Sciamma (Portrait de la jeune Fille en Feu, Petite Maman), Mia Hansen-Løve (Bergman Island, Un Beau Matin) en Léonor Serraille (Un Petit Frère) zakken af naar Gent. Tenslotte maakte de World Soundtrack Awards reeds bekend dat de Industry Award dit jaar naar de Alliance for Women Film Composers gaat voor hun opmerkelijke bijdrage aan de filmmuziekindustrie.
Ontdek het volledige programma op https://www.filmfestival.be/nl/full-program en houd zeker onze blog in de gaten voor live updates tijdens het festival. Wij zullen enerzijds paraat staan om jou de handigste leidraad te bieden tijdens het bezoeken van het festival, anderzijds genezen we degenen die er niet zullen geraken van hun FOMO door verslag uit te brengen van alle niet te missen gebeurtenissen.
De Costa Ricaanse filmmaakster Valentina Maurel studeerde in 2017 af aan het Brusselse INSAS met haar kortfilm Paul est Là, die meteen ook goed was voor de juryprijs op het filmfestival van Cannes. Tengo Sueños Eléctricos, haar eerste langspeelfilm die met Wrong Men als productiemaatschappij ook een Belgisch tintje heeft, mag binnenkort de officiële competitie van Film Fest Gent openen en ook die liet zich meteen opmerken. Afgelopen zomer ontving de prent zowel de prijzen voor ‘beste regie’, ‘beste acteur’ en ‘beste actrice’ op het filmfestival van Locarno.
Het verhaal draait rond de conflictueuze maar klaarblijkelijk onbreekbare band tussen de 16-jarige Eva (Daniela Marín Navarro) en haar vader Martín (Reinaldo Amien) die na zijn scheiding met Eva’s moeder even richtingloos door het leven lijkt te navigeren als zijn dochter. Eva’s moeder – volop bezig met het opsmukken van haar nieuwe woning – ergert zich aan het bitsige gedrag van haar dochter, die liever bij haar vader zou inwonen. Terwijl Eva worstelt met haar seksuele ontwaking, de grote leeftijdskloof met haar jongere zusje en de wetenschap dat haar moeder de kat des huizes (Kwesi) wil buitenzetten wordt de hang naar meer onafhankelijkheid alleen maar groter. Haar huidige omgeving omruilen tegen de grillige bohemien-levensstijl van haar vader is niet zo evident, aangezien Martín zelf nog lijkt te dolen in een soort van pubertijd. Hij is uiterst onzeker, neemt vrede met een te klein appartement waarin nauwelijks plaats is voor zijn dochter en organiseert met drank en drugs beladen feestjes voor collega-dichters.
De titel van de prent – die zich in het Engels vertaald als I Have Electric Dreams – is ontleend aan een vers uit één van Martins’ gedichten, en de elektriciteit waarvan sprake zit duidelijk verankerd in de opmerkelijke dynamiek tussen vader en dochter. Martín heeft namelijk een gewelddadige kant (die meteen boven water komt in de eerste scène van de film) waarvan ook Eva enkele keren het slachtoffer wordt. Door haar eigen frustraties en opgekropte woede, en de onvoorwaardelijke affectie voor haar vader lijkt ze hem paradoxaal genoeg echter steeds te vergeven. Dit straffe coming-of-age portret voert nergens echt markante vernieuwingen door – ook de beeldvoering is opvallend sober – maar valt wél op door de gecontroleerde en volwassen regie van Maurel, die haar personages en hun leefwereld als scenarist perfect begrijpt en op geen enkel moment echt lijkt te willen veroordelen in hun moeizame zoektocht naar geborgenheid. Tengo Sueños Eléctricos lijkt op een parabel over de gevaren van een liefde die blind maakt, maar Maurel wil net iets dieper graven en haar publiek laten meevoelen met haar protagonisten. Dat levert ondanks de zware materie, poëtische momentjes op, soms letterlijk (“We zijn slechts een kudde wilde beesten met dromen over menselijkheid en we hebben meerdere levens nodig om dat te begrijpen” aldus Martín), en gesteund door uitstekend acteerwerk kunnen we enkel besluiten dat Tengo Sueños Eléctricos de prijzen in Locarno zeker niet gestolen heeft.
“Tengo Sueños Eléctricos” van Valentina Maurel met Daniela Marín Navarro, Reinaldo Amien, Costa Rica/België/Frankrijk, 2022, Score: 8/10 (PV)
Dinsdag 11 Oktober
Het Film Fest Gent gaat van start en ook de persvisies voor onze recensenten nemen een aanvang.
When The Waves Are Gone (Kapag Wala Nang Mga Alon)
De term langspeelfilm kan je bij Lav Diaz behoorlijk letterlijk interpreteren. Met een speelduur die meestal rond de 300 à 400 minuten schommelt (het in 2004 gedraaide Evolution Of A Filipino Family flirtte zelfs met een duur van 11 uur!) – vraagt de Filipijn enorm veel geduld van de kijker. Met When The Waves Are Gone durven we dus stellen dat hij met zijn 187 minuten een relatief korte en dus ook meer toegankelijke prent heeft afgeleverd.
Diaz heeft zijn aversie voor het politieke klimaat van zijn thuisland nooit onder stoelen of banken gestoken. Het corrupte systeem van voormalig president Duterte, dat buitengerechtelijk en met harde hand werd optrad tegen het drugsmilieu en de politie toeliet arbitrair te handelen en op die manier sociale onrust verder aan te wakkeren, vormt hier het kader voor een onopgelost conflict tussen twee politie-agenten. Hermes (een van Diaz’ vaste acteurs John Lloyd Cruz) wordt door de lokale bevolking genoemd als “Manila’s beste inspecteur” en lijkt een rechtgeaard en respectabel man. Als hij zijn vrouw betrapt op overspel en vervolgens beide minnaars en een collega redelijk brutaal te lijf gaat begint zijn imago duidelijke barstjes te vertonen. Hij zet zichzelf tijdelijk op non-actief maar dan komt Primo Macabantay (Ronnie Lazaro) vrij, een ex-collega met heel wat op zijn kerfstok en die zijn gevangenisstraf mag toeschrijven aan Hermes’ speurwerk. Primo is een stuk ouder maar duidelijk heel gevaarlijk. Na zijn vrijlating is de wraak op Hermes gebeiteld in steen, maar ontpopt hij zich eerst nog toch evangelist die straatprostituees wil zuiveren van hun zonden.
In dit in noir gedrenkte drama wordt er subtiel gefilosofeerd over de dualiteit tussen goed en kwaad, maar de stem van Diaz lijkt dat goede in een klimaat van corruptie en moreel verval te willen afzwakken tot een volstrekt naïef idee. Dat wordt zowel narratief als visueel meermaals onderstreept. Wanneer een bezorgde vriend (die op de hoogte is van Primo’s wraakzucht) aan Hermes vraagt “When do you think this will end?”, is het makkelijk om aan te nemen dat Diaz die vraag stelt in naam van de volledige republiek die de kloof tussen arm en rijk steeds verder ziet uitdijen (de nieuwe president, zoon van dictator Ferdinand Marcos, belooft immers op korte termijn ook weinig beterschap). DoP Larry Manda opteerde voor 16-mm-film in korrelig zwart-wit, wat met afwisselend gebruik van contrast en scherptediepte vaak prachtige tableaus oplevert. Ondanks het feit dat Diaz de minder geduldige cinefiel qua speelduur een kleine gunst bewijst, voelen bepaalde dialoogscènes toch wat log aan. Anderzijds versterken de lange takes en meanderende vertelstijl op een passende manier de meditatieve reis die beide personages aanvatten in afwachting van de onvermijdelijke stand-off.
“When The Waves Are Gone (Kapag Wala Nang Mga Alon)” van Lav Diaz met John Lloyd Cruz, Ronnie Lazaro, Shamaine Centenera-Buencamino, Filipijnen/Frankrijk, 2022, Score: 8/10 (PV)
Skazka (Fairytale)
De Russische regisseur Aleksandr Sokurov was een festivalfavoriet in de jaren negentig met films als Mother and Son en The Russian Ark en legde zich daarnaast toe op een aantal titels die draaiden rond dictators in onder andere Moloch en Taurus.
Dictators staan ook nu centraal in dit intrigerende experiment waarin met de computer gegenereerde ‘deep fake’ beelden van grote leiders uit de geschiedenis (Hitler, Stalin, Mussolini, Churchill maar ook jezus en Napoleon) in verschillende incarnaties ronddwalen in een ‘Dantesque’ stripverhaaldecor dat inspiratie haalt uit Inferno, maar evengoed uit Italiaanse ‘veduti’ en de Carceri tekeningen van Giovanni Battista Piranesi.
Zoals criticus John Bleasdale terecht opmerkt op de BFI site, lijkt Fairytale wel een interpretatie van James Joyces beroemde zin uit Ulysses: “history is a nightmare from which I am trying to awake”. De opnieuw tot leven gebrachte volksmenners tonen geen spijt over hun daden, wel over hun plaats in de geschiedenis en de dingen die ze niet hebben kunnen verwezenlijken, terwijl de film op inventieve wijze aan de kaak stelt dat hun namen herinnerd worden, terwijl de gezichtsloze massa’s die ze manipuleerden of de dood injaagden nu in de mist gehuld zijn van het paradijs en zo aan het oog onttrokken worden.
Deze knappe mengeling van grafische kunsten, animatie, film en nieuwe technologie, alludeert ook op het feit dat al deze ideologieën aanspraak maakten op het absolute, op mystiek, op kunst en op noties van het sublieme en laat niet na de gelijkenissen te schetsen, ook in de manier waarop alle leiders in het hiernamaals hopen toegelaten te worden tot de genade van God die huist achter een gigantische deur die wel afkomstig lijkt uit Orson Welles’ interpretatie van Kafka’s Das Prozess.
Sokurov blijft weg van directe verwijzingen naar huidige situaties, maar in de abstracte universaliteit van zijn betoog schuilt uiteraard evengoed die waarschuwing. Hier en daar valt de film wat te veel wat in herhaling, maar dit is een bijzonder inventief en fascinerend stukje cinema.
“Skazka (Fairytale)” van Aleksandr Sokurov met Alexander Sagabashi, Vakhtang Kuchava, Rusland/België, 2022, Score: 7,5/10 (DVB)
Woensdag 12 Oktober
Na de opening op de rode loper van Lukas Dhondts Close, gaat dag 2 van start met meer persvisies.
Good Luck to You, Leo Grande
Good Luck to You, Leo Grande vertelt het verhaal van een weduwe en voormalige godsdienstlerares, Nancy Stokes. Ze verlangt naar romantiek, opwinding en vooral vrijheid. Ze zoekt dit op door af te spreken in een hotelkamer met een jonge escort met de schuilnaam Leo Grande. Doorheen de film ontwikkelt hun relatie zich tot een betekenisvolle connectie. De scènes zijn gevuld met sterke dialogen die de innerlijke wereld van de personages beetje bij beetje onthullen. We leren hun onzekerheden kennen, hun persoonlijke en seksuele verlangens en uiteindelijk hoe ze op dit moment in hun leven en welbepaald in die specifieke hotelkamer zijn beland. Vergezeld met een goede portie humor verkennen de personages elkaar en hun lichamen op een soms klungelige, maar realistische manier.
Het taboedoorbrekende Good Luck to You, Leo Grande weet op humoristische wijze een verhaal te brengen van verlangens, onzekerheden en menselijke connecties. Regisseur Sophie Hyde weet met haar sexy dramakomedie het taboe rond het vrouwelijke orgasme, het sociale stigma rond sekswerk, een vrouwenlichaam dat niet aan de klassieke schoonheidsidealen voldoet en de negatieve kanten van het moederschap en het huwelijk in beeld te brengen. Opvallend weet ze dit te bereiken binnen de muren van een enkele setting, namelijk een hotel waar vier opmerkelijke ontmoetingen tussen de twee hoofdpersonages plaatsvinden. Ze maakt op slimme wijze gebruik van haar (beperkte) decor door bijvoorbeeld de sfeer te zetten aan de hand van de belichting in de hotelkamer of het weer buiten. Ze speelt ook behendig met de ruimte tussen de personages, waardoor ze spanning en speelsheid met elkaar doet afwisselen. Daarnaast maakt ze gebruik van variaties in ritme en tijd om de verschillende transities tussen de scènes duidelijk te maken. Zo laat ze onder andere de personages het ene moment heel vloeiend en traag bewegen en dan weer snel en chaotisch.
De eerste helft van de film is gevuld met humoristische scènes waarmee de kijker zich gemakkelijk kan inleven, maar het verhaal gaat stilaan bergafwaarts wanneer het zich begint te focussen op de moeilijke relatie tussen Leo en zijn moeder. Deze evolutie naar de focus op een mannelijke sekswerker die oudere vrouwen opzoekt en in de knoop ligt met zichzelf voelt enigszins als een cliché aan. Nochtans start de film met het benadrukken van het belang van sekswerkers die hun job met plezier doen en die essentiële verlangens vervullen voor diegenen die ze nergens anders kunnen bevredigen. Toch is Good Luck to You, Leo Grande als film over de seksuele ontwaking van een vrouw die 31 jaar lang in een passieloos huwelijk vastzat, enorm verfrissend in de openheid over de complexiteit van seks en intimiteit. Zowel Emma Thompson als relatieve nieuwkomer Daryl McCormack zetten straffe prestaties neer door hun personages een ongelooflijke natuurlijkheid en authenticiteit te geven. Ze weten beiden de perfecte balans te vinden tussen de humor en emotionele diepgang van hun personages.
“Good Luck to You, Leo Grande” van Sophie Hyde met Emma Thompson, Daryl McCormack, Usa/Uk, 2022, Score: 7/10 (EDL)
Donderdag 13 Oktober
Het Gentse Filmfestival komt helemaal op gang en dus ook onze recensenten.
Empire of Light
Sam Mendes schreef een liefdesbrief aan cinema met zijn Empire of Light. De film toont de werking van een oude bioscoop in een kuststadje in het Zuiden van Engeland. Zoals bij een studie van een kleine biotoop leren we alle werknemers en hun connecties met elkaar kennen. De prachtige cinematografie van Roger Deakins (1917, Blade Runner 2049) brengt enkele ware kippenvelmomenten met zich mee. Hij brengt het kuststadje en de innemende architectuur van de Empire bioscoop wonderlijk in beeld.
Het verhaal focust zich grotendeels op Hillary Dales, de ticketverkoopster van de bioscoop gespeeld door Olivia Colman (The Favourite, The Lost Daughter). We zien hoe ze losbreekt uit haar eenzijdige affaire met de bioscoopmanager Mr. Ellis (Colin Firth), de ups en downs van haar mentale gezondheid en een nieuwe relatie die haar eenzaamheid verhelpt en haar opnieuw inspireert. Ze wordt verliefd op de jonge zwarte ticketscanner Stephen, gespeeld door Michael Ward, wiens aanwezigheid nieuw leven in de bioscoop blaast. De film toont niet enkel een oudere vrouw met een jongere man, maar een witte vrouw met een zwarte man in een periode waarin de raciale spanningen in Engeland hoog opliepen onder invloed van de racistische Skinheads en de zwarte protesten naar aanleiding van de New Cross Fire. Twee gebeurtenissen die expliciet aangehaald worden in de film. Zo speelt Mendes behendig met de onrust van het moment, zowel binnen als buiten de bioscoopdeuren.
Empire of Light bevat het eerste script dat Sam Mendes zelf schreef. Ook al wordt de film geprezen voor de knappe acteerprestaties van Colman en Ward en de vaak adembenemende visuals, voelt het script toch soms richtingloos aan. Het lijkt alsof Mendes te veel sociale en persoonlijke problemen tegelijkertijd wou tonen wat de samenhang van zijn verhaal ondermijnt. Toch heeft de film een hartverwarmend effect op al wie van cinema houdt, zo wordt bijvoorbeeld de projectionist (Toby Jones) en de passie voor zijn werk in alle glorie getoond. Empire of Light bevestigt alweer hoe een enorme impact een goede film op het bioscooppubliek kan hebben, of je nu in een volle zaal zit of helemaal alleen naar een middernachtvertoning kijkt.
“Empire of Light” van Sam Mendes met Olivia Colman, Michael Ward, Uk/Usa, 2022, score: 7,5/10 (EDL)
The Cathedral
Met zijn tweede langspeelfilm, The Cathedral, brengt Ricky D’Ambrose een minimalistisch portret over de eenzaamheid die een kind ervaart wanneer zijn ouders elkaar niet langer liefhebben.
De film biedt een intieme kijk in de twintig levensjaren van Jesse Damrosch (gespeeld door 4 verschillende acteurs) zoon van Richard Damrosch (Brian d’Arcy James) en Lydia Damrosch (Monica Barbaro). Jesse was gezegend met de gift van het leven, maar vergiftigd door de manier waarop zijn ouders dat leven ervaren. Waar hij snakt naar liefde, warmte en ouderlijke genegenheid, krijgt hij afstand en koude emoties. Daardoor zal die geborgenheid voor Jesse altijd een onvervuld verlangen blijven.
Narratologisch brengt D’Ambrose niets nieuws: een semi-autobiografisch verhaal over een kind dat worstelt met de scheiding van zijn ouders. Maar de stijl die hij gebruikt om dat verhaal te vertellen is bijzonder. Allereerst wordt de camera gepromoveerd tot de vertrouwenspartner van Jesse die zijn integere gevoelens respecteert en hem trouw volgt in zijn doen en laten. En opmerkelijk hierbij is dat de camera zo goed als altijd boven Jesse hangt daarvoor. D’Ambrose raakt hiervoor subtiel de poëtische filmstijl aan met een voorzichtige niet-religieuze verwijzing naar enerzijds de titel: de kathedraal als hoogste punt, wakend en beschermend over Jesse. Maar anderzijds ook naar Jesse’s grootmoeder die ‘always will watch over him’ volgens zijn vader.
Een intrigerende scène waarin de kracht van de camerastijl zichtbaar wordt, is wanneer Richard thuiskomt en op bed gaat zitten. Precies in dat kwetsbare moment, wordt de camera ingezet als een ‘point of view’ vanuit Jesse. Langzaam volgt de camera Richard die op het bed gaat zitten en schokkend begint te huilen. De moeder komt de scène binnen, kijkt naar de camera en draait met een koele houding de deur dicht. In slechts enkele minuten, beschermt de camera Jesse van de bittere realiteit die zijn toekomst zal kleuren: zijn ouders gaan scheiden en hij zal voortaan als verscheurd in het leven staan.
Vervolgens zijn de personages, net zoals de camera, statisch: een aaneenschakeling van picturale shots, die staan voor gebeurtenissen, met elke afwezigheid van levenslust en dynamiek. Afstand, koele blikken en rationaliteit gaan in dialoog met de nieuwsfeiten die vorm geven aan het verhaal op de achtergrond. De weinige keren dat D’Ambrose beweging gebruikt in zijn camera, is bij het uitzoomen van een 3-tal scènes die meestal ondersteunt worden door een synchrone voice-over.
Tot slot voelt het ook noodzakelijk om D’Ambrose nog een laatste keer te complimenteren met zijn gebruik van kleurenschema’s. Waar blauw staat voor hoop en dominantie staan grauwe kleuren als Jesse in beeld komt, voor de latere levensfases van zijn ouders: financiële problemen langs vaders kant, relationele spanningen langs moeders kant.
“The Cathedral” van Ricky D’Ambrose met Monica Barbaro, Brian d’Arcy James, Usa, 87 minuten, Score: 8/10 (TVDS)
Un Beau Matin
Na het bejubelde – maar uiteindelijk wat teleurstellende – Bergman Island, keerde Mia Hansen-Løve in 2022 alweer terug naar Cannes met Un Beau Matin. Het moet gezegd dat de Franse cineaste met elke film een beetje vooruit lijkt te gaan: deze uiterst tactiele – met dank aan terugkerend fotografieleider Denis Lenoir die prachtige beelden schiet op klassieke analoge 35 mm pellicule – en knap geobserveerde film, is alweer het beste dat de filmmaakster afleverde en misschien wel haar eerste echt volledig geslaagde prent.
“Un Beau Matin” van Mia Hansen-Løve met Léa Seydoux, Melvil Poupaud, Uk/Frankrijk/Duitsland, 2022, Score: 9,5/10 (DVB)
Vrijdag 14 Oktober
Film, The Living Record of Our memory
De Spaans-Canadese documentaire Film, The Living Record of Our memory, is een ode aan het bewaren, archiveren en restaureren van film en heeft dus alles om het cinefiele hart sneller te doen slaan. In twee uur tijd toont cineaste Inés Toharia Terán ons de vele obstakels die archivarissen en restaurateurs wereldwijd moeten overwinnen om te vermijden dat nog meer van het filmhistorische erfgoed verloren gaat.
Dat is een reis doorheen het verleden en doorheen de materialiteit van fragiele en vergankelijke dragers en langs de manier waarop beelden een apart geheugen van de (kunst)geschiedenis vormen. Die tocht is inhoudelijk rijk, al is dit ook wel een beetje een basispakket voor wie al enigszins vertrouwd is met het feit dat film, video en zelfs digitale opslag, bijzonder onderhevig zijn aan vergankelijkheid, inclusief het eeuwig herhaalde voorbeeld van nitraatfilm die blijft branden zelfs als je hem in water onderdompelt. Laat ons immers eerlijk zijn, het doelpubliek voor deze docu bestaat vooral uit mensen die zich toch op zijn minst een beetje bewust zijn van de problematieken die hier geschetst worden. Veel boeiender zijn dan weer de diepere kijk op de rol van welbepaalde filmarchieven, een initiatief als ‘Mostly Lost’ dat probeert te achterhalen waar onbekende stukken film vandaan komen, of de individuele verhalen over de redding van sommige films, zoals Faust van Murnau. Echt sterk wordt het wanneer er aandacht is voor ook ‘home movies’ en industriële opdrachtfilms, of wanneer interne tegenstellingen belicht worden, zoals het feit dat er veel meer geld is voor restauratie, terwijl preservatie minder ‘sexy’ is maar evenzeer fondsen nodig heeft. Dat laatste komt met een speciale vermelding voor ‘L’Imaginne Ritrovata’ in Bologna en het moment in 2018 waarop Martin Scorsese tijdens het ‘Cinema Ritrovato’ festival kwam praten over zijn stichting die films probeert te redden van de vergetelheid.
De inhoud en immense liefde voor het filmmedium die hier getoond worden, maken natuurlijk ook wel een beetje blind voor het feit dat dit vormelijk een wat ouderwetse en didactische documentaire aanpak is. In die zin heeft Film, The Living Record of Our memory als project het film minnende hart helemaal op de juiste plaats, maar moeten we het allemaal louter beoordelen op een inhoudelijke merites – wat op zichzelf in ieder geval er een meer dan degelijk en soms verrassend emotioneel document van maakt.
“Film, The Living Record of Our memory” van Inés Toharia Terán met Ann Adachi-Tasch, Laure Adler, Spanje/Canada, 2021, Score: 7,5/10 (DVB)
Zaterdag 15 Oktober
Het Gentse Filmfest draait op volle toeren en we duiken het weekend in met een hele reeks nieuwe recensies van ons team.
Rodéo
De Franse film Rodéo van Lola Quivoron maakte deel uit van de selectie ‘Un certain regard’ op het filmfestival van Cannes 2022 en won de Juryprijs. De opmerkelijke film over een jonge vrouw die in het motorcrossmilieu van de Parijse buitenwijken belandt, brengt ons niet enkel een uitdagend verhaal dat gendernormen doorbreekt, maar biedt eveneens een blik op de Parijse jeugd die in de marges van de samenleving vertoeft.
Vanaf de eerste minuten van de film wordt het vurige en ondoorgrondbare karakter van het hoofdpersonage al duidelijk. Julia, die binnen de motorcrew ‘B-mores’ gekend is als ‘Inconnue’, werd geïnspireerd door een vrouwelijke motorcrosser die Lola Quivoron tegenkwam op Instagram. De regisseur was al lang gefascineerd door ‘urban rodeo’ maar merkte op dat vrijwel alle motorrijders mannen waren en dat de vrouwen in dit wereldje verwacht worden aan de zijlijn te staan en de mannen aan te moedigen terwijl ze op hun achterwiel voorbijrazen. Rodéo verfilmt op unieke wijze wat er gebeurt wanneer een vrouw de boel komt dooreen schudden in een door mannen gedomineerde wereld. Actrice Julie Ledru, voor wie Rodéo haar eerste langspeelfilm is, werd perfect gecast voor de rol met haar wilde krullen en de spleet tussen haar tanden die het personage een roekeloze uitstraling geven. Julia infiltreert de motorcrew nadat een van de rijders verongelukt en ze hen overtuigt haar te laten blijven door motoren te stelen van rijken. Ze zet haar onschuldige charmes in en overtuigt de verkopers dat ze een naïeve jonge vrouw is die op hun Ebay-advertentie reageerde en een testritje wil maken, waarna ze wegscheurt met een opgestoken middelvinger.
Rodéo is een film gevuld met adrenaline en onstuimige personages die in beeld worden gebracht binnen de grijze banlieues waar op het eerste zicht weinig moois te vinden is. Toch weet Quivorons cinematografie – ondersteund door een krachtige soundtrack van hiphop en R&B – esthetische kanten van dit bestaan te tonen. Van het voorbijscheurende asfalt onder de motoren, tot charmante verlaten bootloodsen en industriële bruggen. Opvallend zijn de scènes waarin Julia geconfronteerd wordt met nachtmerries van vuur en geweld en verschijningen van de verongelukte motorrijder die ze in principe maar enkele uren gekend heeft. De cinematografie slaagt er echter niet in duidelijk te maken wat er juist omgaat in haar hoofd en wat die beelden die we te zien krijgen voor het publiek moeten betekenen. Ook de relaties tussen de personages lijken niet de tijd en uitwerking te krijgen die ze verdienen. Zo wordt bijvoorbeeld nooit duidelijk waarom een lid van de crew het zo zwaar op haar gemunt heeft. Zowel de protagonist als haar antagonist blijven grotendeels een raadsel voor het publiek. Met een knipoog naar Titane en de Franse liefde voor vuur en explosieve openingsscènes in films slaagt Rodéo er toch in het publiek te fascineren en maakt Lola Quivoron ons met haar eerste langspeelfilm nieuwsgierig naar meer.
“Rodéo” van Lola Quivoron met Julie Ledru, Antonia Buresi, Frankrijk, 2022, Score: 6,5/10 (EDL)
Alcarràs
De vertoning van Gouden Beerwinnaar Alcarràs werd ingeleid door regisseur Carla Simón met een korte videoboodschap. Ze vertelde over het semi-autobiografische karakter van de film aangezien ze zelf opgroeide in Catalonië waar de familiebanden en -tradities zo sterk zijn. De cast bestaat uitsluitend uit niet-professionele acteurs en actrices uit de Catalaanse provincie Lleida, die na een jaarlange castingprocedure geselecteerd werden. Simón vertelde hoe ze de uiteindelijk acteurs drie maanden lang liet samenwonen als een echte familie om tot een zo natuurlijk mogelijke omgang met elkaar te komen. Zo verkreeg de film zijn authentieke en hartverwarmende vorm gevuld met ontroerende, lachwekkende en uiterst herkenbare scènes.
In Alcarràs zien we hoe een familie perzikboeren geteisterd worden door conflict, zowel van buitenaf als binnen de familie. Het werk van de Catalaanse boeren wordt in gevaar gebracht door de extreem lage prijzen van groothandelaars en de wens van ingenieurs om zonnepanelen te plaatsen op de stukken grond die al generaties door boerenfamilies bewerkt worden. Daarnaast toont de film de interne perikelen die een hechte familie met zich meebrengt, van koppige vaders, broers en zussen die ruziemaken, tot het verdriet dat het verliezen van de agricultuurtraditie met zich meebrengt. Simón weet meesterlijk de bezigheden, emoties en verlangens van elke generatie binnen de familie te representeren. De jonge neefjes en nichtjes die samenspelen en enorm gehecht zijn aan elkaars gezelschap. De tienerzoon die aan het dagelijkse leven tussen de perzikbomen ontsnapt door te feesten en wietplantjes te kweken tussen de gewassen. De dochter die haar eigen identiteit en zelfvertrouwen tracht te vinden en tegelijkertijd de familieleden tegen elkaar beschermt met humor en empathie. De vader van het gezin zien we steeds gefrustreerder worden, waarop de moeder alsmaar hulpelozer reageert. Zijn frustraties weet hij echter wel af te reageren op de konijnen die een plaag vormen op de plantage en die hij samen met zijn zoon ’s nachts achternazit met een jachtgeweer.
Dit alles speelt zich af tegen een wonderlijk gefilmde achtergrond van Catalaanse landschappen. De zonovergoten scènes zijn gevuld met uitnodigende shots van oneindige rijen perzikbomen, kratten gevuld met het oranjerode fruit en uitgestrekte gronden die een speeltuin vormen voor de kinderen van de familie. Cinematograaf Daniela Cajias dompelt het publiek onder in de realiteit van de Solé-familie met long shots die hen binnen het landschap situeren en intieme close-ups die hun emoties onthullen. Alcarràs bevindt zich op de perfecte scheidingslijn tussen een socio-economisch drama dat het ergste scenario voor een lokale boerengemeenschap toont, en een huiselijk drama dat de banden en conflicten tussen familieleden inkadert. Een staaltje heerlijk realisme dat een even warm gevoel achterlaat als een dag op het Spaanse platteland.
“Alcarràs” van Carla Simón met Jordi Pujol Dolcet, Anna Otin, Spanje/Italië, 2022, Score: 9/10 (EDL)
Our Lady of the Chinese Shop (Nossa Senhora da Loja do Chinês)
Wanneer een Chinese winkeleigenaar een plastic Mariabeeldje introduceert in de Angolese hoofdstad Luanda, heeft dat meteen invloed op de levens van drie inwoners. Domingas is een moeder in diepe rouw wier tranen zich zelfs manifesteren via een lek in haar woning, de jonge Zoyo dwaalt rusteloos door de straten op zoek naar zijn hond en dan is er nog Pele, de megalomane kapper die uit eigenbelang datzelfde beeldje onder buurtbewoners wil promoten als een mirakel.
‘Our Lady of the Chinese Shop’ van Ery Claver met Cláudia Púcuta, David Caracol, Willie Ribeiro, Angola, 2022, Score: 7,5/10 (PV)
Zondag 16 Oktober
The Quiet Girl
In cinematijden waarin groot, grootser, grootst vaak overheerst, is The Quiet Girl haast ongezien. Dit ingetogen Ierse drama volgt een negenjarig meisje in de jaren 80 dat tijdelijk naar een gastgezin gestuurd wordt omdat haar eigen disfunctionele familie met de komst van het zoveelste kind even de handen te vol heeft om ook nog voor haar te zorgen.
De film is uiterst delicaat en breekbaar, net zoals het hoofdpersonage Cáit, een verwaarloosd kind dat onbegrepen en onbemind is. Haar verblijf ten huize Cinnsealach laat haar zien hoe affectie eruit kan zien en ze bloeit langzaam open. Gastmoeder Eibhlín drukt Cáit op het hart dat er geen geheimen zijn in hun huis, tot Cáit er toch eentje ontdekt dat haar net gevonden geluk op de proef stelt.
Cáit is een meisje van weinig woorden en bijgevolg zegt de film niet meer dan nodig. The Quiet Girl toont dat liefde in handelingen zit, zoals het kammen van haar of het aanbieden van een koekje, en niet in woorden die leugens kunnen bevatten. Ondanks het kleine verhaal is de film gevoelig en emotioneel, misschien zelfs een beetje op het manipulatieve af. Al kan dat vergeven worden doordat de fragiliteit van Cáit zo sober en vertederend vertaald wordt door nieuwkomer Catherine Clinch.
The Quiet Girl, of in het Iers An Cailín Ciúin, – gebaseerd op het Ierse kortverhaal Foster van Claire Keegan – is het filmdebuut van Colm Bairéad. De film viel al in de prijzen op meerdere festivals, waaronder de Berlinale, en is tevens de Ierse inzending voor de Oscars 2023.
“The Quiet Girl (An Cailín Ciúin)” van Colm Bairéad met Carrie Crowley, Ierland, 2022, Score: 8/10 (EVH).
What’s Love Got To Do With it?
Documentairemaakster Zoë (Lily James) moet op zoek naar een nieuw onderwerp voor haar volgend werk nadat het productiehuis besluit dat ‘honour killings’ niet luchtig genoeg zijn voor de huidige tijden. Haar jeugdvriend en buurjongen Kazim die besloten heeft akkoord te gaan met een geassisteerd – het nieuwe woord voor ‘gearrangeerd’ – huwelijk, blijkt het ideale topic te zijn. De Brits geboren Kaz is een succesvolle dokter die klaar is om zich te settelen en naar aloude traditie zijn ouders – en een matchmaking bureau gespecialiseerd in moslimhuwelijken – vertrouwt om die keuze voor hem te maken. Zoë kan dit maar moeilijk vatten en probeert zijn traject, en dat van anderen die kozen voor een geassisteerd huwelijk, in beeld te brengen. Ondertussen probeert ze ook haar eigen weg te banen doorheen haar rommelig liefdesleven.
Hoewel het onderwerp van deze documentaire gewichtig klinkt, is What’s Love Got to Do with It? een romantische komedie ‘pur sang’. De film exploreert in zekere mate wel thema’s als liefde en het huwelijk, en hoe beiden niet per se gelinkt hoeven te zijn, toch is het doel van de film in de eerste plaats om de kijkers te doen lachen, wat niet ondergeschikt hoeft te zijn aan een intens drama. Een originele komedie die inspeelt op de huidige samenleving zonder daarbij te opzichtig of zelfs te woke te zijn, is op zich al vernieuwend. What’s Love Got To Do with It ? bestaat grotendeels uit personages met Pakistaanse roots en toch is dit heel duidelijk een Britse komedie. Londen is immers een multiculturele samenleving – wat helaas nog te weinig op een respectvolle en toch accurate manier naar het scherm vertaald werd.
Veel van de humor vloeit echter wel voort uit net de culturele verschillen die heersen tussen deze twee families. Emma Thompson heeft de tijd van haar leven als de goedlachse, enthousiaste moeder van Zoë die dol is op haar Pakistaanse buren, ook al ontglipt haar zo nu en dan onbewust een nogal discriminerende opmerking, die dan tot een lachsalvo moet leiden. Tegelijkertijd tonen haar onvermoede pogingen om haar dochter te koppelen aan een geschikte partner dat zij in wezen niet zo verschillend is van haar Pakistaanse buren en hun ‘ouderwetse’ gewoontes.
Ondanks de kwesties die de film naar voren tracht te brengen, blijft What’s Love Got to Do with It? voornamelijk licht entertainment en hervalt de prent uiteindelijk toch in de clichés die we associëren met het genre. Toch voelt de film enigszins aan als een fris briesje in het romcom landschap. What’s Love Got to Do With it? is niet bepaald een must see op dit festival, maar is behoorlijk vermakelijk. De boog moet immers niet altijd gespannen staan.
“What’s Love Got to Do With it?” Van Shekhar Kapur, met Lily James, Emma Thompson, Shazad Latif, 2022, United Kingdom, Score: 7/10 (EVH)
Maandag 17 Oktober
Week twee op Film Fest Gent gaat van start
To the North (Spre Nord)
To the North (Spre Nord) verdient zijn plaatsje in de Officiële Competitie op FFG dankzij de knappe cinematografie, veelzijdige cast en magnifieke opbouw van spanning. De thriller is losjes gebaseerd op waargebeurde feiten uit 1996, het zogenaamde Dubai-incident omtrent vier verstekelingen op een schip van de rederij Maersk. De Roemeense regisseur Mihai Mincan wilde een verhaal brengen dat zijn publiek op het puntje van de stoel zou brengen en de aard van de menselijke ziel in vraag zou stellen. En of dat hij daarin slaagde! De slow burn belooft je twee uur lang vol spanning te laten afwachten tot de vlam eindelijk ontsteekt in een ethisch verontrustende climax.
To the North volgt twee jongemannen die stiekem op een containerschip naar de Verenigde Staten kruipen om zo hun ‘American dream’ geruisloos tegemoet te varen. Ze ontdekken echter al snel dat de Taiwanese kapitein van het schip niet erg gesteld is op verstekelingen en hun avontuur transformeert plots in een nachtmerrie. Mincan, die voorheen enkel bekend was met het maken van documentaires, weet op meesterlijke wijze doorheen de film de spanning op te bouwen en het schip steeds claustrofobischer te doen aanvoelen. Hij doet dit onder andere met indrukwekkende esthetische shots van het kolkende water onder het schip, de onheilspellende sigarettenrook die in een rechte lijn aan het tumult ontsnapt en de hoog opgestapelde containers die op zichzelf een doolhof creëren voor de verstekelingen en ieder die hen probeert te helpen.
Op het ritme van de deining, exploreert het verhaal het goede en het kwade, en alles wat daartussenin ligt. De thriller weet je als kijker mee te trekken binnen toxische werksfeer van de internationale crew en het morele dilemma waar zij mee geconfronteerd worden. In eerste instantie supporter je natuurlijk voor de Roemeense verstekeling, Dumitru. Je wilt dat hij de overkant van de Atlantische Oceaan en zijn nieuwe leven kan bereiken met behulp van de goedwilse Katholieke Filipijn, Joel, die hem een schuilplaats geeft en eten voor hem smokkelt. De Taiwanezen op het schip zijn duidelijk de slechteriken aangezien zij geen verstekelingen willen op hun schip en met een gerust hart geweld gebruiken om hiervoor te zorgen. De film doet je echter twijfelen wiens intenties goed of kwaad zijn, omdat hij er juist in slaagt je ieders standpunt te doen begrijpen. Joel helpt Dumitru omdat hij nu eenmaal een levende ziel is en niet verdient mishandeld te worden, maar de Taiwanese kapitein tracht de gehele crew en zichzelf te beschermen tegen een verstekeling die mogelijk zelf gevaarlijk is en die hen heel wat administratieve problemen zou opleveren. Hij verwoordt dit zelf als het kiezen tussen het goede en het eerlijke, want het goede kan niet altijd goed zijn voor iedereen, terwijl het eerlijke volgens hem steeds in het voordeel is van diegenen die het verdienen. Wie er nu uiteindelijk gelijk heeft – als dat al zo kan zijn – moet je zelf maar trachten uit te vissen.
“To the North (Spre Nord)” Mihai Mincan, met Nikolai Becker, Soliman Cruz, 2022, Bulgarije/Griekenland/Tsjechië/Roemenië/Frankrijk, Score: 8/10 (EDL)
Corsage
In Corsage wordt Elisabeth van Beieren – beter bekend als keizerin Sisi – zogezegd figuurlijk van haar korset ontdaan, terwijl de koorden steeds strakker aangespannen worden. De Oostenrijkse hertogin is bij het grote publiek vooral bekend via de zeemzoeterige, geromantiseerde Sissi-trilogie met Romy Schneider. Regisseur Marie Kreutzer brengt in deze prent een andere kant in beeld, die van een onrustige, depressieve vrouw die worstelt met anorexia en haar functie aan het hof. Wat waarheid en wat fictie is, is niet zozeer van tel. Corsage is dan ook geen biopic, maar een karakterschets van een fictief personage (die iets of wat gegrond is in de realiteit).
Vicky Krieps haar Elisabeth is rusteloos, eigenzinnig, onbeschoft, passioneel, maar bovenal ongelukkig. Nu haar veertigste verjaardag gepasseerd is, maakt ze zich nog meer zorgen over haar voorkomen. Een streng dieet, veel beweging en een waaier voor haar gezicht moeten haar ouderdomskenmerken verdoezelen. Daarom – en ook omdat ze geen inspraak heeft in keizerlijke zaken – ontvlucht ze steeds meer het Weense hof.
Naast de verzonnen verhaallijnen bevat de film nog meer doelbewuste anachronismen. Zo lijken de decors op de toenmalige kastelen, maar in een hedendaagse versie. De glorie is vergaan en hier en daar bemerk je zelfs een moderne deurklink. De achtergronden en locaties zijn vaak kaal en nietszeggend en weerspiegelen een zekere leegte en vlakte. Hierdoor krijgt het geheel iets dof en eentonig. Elisabeth blijft dralen en vluchten zonder dat er iets significant lijkt te veranderen.
Herinterpretaties van vrouwelijke koninklijken zijn de afgelopen jaren al succesvol geweest. Denk maar aan The Favourite van Yorgos Lanthimos uit 2018 of het recente Spencer van Pablo Larraín. En hoewel deze film initieel klinkt als een soort nieuwe interpretatie alla Marie Antoinette van Sofia Coppola, slaagt Corsage er niet in om echt de boel op stelten te zetten.
“Corsage” van Marie Kreutzer met Vicky Krieps, Florian Teichtmeister, en Katharina Lorenz, Oostenrijk/ Duitsland/ Luxemburg/ Frankrijk, 2022, Score: 6,5/10 (EVH).
Piaffe
De Duits-Israëlische kunstenares Ann Oren zet in haar werk in op visuele kunst in de brede zin van het woord, maar steeds met het oog op vraagstellingen omtrent genderidentiteit en lichamelijkheid. Oren denkt na over het fluïde aspect van wat norm is en over de relatie daarvan met geest en lichaam. Haar werk is gevuld met hybride creaties – plant, mens, dier – een element dat ook bepalend is voor haar langspeeldebuut Piaffe.
De plot doet vaagweg denken aan Peter Stricklands Berberian Sound Studio en draait om een jonge vrouw die het geluid moet verzorgen voor een scène waarin een paard een ‘piaffe’ uitvoert – een strikt gereguleerde dressuurbeweging die ter plaatse lopen inhoudt op een sterk geritmeerde manier. De zoektocht van de protagoniste vertaalt zich vervolgens in fysieke veranderingen zoals een staart die aan haar lichaam begint te groeien. Daaruit volgt een ongelooflijk fascinerende bespiegeling over de manier waarop het tegen de genormeerde definities van gender en seksualiteit ingaan – de staart is uiteraard een nauwelijks verholen metafoor voor mannelijke seksualiteit – nieuwe bespiegelingen vereist en een nieuw denkkader.
Oren bedient zicht op schitterende wijze van de beeldtaal van museale installatiekunst en werkt vooral op basis van associatieve patronen: het hoofdpersonage dat in een discotheek zelf een ‘piaffe’ uitvoert met zware schoenen aan, wordt bijna als in een ‘Kuleshov’ effect gemonteerd naast het schoonmaken van hoefijzers en het netjes in de ‘pas’ lopen op een gelijkaardig gevormd pad. Dat leidt tot een film die zich afspeelt in een surreële droomwereld, gevuld met betekenisvolle symbolen die de thematiek verder uitdiepen. Zonder ons te willen allerlei nadrukkelijk standpunten op te lepelen of godbetert politieke stellingnames op te voeren, slaagt Oren erin om haar concepten en vraagstukken te vatten in pure – bijna abstracte – vormen. Naast het gebruik van doordachte visuele metaforen, is Piaffe ook een prent die vragen stelt over de manier waarop kunst – film in casu – de (on) mogelijkheid heeft om die ideeën ook echt te vertalen naar mediumspecifieke termen. Er is het gegeven van de geluidsopnames die de film domineren, maar meer nog is dit bijna een illustratie van de moderniteitsthese van denkers als Jonathan Crary en Anke Gleber: hoe in de 19e eeuw de geboorte van de fotografie en het nieuwe concept van tijd dat de trein openbaarde (echo’s van Henri Bergson en Gilles Deleuze uiteraard), gekoppeld werd aan het mechanische van de filmregistratie voor de geboorte van een nieuw medium dat – zoals de muziek voorheen – tijd als essentie had en heeft. In handen van Oren die haar eigen achtergronden daaraan toevoegt, wordt dat een verbluffend kunstobject dat de kijker uitdaagt de rijke schakeringen de ontdekken die het herbergt.
“Piaffe” van Ann Oren met Simone Bucio, Ruth Rosenfeld, Duitsland, 2022, Score: 10/10 (DVB)
Dinsdag 18 Oktober
Nog vier dagen loopt het Film Fest Gent, onze recensenten blijven uiteraard tot de laatste dag recensies brengen
Matter Out of Place
In tien segmenten, gefilmd op diverse locaties gaande van de Malediven, Zwitserland, de Nevada-woestijn to Nepal, toont de Oostenrijkse documentairemaker Nikolaus Geyrhalter (Abendland, Our Daily Bread, Homo Sapiens) in zijn gekende stijl de weerzinwekkende omvang van het afvalprobleem op onze planeet. Door een te harde didactische toon te vermijden – er wordt nauwelijks een woord gesproken – geeft hij de kijker de vrijheid om de confronterende beelden naar eigen wens te ontleden. Tegenstrijdig genoeg zijn die vaak mooi, ook al kan je de stank bijna ruiken doorheen de vierde wand. De lange takes worden vaak vanuit een vast camerapunt gefilmd waardoor het gevoel van walging dankzij het effect van de abstracte beelden bijna verheven wordt tot kunst. Zo heeft de nauwkeurige registratie van het volledige logistieke proces van afval, inclusief het uitsorteren van plastic, een hypnotiserend effect, wat het observeren ondanks de urgente boodschap zowaar aangenaam maakt.
Het meesterschap van Geyrhalter als aanklager van onze ecologische voetafdruk uit zich tevens in de stille lofzang op de mensen die dagelijks hun handen letterlijk vuil maken om dit werk op te knappen. Enkele mooie voorbeelden hiervan zijn het volgen van een man die de steile straatjes van Katmandu met fiets en aanhangwagen trotseert om vuilnis op te halen, en de vrijwilligers die een shockerende hoeveelheid zwerfvuil van een strand rapen. Dat die berg achtergebleven plastic niet volledig toegeschreven kan worden aan lakse toeristen maar voor een deel juist het gevolg is van de strijd tegen afval, is een tragische contradictie die subtiel het frame binnensluipt als een bulldozer bij het afladen van een schip bij elke op- of neerwaartse beweging een stuk vuilnis terug in het water ziet belanden. De overheersende indruk waarmee je achterblijft is dan ook dat onze overbevolkte planeet een beetje met de kraan open aan het dweilen is.
‘Matter Out of Place’ van Nikolaus Geyrhalter, Oostenrijk, 2022, Score: 9/10 (PV)
Woensdag 19 Oktober
Nog een drietal dagen vooraleer de prijzen worden uitgereikt in Gent, ons team ter plaatse blijft films kijken en recensies plaatsen.
The Son
The Father, het filmdebuut van de Franse toneelschrijver Florian Zeller, was een gigantisch succes en hoofdrolspeler Anthony Hopkins won op 82-jarige leeftijd een Oscar voor zijn vertolking van een dementerende bejaarde. De verwachtingen lagen bijgevolg torenhoog voor Zellers tweede film The Son, opnieuw een adaptatie van zijn gelijknamig theaterstuk. Helaas worden de verwachtingen niet ingelost.
In The Father sleurde Zeller je mee in het hoofd van iemand die lijdt aan Alzheimer. Net zoals het hoofdpersonage was je verward, kon je de andere personages niet onderscheiden van elkaar en wist je niet wat echt was en wat niet. The Son wil op zijn beurt inzicht geven in hoe zwaar de realiteit is voor een 17-jarige tiener die worstelt met depressie. Alleen vertrekt The Son niet vanuit het perspectief van de zoon, maar vanuit de vader en hoe die probeert om te gaan met de innerlijke strijd van zijn zoon. Hierdoor is de film een stuk minder ingrijpend, zeker omdat de vader er niet bepaald op de meest aangewezen manier mee omgaat. De 17-jarige Nicholas begrijpt zelf niet waarom hij levensmoe is, al lijkt de pijnlijke scheiding van zijn ouders er wel iets mee te maken te hebben. In plaats van dat Zeller vertrekt vanuit die onwetendheid en diepgeworteld ongelukig zijn, kijken we naar Nicholas vanuit het standpunt van zijn ouders Peter (Hugh Jackman) en Kate (Laura Dern). Maar doordat beiden het verdriet van hun zoon niet vatten, wordt het als kijker moeilijk mee te voelen met Nicholas. Zijn pijn komt zo niet binnen en blijft louter een plotelement waar niemand iets mee lijkt te zijn.
Bovendien is de acteerprestatie van de jonge acteur die Nicholas vertolkt (Zen McGrath) vaak niet geloofwaardig, wat het inlevingsvermogen en empathie belemmert. Als kijker voel je je vooral gefrustreerd door het onbegrip waarmee de ouders de situatie benaderen. Bovendien is het bij The Son duidelijker dat de dialogen origineel voor een podium bestemd waren en niet voor het grote scherm. Veel van de conversaties ontbreken zo een authenticiteit. Dit alles zorgt voor een zeer afstandelijke prent, terwijl inleving en beleving net de sterkste aspecten waren van The Father.
The Son van Florian Zeller, met Hugh Jackman, Laura Dern, Zen McGrath en Vanessa Kirby, 2022, Frankrijk/ UK/ USA, Score: 6/10. (EVH)
Vrijdag 21 Oktober
Op de voorlaatste dag van het Gentse filmfestival bespreekt ons team nog twee van de meest in het oog springende titels die op het programma stonden.
Holy Spider
Met Holy Spider keert Iraanse regisseur Ali Abassi terug naar zijn thuisland om op weergaloze wijze de situatie aldaar bloot te leggen. Hij baseerde zich op het waargebeurde verhaal van de ‘Holy Spider’, een seriemoordenaar genaamd Saeed Hanaei die in de jaren 2000 en 2001 een aanzienlijk aantal sekswerkers ombracht in de Iraanse stad Mashhad. Het verhaal wordt deels verteld vanuit het standpunt van een journaliste, Rahimi (sterk vertolkt door Zar Amir Ebrahimi), die niet vertrouwt in de Iraanse politie om de misdaden serieus te nemen en de moordenaar te laten opdraaien voor zijn gruweldaden. Door de toevoeging van dit fictieve personage weet Holy Spider duidelijk te maken dat de toestand in Iran niet enkel nadelig is voor sekswerkers die als gevallen vrouwen en zondaars afgespiegeld worden door de fundamentalistische gemeenschap. Ook onze heldin belandt in moeilijke en corrupte situaties omdat ze een vrouw is die een rol opneemt die ze volgens sommigen niet hoort op te nemen. Ze weet zich echter feilloos te manoeuvreren doorheen deze wereld die haar zo wil tegenwerken. We volgen haar moedige zoektocht tot op de stoep van de moordenaar en verder.
De huiveringwekkend aangrijpende scènes van femicide laten een kil gevoel van ongeloof achter, vooral omdat de moorden gepleegd worden door een man die met volle overtuiging gelooft dat hij het juiste doet. De dader wordt vrijwel meteen in beeld gebracht waardoor we oog in oog komen te staan met hem in plaats van in volle spanning te wachten op een moment van onthulling. We zien hoe hij alle kenmerken vertoont die telkens terugkomen in de talloze documentaires over seriemoordenaars. Hij handelt uit een gevoel van mislukking omdat hij niet stierf als martelaar tijdens de oorlog, brengt bezoekjes aan de locaties waar hij de lijken achterliet, doet telefoontjes naar de pers om met zijn daden te pronken, kampt met mentale gezondheidsproblemen in de vorm van misleidende hallucinaties en leidt een dubbelleven als familieman. Grotendeels gefilmd met een handheld camera worden de onstabiele situaties letterlijk vertaald in beeld en word je als kijker rechtstreeks in de film geplaatst, alsof je een bijstander bent. Zo komen de scènes nog sterker binnen en ervaar je dezelfde gevoelens als Rahimi, van medeleven tot angst, verafschuwing en zelfs haat.
“Holy Spider” van Ali Abassi met Zar Amir Ebrahimi, Mehdi Bajestani, Denemarken/Duitsland/Zweden/Frankrijk, 2022, Score: 8/10 (EDL)
Bones and All
Na Call Me By Your Name (2017) en Suspiria (2018) gooit Italiaanse regisseur Luca Guadagnino het over een andere boeg met zijn nieuwste film. We wisten al dat hij een meester is in het in beeld brengen van een alles consumerende liefde, maar hij neemt deze uitdaging wel heel letterlijk in Bones and All. Gebaseerd op het boek van Camille DeAngelis vertelt de film het liefdesverhaal tussen twee kannibalistische jongvolwassenen, vertolkt door Taylor Russell en Timothée Chalamet. Ze maken samen een roadtrip op zoek naar zichzelf en een manier om met hun behoefte aan mensenvlees om te gaan (inclusief alle morele dillema’s die dit met zich meebrengt). Wie dacht (of hoopte) dat Julia Ducournau’s Raw uit 2016 de enige film ging blijven die zich waagde aan dit thema, had het alvast bij het verkeerde eind. Ook al belooft Bones and All een polariserende film te worden, hij won vorige maand wel al wel de Zilveren Leeuw voor beste regie op het Filmfestival van Venetië.
Guadagnino mixt op briljante en ongekunstelde wijze verschillende genres, waaronder slasher, romance en roadmovies. Daarbovenop kan de film bogen op de prachtige cinematografie die zowel de mooie Amerikaanse landschappen als de veelzijdigheid van de personages in de film weet te vertalen naar het grote scherm. Aan de hand van verschillende interessante cameratechnieken (panning shots, zooms, rotaties…) weet de film de blik van de kijker te vangen vanaf het begin. Hierdoor weet die al sluipend de spanning op te bouwen en tegelijkertijd op exact de juiste momenten het publiek te verrassen. Cameraman Arseni Khachaturan is een meester in het kaderen en samenstellen van zijn shots, zo slaagt hij er bijvoorbeeld in een van de meest intieme scènes van de film op een uitgestrekt grasveld te laten plaatsvinden en toch de personages knus te kaderen in het frame.
Bones and All brengt zonder twijfel een onconventioneel liefdesverhaal. We zien niet elke dag de grafische voorstelling van kannibalen op film en al zeker geen kannibalen met een rijke emotionele wereld gevoed door jeugdtrauma, de generatieoverdracht van de aandoening en hun nood aan liefde en gezelschap. Als metafoor voor het consumerende karakter van jeugdliefde kan Bones and All ook wel tellen, wat de film onverwacht heel herkenbaar maakt. De film toont daarbij hoe confronterend een relatie kan zijn tussen twee personen die heel erg op elkaar lijken, alsof ze voor een spiegel worden gezet en hun eigen spiegelbeeld voor het eerst ontdekken. Sterk acterend geven Russell en Chalamet een nieuwe (en vooral bloederige) draai aan het klassieke ‘Bonnie and Clyde’-verhaal. Zeker niet aan te raden voor kijkers met een zwakke maag.
“Bones and All” van Luca Guadagnino met Taylor Russell, Timothée Chalamet, 2022, Italië/VS/VK, Score: 8.5/10 (EDL)
Zaterdag 22 Oktober
Op onze Instagram pagina kan u in de ‘stories’ de prijsuitreiking volgen op het Film Fest Gent, de blog sluiten we af met een laatste recensie.
Coma
Van bij de start onthult regisseur Bertrand Bonello de poëtische essay-film Coma als een soort ‘companion piece’ bij zijn Nocturama uit 2016. Waar in die film de sociaal-politieke ideeën van de cineast nog vertaald werden in strikt nihilisme – de onmogelijkheid om in een wereld die alles recycleert tot loutere productie en kapitaal in de breedste zin van het woord, enige betekenis te hebben, laat staan mogelijkheid tot actie of vrije wil – lijkt Bonello in Coma, dat expliciet refereert aan de Corona-lockdown, een ietwat hoopgevender boodschap mee te geven. Nochtans staan ook hier weer dezelfde defaitistische concepten over de moderniteit centraal: betekenis en diepgang zijn onmogelijk omdat de structuren waarin we leven dermate zijn dat geen enkele uitweg – droom, kunst, creativiteit, liefde – kan ontsnappen aan een carrousel van eindeloze herhaling en – zoals de film treffend stelt – ‘mise en abyme’ die patronen recycleert. Het hoofdpersonage in de film, een tiener opgesloten in een appartement met als gezelschap een poppenhuis, een YouTube kanaal en lange zoom-gesprekken, is dan ook vruchteloos op zoek naar enige vorm van waarachtigheid, een idee of emotie die haarzelf kunnen toebehoren. Uiteindelijk lijkt de prent een opening te laten in de sublimatie van emotie in poëzie om het ‘perpetum mobile’ van de moderne mens te doorbreken, maar de vraag is maar of de film daar ook echt in gelooft gezien de schijnbare kwadratuur van de cirkel die het hart vormt van deze prent die dichter aanleunt bij een video installatie dan bij een echte speelfilm: dat zelfs het concept van een doorbreken van de structuren en zichzelf kunnen zijn, een idee is dat enkel gevoed wordt door de illusie van de structuren waarin we ons bevinden- anders gezegd, het laten zoeken naar die waarachtigheid is niet meer dan een bezigheidstherapie die het systeem in stand houdt – en op die manier sluit Coma dan toch weer verassend goed aan bij de these van Nocturama.
Heen en weer snijdend tussen verschillende plastische vormen – korrelig beeld, internet, haarscherpe HD, animatie en ‘Nuit Américaine’ opnames – weeft Bonello een mozaïek die zelf louter ‘mise en abyme’ is en die een bewust hermetische taal gebruikt om bespiegelingen die soms diepgaand zijn, soms verrassend banaal, aan te reiken aan de kijker, zonder dat die meer kan dan ze herschikken in mogelijke betekenissen – al is die bewuste ambiguïteit natuurlijk net deel van wat het werkstuk wil duidelijk maken.
“Coma” van Bertrand Bonello met Julie Faure, Louise Labeque, Frankrijk, 2022, Score 8/10 (DVB)