Toen de eerste trailer verscheen voor Bullet Train (niet te verwarren met de veel betere gelijknamige Japanse thriller uit 1975 van Jun’ya Satô) was zowat de enige bedenking die opkwam ‘wordt dit soort films nog gemaakt?’. Alles in het promotiefilmpje voelde aan als een slechte actiefilm uit de jaren negentig: een typische Tarantino ‘rip-off’, het soort prent waar een regisseur als Guy Ritchie een patent op had en die steevast een schaamteloze en inspiratieloze kopie was van het idioom van vernieuwing dat Quentin Tarantino bracht met Pulp Fiction.
Dat Bullet Train helemaal beantwoordt aan die beschrijving is overduidelijk: de dialogen tussen de personages – inclusief allerlei tussenwerpingen die illustreren waar ze het over hebben – proberen krampachtig hip en kleurrijk te zijn, terwijl al wat we zien en horen in het beste geval derderangs Kill Bill of Pulp Fiction is (het moet trouwens gezegd dat ook Tarantino zelf sinds Deathproof enkel dit soort aanpak gewoon recycleert, zonder er nog iets wezenlijks aan toe te voegen). Het stopt helaas niet bij de dialoogregie. Bullet Train probeert evengoed de gefragmenteerde verhalende structuren van voorbeelden uit de jaren negentiennegentig – The Usual Suspects, Reservoir Dogs – dunnetjes over te doen. Alle personages in deze lege actiekanjer over een stel huurmoordenaars die elkaar naar het leven staan op een hogesnelheidstrein die van Tokyo naar Kyoto raast, krijgen eigen hoofdstukjes en tussen de lineaire actie door uiteengezette achtergrondverhalen.
Al die goedkope pastiches worden aangedikt met banale humor die inderdaad helemaal weggelopen is uit een Guy Ritchie-film, én met de hysterische en onnozele actie die een beetje het handelsmerk is van regisseur David Leitch, de man die ook al verantwoordelijk was voor ondingen zoals Dead Pool 2 en Fast and Furious Presents: Hobbs & Shaw. Niet alleen is die actie vervelend en repetitief (en herkauwt ze voortdurend de John Wick en The Matrix – franchises), ze wordt ook nog eens geschraagd door lelijke speciale effecten en dito cinematografie van Jonathan Sela, de ‘DP’ die zich ook al van zijn slechtste kant liet zien in Transformers: The Last Knight, The Lost City en Max Payne. Al die onbekijkbare onzin wordt agressief gemonteerd op popsongs (waaronder een Japanse versie van Bonnie Tylers I Need a Hero) en wordt opgediend door een eindeloze reeks bekende gezichten. Aangezien Leitch een verleden heeft als stuntman en jarenlang de ‘dubbel’ was voor acteur Brad Pitt, kan hij voor de hoofdrol een beroep doen op de sterrenstatus van die laatste, meteen ook de vlag waaronder deze potentiële ‘zomerblockbuster’ moet gelanceerd worden. Pitt lijkt zich te amuseren met zijn flauwe personage van een huurmoordenaar met existentiële twijfels, jammer genoeg is hij de enige.
Naast hem duiken ook Aaron Taylor-Johnson, Joey King, Brian Tyree Henry, Michael Shannon en Sandra Bullock op; terwijl de Japanse zijde van deze Amerikaans-Japanse co-productie wordt ingevuld door Masi Oka, Andrew Koji en Hiroyuki Sanada. Allemaal mogen ze meedraaien in de mechaniek van deze stomvervelende actieprent, met vlag en wimpel het slechtste dat het genre deze zomer te bieden had.
Ben het eens met deze recensie. De film is behoorlijk slecht. Men probeert geforceerd leuk te doen en de dialogen zijn niet boeiend en niet grappig.
Waar ik het totaal niet mee eens ben is dat Guy Ritchie Quentin Tarantino zou kopiëren. Hij heeft toch echt wel zijn eigen stijl vind ik, met zijn in Engeland gesitueerde films, met rauwe look, unieke personages met droge Britse Humor en verhaallijnen die alle kanten op lijken te gaan, waar Tarantino weer heel Amerikaans is, met zeer gestileerde omgevingen en meer overzichtelijke verhaallijnen.