Op Time Skiffs staan geen slechte songs. Alleen klinken ze allemaal alsof ze twee decennia geleden al hadden kunnen bestaan. Deze plaat is het geluid van bezadigde zoogdieren zonder zorgen.
Met ruim twintig jaar en veertien albums achter de kiezen heeft Animal Collective nog weinig te bewijzen. De groep rond Avey Tare en Panda Bear bracht maar liefst zeven albums uit tussen 2000 en 2005 en wist met Campfire Songs (officieel uitgebracht onder bandnaam Campfire Songs) en Sung Tongs voor het eerst een ruimere aandacht te trekken met hun mix van psychedelica en folk, waarbij Beach Boys-achtige harmonieën geregeld om de hoek kwamen loeren. Het grote succes volgde een paar jaar later met het alom geprezen Merriweather Post Pavillion (2009), dat popmuziek naar nieuwe hoogten stuwde zonder ook maar een moment de unieke stem van Animal Collective te verloochenen.
De hooggespannen verwachtingen voor het album werden weliswaar volop ingelost maar het jammerlijke gevolg ervan was ook dat de band erna gewoonweg niet meer spannend klonk. De tijdsduur tussen twee opeenvolgende platen werd ook langer, twee jaar werden drie en finaal vier. Met Time Skiffs volgt het vierde album in de dertien jaar sinds de ‘doorbraak’, de soundtrack Crestone in 2021 niet te na gesproken. En wat op vorige albums al zo aanvoelde, mag nu definitief heten: de fut is er uit. Niet dat Animal Collective opeens slechte albums uitbrengt, de meeste ervan kunnen moeiteloos naast hun jongere broertjes staan. Alleen wist de band toen nog iets nieuws en spannends te brengen en had ze de vinger aan de pols van de tijd, terwijl Animal Collective nu vooral voortborduurt op een geluid dat niet langer intrigerend is maar vooral of misschien gewoon aangenaam in het gehoor ligt.
Dat de vier leden – ook het meest los-vaste lid Deakon is van de partij – ondertussen ouder, bezadigder en in het geval van Panda Bear en geologist ook `brave huisvaders` geworden zijn, speelt ongetwijfeld een rol. Net zoals het feit dat de meeste songs tijdens de pandemie opgenomen zijn en de bandleden elkaar digitaal opnames en ideeën doorstuurden. Naar eigen zeggen duurde het soms weken om over iets eens te geraken waar het in andere tijden, met interactie in de studio op enkele seconden uitgeklaard zou zijn. Het leidt er echter ook toe dat singles als “Prester John” (ook het eerste nummer dat de band afwerkte), “Walker” of “Strung With Everything” niet meteen bruisen van vitaliteit of de aandacht weten te trekken. Dat die beide nummers bovendien flirten met de zeven minutengrens helpt al evenmin.
Hoewel geen van de songs slecht zijn, klinken ze evenmin als uitschieters op een album dat als geheel zijn waarde haalt uit zijn voortkabbelende natuur. “We Go Back”, de laatste single, lijkt zowat als enige een belofte van meerwaarde in zich te dragen maar dat volstaat niet om de plaat naar een hoger niveau te tillen. “Passer-By” klinkt als een afdragertje van My Morning Jacket, een gevoel dat het afsluitende “Royal And Desire” ook in zich draagt. Opener “Dragon Slayer” weet zijn psychedelica meer richting pure rock te sturen maar overtuigt daarin net zo min als “Car Keys” dat niet eens van zichzelf overtuigd is ondanks enkele leuke insteken. Het bijna acht minuten durende “Cherokee” is misschien wel het meest symbolisch voor het album op z’n geheel: het kabbelt maar voort, laat wat kekke geluidjes en leuke insteken horen maar is naar de achtergrond verdwenen nog voor iemand beseft dat de song goed en wel gestart is.
Time Skiffs klinkt alsof het opgenomen is in een tijdcapsule, in die eerste tien jaar van het nieuwe millennium toen psychedelische folkrock nog in schitterende kleuren het weefpatroon van de ‘alternatieve’ muziek bepaalde. In de tussentijd zijn die patronen vervaagd. Een nieuw publiek zal zijn weg niet vinden naar Animal Collective en al helemaal niet met dit laatste album. Voor de fans van weleer zal Time Skiffs als een vertrouwde vriend aanvoelen die de geplogenheden kent en niet onnodig zal schofferen. Memorabele verhalen heeft deze vriend niet te vertellen, maar het samenzijn zal nooit echt pijnlijk zijn.