De stripwereld telt enkele notoire dromers en de meest gerenommeerde daarvan moet toch wel Cosey zijn. Deze Zwitser maakte in de afgelopen decennia enkele van de meest menselijke stripverhalen. De Azuren Boeddha toont ons een Cosey met enkele van zijn bekendste stokpaardjes.
Cosey is in 1950 geboren als Bernard Cosendai. Na een opleidingsperiode bij zijn landgenoot Derib (Yakari, Buddy Longway) begint hij zelf met het publiceren van korte verhalen. In 1975 begint hij aan Jonathan, een reeks van albums die als aparte one-shots worden opgezet. Meteen is het duidelijk dat Cosey afstapt van de traditionele avonturenverhalen en zich meer wil richten op de psychologie van zijn personages en ook graag een filosofische toets aan zijn albums geeft, waarbij vooral de oosterse mystiek hem boeit. Ook in De Azuren Boeddha keren deze interesses terug.
Wanneer de tuinman van de voorname Britse familie Cardboard op zoek gaat naar zijn Tibetaanse familie, verstopt zoon Gifford zich aan boord. Het is 1963 en de Chinese aspiraties ten aanzien van Tibet nemen stilaan onrustwekkende vormen aan. In deze woelige periode belandt Gifford uiteindelijk in een afgelegen klooster waar hij kennismaakt met de legende van de azuren boeddha. Ook de mooie hogepriesteres Lhahl ontsnapt niet aan zijn oog en zo ontvouwt zich een drama dat in het tweede deel van deze reeks zijn afloop zal kennen.
Coseys grafiek puurt zich steeds verder uit, telkens weer wat verder weg van de klassieke tekenstijl zoals we die uit de eerdere Jonathans kennen. De laatste jaren is Coseys stem wat in de verdrukking geraakt door zijn soms wat al te melige en naïeve verhalen. Heel wat van zijn recente Vrije Vlucht-albums lijken dan ook eerder gekozen te zijn omwille van zijn naam en faam als auteur, eerder dan door de intrinsieke kwaliteiten van de boeken zelf.
Deze keer komt zijn werk terecht in de collectie Impressie(s), waar het eveneens wat ongemerkt en geruisloos in de rekken belandt. Het probleem van Cosey kan vergeleken worden met dat van een andere grote naam uit de stripwereld : Jean-Claude Servais (Dagboek van een Bos, Lova). Ook hij maakt steeds boeken in eenzelfde herkenbare stijl en voor een trouw publiek. Helaas verdwijnt zo na een tijdje de brede interesse voor een dergelijk auteur en sluit hij bijgevolg een potentieel lezerspubliek uit.
Anderzijds spreekt het dan weer in zijn voordeel dat hij enkel zijn persoonlijke visie volgt, wars van trends en modes. Want laat ons wel duidelijk wezen, Cosey is een uitermate begaafd stripmaker. Hij vertelt meeslepend als geen ander en ook zijn pagina’s zijn steeds prachtig om naar te kijken. Maar helaas, alweer is er met De Azuren Boeddha niets nieuws onder de zon.
