Zo zal het ook zijn: eenmaal de initiële paniek is gaan liggen – het stuk dat elke rampenfilm samenvat in enkele massashots maar bij Invasion een volledig eerste seizoen was – gaat het brein in survival modus. En daarmee werd deze horrorreeks meteen een pak klassieker van snit. En dat is jammer.
Toen Invasion mid-pandemie landde, voelde dat akelig accuraat. We zaten met een raar, ongrijpbaar en onzichtbaar beestje en zo voelde het ook voor de personages. Er gebeurden vreemde dingen in hun wereld, maar het zou vijf afleveringen duren voor duidelijk werd wat er aan de hand was: een overval door buitenaardse wezens die onze planeet langzamerhand omvormen tot een die vooral voor hen leefbaar is.
Daar begint ongeveer het tweede seizoen. Er zijn meer en meer plekken waar de lucht ondraaglijk is, in de leefbare gebieden probeert de mensheid zich staande te houden. We vinden Aneesha (Golshifteh Farahani) met haar twee kinderen terug ergens in het noorden van de Verenigde Staten, op de vlucht naar God weet waar – als er maar geen aliens zijn. Ze zijn geroutineerde survivors geworden, maar vallen bij een actie vol overmoed niettemin in handen van achtereenvolgens het leger en The Movement, een schimmige revolutionaire beweging waarvan de drijfveren nooit helemaal duidelijk worden.
Trevante duikt ondertussen op in het stadje waar helemaal aan het begin van het eerste seizoen sheriff John Bell verdween en in Engeland gaan de vier kinderen op zoek naar hun klasgenoot Caspar, die met de ruimtewezens leek te kunnen communiceren. En dan is er nog Mitsuki, die door de griezelige (hallo, Elon Musk) ondernemer Nikhil Kapoor (Shane Zaza in Duivelse, overactende doen) wordt ontvoerd naar de Amazone, waar een ruimteschip van de indringers is gecrasht. Haar relatie met psychologe Maya Castillo die haar moet klaarstomen voor haar gedwongen deelname, is ook op acteervlak aanvankelijk houterig, maar wordt langzamerhand het hart van dit seizoen.
U voelt het aan bovenstaande samenvatting: we hebben hier dan toch een middle-of-the-road apocalypsflick aan onze fietsbel hangen. Alle mysterie, alle geladenheid van het vorige seizoen – alle menselijkheid zelfs – is aan de kant geschoven voor de plot. Of beter de verschillende subplots: de actie raast op drie verschillende continenten door en pas tegen het einde aan worden de nodige verbanden gelegd. Ondertussen weet je dan nog altijd niet wat dat woord ‘wajo’ wil zeggen.
Het maakt van dit tweede seizoen een minder emotionele rush. Dit is popcornkijken, waar toch wel genoeg bij te genieten valt. De tocht door de Kanaaltunnel richting Frankrijk is spannend, de sci-fi-actie in het ruimteschip intrigerend. Vervelender zijn de amoureuze intriges die in alle verhaallijnen wordt verwerkt: is er iets saaiers dan pubers die verliefd worden terwijl ze bezig zouden moeten zijn met het redden van de wereld? Aan de andere kant zie je Aneesha langzamerhand ontdooien voor de leider van The Movement (Enver Gjokaj in full Pedro Pascal-modus). Het is allemaal van een ‘jaja, het zal wel’-gehalte.
Even storend zijn de clichés. De speech die Aneesha houdt om onwillige rebellen te overtuigen een militair kamp te overvallen is zo geloofwaardig als Geert Wilders die er voor iedereen belooft te zijn. De WDC, die lichtjes naar de VN meurende wereldregering waarvan de president nogal autoritair handelt? Stinkt naar complottheorie. Je wil bijna roepen “Er. Is. Geen. Wereldregering.” En er voor de zekerheid aan toevoegen “En de VN zijn al decennia lang een grap”.
Daartegenover staan de momenten waarop de boel nog altijd klikt. Dat is vooral als opnieuw die menselijkheid van het vorige seizoen in focus komt. De breekbaarheid van de jonge personages is soms ontroerend. Je ziet dat hier geen veel te oude acteurs voor zijn gecast. De relatie tussen Mitsuki en Castillo krijgt gaandeweg iets moois. En natuurlijk wil je al die tijd gewoon eindelijk weten hoe de vork in de steel zit met die aliens, maar dat blijkt uiteindelijk toch voor de volgende keer – als Apple niet cancelt, want dat weet je tegenwoordig nooit.
Van een serie met een bijzonder kantje is Invasion zo erg ‘gewoon’ geworden. Entertainment, waar het eerst iets meer leek te bieden. Dat is even slikken in het begin, maar wie zich daar over zet, houdt genoeg amusement over.