Na vele maanden wachten staan daar plots vier heerschappen met een berenmuts aan onze voordeur. Hoera, Badbadnotgood is gekomen, alsnog! We laten ze binnen in de Ancienne Belgique om te ontdekken of ze met de frisse, nieuwe sound vanop hun laatste album, Talk Memory, het publiek weten in te pakken zoals ze dat daarvoor al zo vaak deden. Na twee uur hengsten op hun innemende mantra’s besluiten we: geslaagd, met onderscheiding.
“We moeten nog eens afspreken!” Ken je het? Van die vage kennissen of collega’s die deze dode zin tot in den treure blijven herhalen, terwijl zowel jij als zij weet dat er nooit iets van in huis zal komen. Dus doe geen moeite en hou je agenda niet vrij. Tenzij het Noorderlingen betreft. Nadat we eerder dit jaar alsnog mochten genieten van een geweldige show van het Noorse Jaga Jazzist na ettelijke malen te zijn uitgesteld – daar is-ie weer, Ome Corona – betreedt ook het Canadese Badbadnotgood na twee jaar wachten, zuchten en uitstellen de Belgische planken. En wat zijn we daar blij om, want Talk Memory uit 2021 was op zijn zachtst gezegd een herbevestiging van hun buitenaards kunnen. Jazz, hip-hop, rock, allemaal de blender in, en dan de frisse impulsen van Braziliaans componist Arthur Verocai en Amerikaans hip-hop producer Terrace Martin erbij: een klasbak van een schijfje. Met grote verwachtingen naar de Ancienne Belgique, dus.
Het concert was aangekondigd als onderdeel van de Talk Memory tour, en dat was niet gelogen: zo goed als alle tracks uit hun meest recente plaat passeerden de revue. Te beginnen met de machtige opener “Signal From The Noise”: negen minuten lang, met een mysterieuze en trage opbouw richting die voor de groep zo karakteristieke ritmische climax. Gebalde drums, dito bas, en freewheelende sax, overgoten met een schichtig om zich heen kijkend orgeltje. We mogen hierna even naar adem happen terwijl drummer Alexander Sowinski even een shout-out doet – niet de laatste die avond – naar onze DJ Lefto, de Brusselse muzikale alleseter die reeds kwam opdraven in het voorprogramma. De heren kennen hun vrienden, en wij nu ook.
Even een jam laten passeren, en dan verder met “City Of Mirrors” en “Unfolding (Momentum 73)”. De nummers worden correct afgewerkt; ze klinkt zoals op de plaat, zonder extra toeters en bellen maar ook zeker niets minder. Complex gelaagde nummers van aanstekelijke, strakke ritmes, dat zijn we wel gewoon van hen, maar het geheel klinkt opvallend beheerst. De heren hebben hun interne demonen enigszins weten te temmen en spelen ermee, eerder dan andersom. Het gevolg is dat de muziek minder gejaagd klinkt; centraal staan vaak de saxofoondrones van Leland Whitty die werken als een trage hypnose; meer Pharoah Sanders’ spirituele jazz en minder balorige nineties hiphop. Wat ook extra opvalt zijn de accenten van Felix Fox’ orgeltje die soms wat als Braziliaanse popmuziek uit de jaren zestig klinken – de invloed van Verocai?
Dan volgt “Confessions”, het enige nummer vanop een eerdere plaat, III, met name. Een schreeuw van herkenning in het publiek, de kopjes gaan vlot mee, maar achteraf moeten we toch toegeven dat het wat minder intens klonk dan we gewoon waren. Lag het aan het geluid, of aan de focus op de controle over hun muziek? Wat er ook van zij: lang blijft dit gevoel niet hangen; er volgt een geweldige remonte met “Beside April” waarin de gitaar van Whitty – ja, ook dat kan hij geweldig, we vermoeden dat hij waarschijnlijk ook nog begenadigd jongleur is en zeven talen spreekt – op de voorgrond treedt als een snerpende echo zoals in “Maggot Brain” van Funkadelic. De set gaat naar een hoogtepunt toe en het publiek geraakt steeds meer in vervoering. “Love Proceeding”, de reprise van “Beside April” en afsluiter “Talk Meaning” doen exact wat we willen: de betovering in het album eindelijk op het hongerige publiek loslaten.
En niet enkel de muziek weet het publiek in extase te brengen; de band bevindt zich temidden een projectie van grofkorrelige camerabeelden die taferelen uit de street life van een grootstad – Toronto? – laten zien. Breakdancers, kids op BMX-fietsjes, en als bij “Talk Meaning” een clip wordt getoond van een baseball die weggeslagen wordt, vraagt drummer Sowinski het publiek om bij elke zwaai van het bat te joelen; zo blijft iedereen bij de les na twee uur instrumentale muziek. In de bisronde worden we tot ons grote plezier weer aan het werk gezet als we het centrale thema uit “Na Boca Do Sol”, een cover van Verocai, mogen meezingen. En zowaar, we sluiten af met een parelende traan in de ooghoeken: de groep speelt namelijk “The Chocolate Conquistadors”, het nummer dat ze maakten samen met de betreurde MF Doom, voor een gigantische projectie van ’s mans iconische masker.
We verlaten de zaal dus met een voldaan gevoel. We zien een groep die matuur geworden is en dit perfect weet over te brengen op een breed publiek dat misschien minder jazz-minded is. Vermoedelijk vanwege de ritmiek die van elk instrument uitgaat; ze dragen alle bij tot een volmaakte groove die aanstekelijker is dan het gemiddelde griepvirus. We proberen dus het gevoel na dit concert bij te houden in een doosje zodat we ernaar kunnen teruggrijpen op de momenten waarop we haast zouden vergeten hoe intens muziek kan zijn. Onze agenda voor de komende vijf jaar is nog betrekkelijk leeg, heren, just sayin’.