De Nederlandse producer Jelee trakteert ons op zijn nieuwe album Soil op spacy en hoofdzakelijke instrumentale beats.
Soil dus, als in: de bodem. Jelee zelf spreekt over de titel als een verwijzing naar de verschillende voedingsbodems waaruit dit album kon groeien. Eerst en vooral is er die vruchtbare Nederlandse bodem. Zo supporteren alle (gast)muzikanten voor Oranje: multi-instrumentalist Guido Hoek blaast ruimte in “Devour the Sun” aan de hand van Ry Coodereske gitaarlijnen en dj/producer Mo Wrights legt tapijtjes van keyboard onder de voeten van “Aquifer”. De enige stem die u zal horen (op “Controller” en “Entrance – In Trance”) behoort toe aan de zangeres met de toepasselijke naam Erosi. Daarnaast zijn de producer en het label Nederlands, werd de fantasierijke hoes ontworpen door de Amsterdamse Charayda Andeloe en zijn ook de reefers die u best opsteekt alvorens dit album te beluisteren bij voorkeur gevuld met eigen kweek van boven de landsgrens. Dit is geestverruimende shizzle uit goede groes.
Een tweede voedingsbodem is de ervaring die Jelee na jarenlang oefenen heeft opgedaan. De producer neemt weliswaar afstand van de meer samplegebaseerde beats die hij vroeger maakte, maar die technieken waren het perfecte zaaisel voor de ambacht die hij nu oogst. In plaats van muziek te pikken, creëert hij ze nu zelf door aan de slag te gaan met jazzy progressies en crunchy geprogrammeerde beats. Ze gaan van laidback hiphop tot meer dansgeoriënteerde passages (“Hourglass” dat hottert en stottert als een mankebeen) en een sambavibe op de titeltrack. Zo vormen ze de basis voor de soundscapes waarin Jelee een wereld van videospelletjes wil oproepen. Naast de standaard popmuziek waren de soundtracks van computergames immers de eerste muziek waarin hij zich kon verliezen en waarmee hij vervolgens aan de slag ging. Moge geen enkele ouder zijn kinderen nog verwijten dat veel gamen tot niets leidt.
Drumpatronen worden als pixels in diverse patronen gelegd en maken elke songtitel tot een eigen level waarin voldoende te beleven valt. Instrumentale beats zijn en blijven natuurlijk wat ze zijn, maar hier valt zeker voldoende afwisseling te rapen. “BANGBANG” werd begrijpelijk als eerste single gelost: de tijd strekt zich in verschillende richtingen uit, de bang bang’s schieten ons om de oren als zaten we in een Max Payne-game op bullet-time, terwijl oosters aandoende riedels de boel infiltreren en weer lamleggen. Kettingen rammelen als rusteloze zielen doorheen onze schedelpan en zullen nog terugkeren op andere nummers: op “Devour The Sun” jagen ze een hoop rusteloosheid in onze botten en op “Oasis” – dat zompig borrelt als bellen in de waterpijp – ratelen ze rustig voor ASMR-adepten. Het zijn zulke kleine elementen die de verschillende nummers aan elkaar weven. “Final destination” doet ons mooi uitgeleide.
Kortom: het concept van Soil is mooi uitgewerkt en het album klinkt bij momenten spacy als Final Fantasy, dromerig als Legend of Zelda en speels als dat eindeloze riedeltje van Tetris. Als referenties komen we hier uit bij – wie anders wanneer we over beattapes spreken? – J. Dilla en het meer toegankelijke kwadrant van het Brainfeeder label. Jelee maakt hiermee niet het album dat de wereld zal veranderen maar wel een waarop het drie kwartier lang aangenaam tijdverdrijven is. Level up!