Een ervaren rot in het vak. Een vaste waarde in het folkmilieu, die al eens buiten de lijntjes kleurt. Een man met gevoel voor humor. Maar ook: een aimabel man die weet wie hij waard is, en zijn succes in de jaren 90 weet te relativeren.
Een kop dampende koffie en een amandelcroissant, meer is er niet nodig om Luka Bloom aan het praten te krijgen.
enola: Vorig jaar bracht je Wave Up To The Shore: 50 Years In 50 Songs uit. Waarom vond je het nodig om oudere nummers opnieuw op te nemen?
Luka Bloom: “Ik zat thuis en speelde “Wave Up To The Shore”, en plots realiseerde ik me dat ik al 50 jaar songs schrijf. Eerlijk gezegd had ik daar nooit bij stilgestaan, want ik leef niet in het verleden, ik kijk liever vooruit. Maar die realisatie deed me wel iets. En dus gunde ik mezelf een zomer om terug te kijken op mijn oeuvre. Tot mijn verrassing deed het echt deugd om terug te kijken en bepaalde songs opnieuw uit te vinden, alleen met stem en gitaar.”
enola: Je bent niet echt het nostalgische type?
Bloom: “Helemaal niet. The past is a foreign land. Ik ontken niet dat ik een verleden heb, maar ik ben er alleen in geïnteresseerd als ik er iets uit kan leren. Ik hou ook geen oude foto’s bij, ik neem de mensen zoals ze zijn op het moment dat ik ze ontmoet. Ik sta liever met beide voeten in het heden. Als je altijd terugkijkt, kan je toch niet van het heden genieten? Ik heb me enorm geamuseerd in New York toen ik er woonde in de jaren 90, maar je kan die tijden niet eeuwig blijven beleven. Voor mij is dat een afgesloten hoofdstuk.”
enola: Maar koester je de herinneringen?
Bloom: “Sommige. Het tweede en derde decennium van je leven zijn nogal intens, omdat je nog je weg zoekt. Opeens gaat het je toch voor de wind, en dat is heel leuk, maar tegelijkertijd een uitdaging. Terugkijken kan dus pijnlijk zijn, omdat je ziet wat je veroorzaakt hebt, maar je kan ook terugkijken en denken ‘oh, wat was ik fantastisch’. Als ik eerlijk ben, vind ik beide verkeerd.”
enola: Ben je zelf blij dat het succes pas kwam toen je al een eind in de dertig was?
Bloom: “Ik heb heel blij dat het geen decennium vroeger was, want ik zou er niet tegenop gewassen geweest zijn. Ik was nog veel te verward. Toen ik in New York aankwam, begon ik net alles op een rijtje te krijgen. Weet je, het grappige is dat het succes beter nog later zou gekomen zijn – tegen mijn veertigste stond ik nog steviger in het leven. Ik was redelijk onvolwassen als dertiger, maar toch ga ik niet klagen, het was een fantastische tijd, en het succes kwam volledig onverwacht.”
enola: Daarvoor moest je wel naar de andere kant van de oceaan.
Bloom: “Oh, maar ik ben niet de enige, kijk bijvoorbeeld maar naar Jimi Hendrix. Nu, ik had al drie platen gemaakt onder mijn eigen naam (Barry Moore), maar ik was alleen tevreden over het eerste album. Bovendien was het in die tijd niet bon ton om je eigen nummers te schrijven. Wat er ook nog bijkwam, was dat de mensen me zagen als iemand die nooit veel succes zou hebben – ook toen mijn songs beter en beter waren, zagen ze nog altijd geen brood in mij. Dat was het moment om ergens anders volledig opnieuw te beginnen. En in New York, Boston of Washington hadden ze helemaal geen idee wie of wat ik was.”
enola: Met Riverside en The Acoustic Motorbike werd je echt beroemd. Zijn er nu, ddertig jaar later, nummers waar je je niet echt meer in kan vinden?
Bloom: “Zeker, zo staat op Riverside “The One”. Ik schreef dat in 1988 toen ik op tournee was met The Pogues. En ik maakte me zorgen over Shane MacGowan en zijn alcoholconsumptie, ook al omdat ik hem graag had. Maar achteraf hoorde ik dat hij er niet zo gelukkig mee was. Had ik dat op voorhand geweten, zou het niet op plaat verschenen zijn.”
enola: Ik vond online deze markante uitspraak: ”I was often a sad and serious young man/child. But in songs, somehow the world made some sense” Waar kwam die ernst vandaan?
Bloom: “Die serieuze kant zit gewoon in mij. Ik was altijd al de meest serieuze van de familie. Ik was de jongste thuis, en er was veel verdriet toen, want mijn vader stierf onverwacht toen ik nog heel klein was. Maar toen ik een jaar of 14 was, vond ik een manier om met al die gevoelens om te gaan, en dat was heel therapeutisch. Ik kon mijn eigen manier van de blues creëren. En omdat iedereen vroeg of laat wel gelijkaardige ervaringen heeft, kan het publiek zich in mijn teksten terug vinden. Niemand gaat door het leven zonder last te hebben van de blues. Het zit gewoon in ons, en sommigen kunnen dat omzetten in muziek, ook al zijn het folk- of jazzy songs.”
enola: Wou je als kind net als je broer Christy zijn?
Bloom: “Hmm, interessant. Toen ik 7 of 8 was, ging hij op tour in Engeland en Schotland, en op die leeftijd vond ik dat best exotisch. Maar toen ik 14 was, luisterde ik naar James Taylor, Neil Young en Ralph McTell. Ik speelde al een paar jaar gitaar en ik besefte dat ik mezelf kon uitdrukken met gedichten en teksten. En dat was iets wat Christy niet deed. Hij was dan wel een fantastische folkzanger, maar hij schreef zijn eigen teksten niet. Christy was wel degene die de voorzet gaf, maar al gauw ging ik mijn eigen weg. Maar ik heb wel veel van hem geleerd, onder andere over het belang van hard werk. En het besef dat je publiek altijd je eerste prioriteit is, heb ik ook van hem opgepikt. Christy is en blijft mijn held.”
enola: Nog zo’n uitspraak: ”I joke that Barry Moore is who I am but Luka Bloom is what I do” Ken je het verschil zelf nog?
Bloom: “Daar zorgt mijn familie wel voor.”
enola: Ben je voor hen Barry of Luka?
Bloom: “Soms beiden, maar het maakt allemaal niet veel uit, want ze weten wie ik ben en waar ik voor sta. Plus, ze applaudisseren niet als ik de kamer binnenkom (lacht). Ik neem het niet al te serieus; het is een bijnaam, een naam die ik al meer dan 35 jaar gebruik, bijna half mijn leven.”
enola: Speel je liever alleen, of met andere muzikanten?
Bloom: “Als het over optredens gaat, speel ik liever alleen. Sinds ik jong was, ben ik alleen op de baan, als een troubadour. Sinds covid en de lockdowns realiseer ik me hoe kostbaar dat alleen spelen wel voor me is. Voor mij is een optreden meer dan alleen maar zingen – ik vertel ook heel wat, het voelt goed aan zo. Als dat niet zo was, zou ik andere muzikanten op het podium erbij willen. Mensen vragen me vaak of het niet eenzaam is op het podium, maar ik sta in een zaal vol mensen, en omdat er niemand anders bij me staat, krijgen zij mijn volledige aandacht. En zo moet het zijn.”
“Vlak voor covid bracht ik het album Bittersweet Crimson uit. Dat was wel met een volledige groep, en er waren plannen om die plaat te promoten met de volledige groep. Maar toen kwam corona en ging alles op slot. Voorlopig speel ik geen nummers uit dat album, omdat ze alleen volledig tie plaat heeft vermoord.”
“Als je me vraagt wat ik in 2020 en 2021 gedaan heb, dan zijn we snel uitgepraat. Ik wandelde. Ik las boeken en zwom in de oceaan. Ik slaagde er niet eens in om teksten te schrijven. Al moet ik wel eerlijk zijn, ik heb wel een instrumentaal album gemaakt, met een nieuwe gitaar die ik pas had. Dat album, Out Of The Blue, is het enige geschenk dat ik van covid gekregen heb. Zonder de pandemie zou ik er nooit aan gedacht hebben om een instrumentale plaat te maken, ik had er het geduld niet voor. Maar nu moest ik wel braafjes thuis zitten, er zat niks anders op.”
enola: Hoe zou je je manier van songschrijven nu omschrijven?
Bloom: “Traag, heel traag. Ik heb altijd al songs en teksten geschreven, maar dit is de langste periode dat ik doormaak zonder echt songs af te werken. Ik kan mij daarmee verzoenen omdat ik al veel albums uitgebracht heb.”
“Ik wil een nieuwe manier vinden om terug songs te schrijven. En het zit eraan te komen, maar ik moet geduld hebben, en daar heb ik vrede mee. Soms voel ik me terug een beginneling, maar ik probeer dat als iets goeds te zien. Ik hou niet van het woord writer’s block, want het is niet dat ik geen songs meer maak, het zijn alleen songs zonder woorden.”
“Gedurende de pandemie voelde ik me soms terug die beginneling: geen publiek, geen inkomen, geen platen. Een interessante tijd eigenlijk. En toen ging de wereld weer open, en wou iedereen weer de baan op. Ik heb bewust gewacht en mijn tijd genomen, want ik wou nog even in die rust en stilte van de lockdowns zitten. En ik ben blij dat ik die tijd genomen heb.”
enola: Maar nu ben je terug?
Bloom: “Inderdaad, maar het voelt anders aan. Rustiger, net zoals ik me rustiger voel.”
enola: Over je tourverslaving vond ik nog deze online: ”I have to force myself to stop touring, as it’s a kind of beautiful addiction”
Bloom: “Het is zeker een verslaving, er zijn voorbeelden genoeg van muzikanten die niet kunnen stoppen. Een waarom ook niet? Je moet je eigen kleren niet wassen, je hoeft niet te koken, en je doet elke dag wat je graag doet. Wie zou dat niet willen?”
enola: Toch zijn er muzikanten die klagen over het reizen tussendoor, het lange wachten, de hotels.
Bloom: “Als je je daarover druk maakt, moet je het niet doen. Ik word echt gek als ik muzikanten hoor klagen over het leven onderweg. Je bent volwassen, niemand dwingt je toch? Niemand heeft me ooit gezegd dat ik zanger moest worden voor de rest van mijn leven, ook mijn familie niet. Ik heb hiervoor gekozen. Ik heb totaal geen begrip voor muzikanten die zagen over luchthavens, hotels, of dergelijke. Stop daarmee! Ze beseffen niet dat ze een fantastisch leven hebben. Je doet elke dag wat je het liefst van de hele wereld doet, en de prijs die je ervoor betaalt, is dat je moet rondreizen, je bent al eens moe, het hotel of de zaal is niet altijd wat je ervan verwacht had. Dat kan gebeuren, maar dat soort muzikanten moet stoppen met zagen, want ze zien niet hoe geprivilegieerd ze zijn. Ze zouden dankbaar moeten zijn voor het leven dat ze leiden.”
enola: Je bent een eenzaat, die toch graag tourt en in het gezelschap van anderen vertoeft. Hoe verklaar je dat?
Bloom: “Voor mij is het de perfecte combinatie. Ik hou echt wel van mensen, ik ben een sociale eenzaat. Maar hoe ouder ik word, hoe beter ik alleen kan zijn. Wanneer ik thuis ben, zie ik bijna niemand. En ik vind mezelf heel goed gezelschap. Ik hoef niet echt anderen rondom mij. Ik ga ook minder naar optredens – alleen als ik echt iets wil zien, kom ik mijn kot uit.”
enola: Kan je verklaren waarom je zo succesvol bent in België en Nederland?
Bloom: “Nee, en het is belangrijk dat ik dat niet probeer.”
“Ik was in New York toen ik hoorde dat ik succes had in Nederland, en ik was zo gelukkig, want dat betekende dat ik eindelijk in grotere zalen kon optreden. Begin jaren 80 woonde ik even in Nederland, en toen kon ik enkel in cafés optreden. Dus je begrijpt dat ik erg gelukkig was met het succes. In België lag het anders: terwijl ik Nederland veroverd had via mijn platen, moest ik hier voet aan wal krijgen via mijn optredens op festivals. Ik heb ze allemaal gedaan, Cactus in 1991, in de gietende regen. Dat optreden herinner ik me nog goed, want ik was zo verbaasd dat het publiek gewoon bleef staan. En op Marktrock in 1993 moest ik om 1 uur ’s nachts optreden na Iggy Pop, dat was ook niet evident. België veroveren ging wat trager, maar als ik eerlijk mag zijn, kom ik nog altijd graag hier, want er zijn hier ook zo’n fantastische zalen. De Roma is mijn favoriete zaal van de hele wereld.”
enola: Waar speel je het liefst, in een zaal of op een festival?
Bloom: “Beide. Als iemand een ticket koopt voor een zaalshow, dan doen ze dat omdat ze die artiest kennen en willen zien. Maar als mensen naar een festival komen, kennen ze misschien vijf artiesten op de volledige affiche. De uitdaging voor mij is dan om aan die groep mensen die niet speciaal voor jou komen, iets te laten horen dat ze daarvoor nog niet kenden. Ik hou wel van die uitdaging.”