De laatste Jonathan ligt in de winkel. Met De weg naar Yeshe zet de Zwitserse tekenaar Cosey een punt achter zijn belangrijkste creatie. Hoewel Jonathan zijn ups en downs kende, is dit zeventiende album een mooie afsluiter van een reeks die onmiskenbaar tot de verbeelding sprak.
Met Jonathan liet de Zwitserse auteur Cosey midden jaren zeventig immers een frisse wind door het beeldverhaal waaien. Helemaal in de tijdgeest van de sixties, die in Europa net iets later begonnen, werkte Cosey een strip uit rond een jongeman die op een motor de Himalaya intrekt. Die jongeman, Jonathan, was niet zomaar iemand: Cosey baseerde hem op een van zijn vrienden, die effectief per moto in Azië aan het zwerven gegaan was en waarvan, na een ongeluk, niets meer vernomen werd. Na Jonathans mysterieuze verdwijnen, besloot Cosey zijn vriend op papier verder te laten leven.
De strips rond Jonathan wisten te begeesteren. Zeker de eerste verhalen spraken tot de verbeelding. In een tot dagdromen aanzettende tekenstijl leverde Cosey albums af waarmee hij aantoonde dat je geen Held nodig hebt om een boeiend verhaal te vertellen. Na het stopzetten van het weekblad Kuifje kwam in de jaren tachtig eveneens een einde aan de reeks Jonathan. Althans voor even: in 1997 pikte Cosey de draad echter opnieuw op en sindsdien verscheen zo nu en dan een nieuw verhaal om vandaag, 45 jaar na de start, nogmaals en definitief te eindigen, met nummer 17: De weg naar Yeshe.
Bij aanvang treffen we Jonathan op weg naar het klooster van Yeshe, waar hij met Drolma heeft afgesproken. De afspraak, voorzien in juni, blijkt echter verplaatst naar de herfst. Drolma reist immers de wereld rond om steun te zoeken voor de Tibetaanse zaak, wat de Chinese autoriteiten niet op prijs stellen.
In afwachting van hun ontmoeting, neemt Jonathan deel aan het kloosterleven, schildert hij en gebruikt hij de vrijgekomen tijd om na te denken over het verleden en te dromen van de toekomst. Tijdens zijn verblijf in het klooster is de buitenwereld veraf. Slechts zo nu en dan sijpelt er iets van de grote werkelijkheid zijn leven in: een lijnvliegtuig dat hoog in de lucht voorbij glijdt, soldaten die een zoveelste controle houden.
Cosey heeft wederom niet de intentie een groots verhaal te vertellen, maar biedt in al zijn eenvoud de lezer desondanks behoorlijk veel. In prachtige, vaak warme kleuren, neemt hij je mee de Himalaya in en zorgt er voor dat je je in geen tijd thuis voelt in de papieren wereld die je voorgeschoteld wordt. Enige minpunt daarbij is dat in de Nederlandse vertaling de fraaie, handgeschreven letters die in de originele Franse uitgave te vinden zijn, vervangen werden door een zielloos lettertype.
Dat is echter slechts een kleine smet op een verder prachtig album, waarmee Cosey moeiteloos aanknoopt bij de magie die zijn reeks in de begindagen uitstraalde. Na afloop blijf je met een bitterzoet gevoel achter, nu duidelijk is dat Jonathans omzwervingen definitief ten einde zijn.