2021 was helaas net zoals vorig jaar een heel vreemd jaar op het vlak van filmdistributie en -vertoning en het jaar eindigde zoals het begon: met gesloten bioscopen. Via streaming en in de maanden dat de zalen wel open waren, was er gelukkig heel wat moois te zien. De Enola recensenten lichten de komende dagen elk hun tien favoriete titels van 2021 toe en op 1 januari krijgt u de samengestelde top-10 van de hele filmredactie (om in aanmerking te komen moest een film in 2021 in dit land uitgebracht zijn in de zalen of via VOD/streaming, titels op filmfestivals die pas in 2022 in de zalen verschijnen, werden dus niet opgenomen in de lijstjes en verhuizen naar 2022).
1. Titane (J. Ducournau – Fr/Bel)
Julia Ducournau deed met Raw/Grave in 2016 al vermoeden dat ze wel eens één van de meest belovende nieuwe cineasten kon worden. Dat vermoeden wordt met verve bevestigd in Titane. Waar de voorganger nog gewoon een uitstekende genrefilm was, zet Titane genres, stijlen en zowat alle regels van de cinema op zijn kop voor een hypnotiserend avontuur. Wat aanvankelijk een prima wraak-/horrorfilm lijkt te worden, ontaardt in een inkijk in twee van de meest interessante personages die dit jaar op ons cinemascherm verschenen. Beste film van het jaar.
2. Madres Paralelas (P. Almodóvar – Sp)
Madres Paralelas is met zijn prachtige kleurenpalet visueel gezien een typische Almodóvar, maar in zijn vertelling steekt de film ver uit boven de gemiddelde prent uit zijn oeuvre. Een intiem drama dat identiteit en afkomst in vraag stelt, laat hij spelen tegen een achtergrond van een Spanje dat nog steeds de trauma’s verwerkt van de bloederige burgerloorlog en de talloze vermiste slachtoffers die begraven liggen onder het verwonde landschap.
3. The Green Knight (D. Lowery – Usa/Uk/Irl/Can)
Laten we vlakaf zeggen dat we niet altijd helemaal begrepen wat die groene ridder in dat mysterieuze middeleeuwse landschap aan het uitvreten was. De filmische ervaring hoeft daar echter allerminst onder te lijden. David Lowery haalt alle hoofse deugden uit de ridderroman onderuit en toont een grauwe alternatieve versie waarin de kijker wordt ondergedompeld in een bevreemdende, haast hypnotische anti-ridderroman.
4. Nomadland (C. Zhao – Usa)
Na o.a. de hoofdprijzen op de Academy Awards, Golden Globes én de Gouden Leeuw in Venetië, had Nomadland waarschijnlijk niet meteen nood aan nog meer lof. Het is nu eenmaal zo dat Chloé Zao met een ijzersterke Frances McDormand op weergaloze wijze een onderbelichte gemeenschap kristalhelder op het witte doek weet te brengen. Waar de gemiddelde film op zoek is naar een protagonist en een zeer concreet conflict, zien we in Nomadland – op een beenharde kapitalistische maatschappij na – geen vleesgeworden slechterik, maar focussen we ons op de trailerparkgemeenschap die er op ontroerende wijze het beste van probeert te maken.
5. Sound of Metal (D. Marder – Usa)
The Sound of Metal is hoegenaamd geen makkelijke zit. De film sleurt de kijker mee in het getroebleerde brein van metaldrummer Ruben (Riz Ahmed) die zijn gehoor verliest. Niet alleen weet de film als geen ander verslavingsproblematiek te verbeelden, maar de geluidsmix die op nooit eerder vertoonde wijze tinnitus overbrengt, maakt de beleving des te akeliger voor de kijker. De scène waarin Ruben aan de hand van trillingen aan een speeltuig terug gewaarwording krijgt van muziek en ritme is één van de mooiste van het jaar.
6. Annette (L. Carax – F/D/Bel/J/Mex/Usa/Ch)
Helaas liet de tijd me niet toe om West Side Story nog te kunnen zien voor het jaareinde, wat ervoor zorgde dat Annette met voorsprong – In the Heights zijn we immers allang vergeten – de beste musical van het jaar werd. Annette omschrijven als louter een sterke musical, doet de film echter ontzettend te kort. De trip waarop de film je meeneemt, zorgt voor evenveel ongeloof, ontzag, afgrijzen als hilariteit. Deze brok waanzin is misschien niet de film die je meteen opnieuw wil zien na het verlaten van de cinema, maar ongetwijfeld een ervaring die je niet meer zal loslaten.
7. Dune: Part One (D. Villeneuve – Usa/Can)
Dat Dune de best scorende échte blockbuster is in dit lijstje, is geen grote verrassing. Denis Villeneuve leverde de afgelopen tien jaar immers keer op keer gedenkwaardige films af. Het dient wel gezegd te worden dat Dune geen perfecte film is: het boek dwingt tot vrij veel expositie en het feit dat de film halverwege zijn eigen verhaallijn plots stopt, is eigenlijk best irritant. Het moet Villeneuve echter nagegeven worden dat hij het “onverfilmbare” Dune van Frank Herbert op onnavolgbare wijze heeft gecapteerd op het witte doek, met een schitterende Hans Zimmer op de geluidsband.
8. Pig (M. Sarnoski – Usa/Uk)
Pig omschrijven als de grote terugkeer van Nicolas Cage is hem een beetje oneer aandoen. Cage is immers de laatste jaren steeds in steengoede films blijven meespelen (Joe, Mandy en Color Out Of Space). Hij doet tussendoor gewoon graag een tiental stinkerds ter afwisseling, waardoor hij nu een beetje als cultfiguur bekend staat in Hollywood. In Pig zien we een uit maatschappij teruggetrokken Cage die tegen wil en dank opnieuw die maatschappij ingetrokken wordt nadat zijn geliefde varken hem is ontnomen. Pig ontaardt zo in een onverwachte buddy-revengefilm, waarin we door de onderbuik van Portland samen met Cage op zoek gaan naar zijn varken en naar zijn mysterieuze verleden. Aangrijpend drama met visuele pareltjes en een Cage die onze eindeloos voorthollende maatschappij lik op stuk geeft.
9. Drunk/Druk (T. Vinterberg – Dk/Zw/Nl)
Tomas Vinterberg brengt met Drunk een bitterzoete ode aan het leven en toont de effecten van alcohol in al zijn facetten wanneer vier vrienden experimenteren met een staat van constante lichte dronkenschap. Vinterbergs film toont aan dat deze drug voor een groot deel van de bevolking een integraal deel uitmaakt van het bestaan, zonder al te grote problemen. Hij durft zelfs zonder schroom te beweren dat ’s levens meest exuberante vreugde-uitspattingen vaak onder lichte roes plaatsvinden. Gelukkig verliest hij daarbij niet uit het oog wat voor verwoestende gevolgen er om de hoek loeren van die bakken pils. Hoe Vinterberg de film als één grote ode aan het ‘Zijn’ laat eindigen met een magistraal dansende Mikkelsen, is ongetwijfeld een van de mooiste filmeindes die we kennen. (Noot: Drunk werd tweemaal uitgebracht in de zalen, zowel eind 2020 als in 2021)
10. Don’t Look Up (A. McKay – Usa)
Een komedie van schier twee en een half uur is zelden een goed idee. Deze Don’t Look Up blijft echter de gehele looptijd lang gefocust: de dialogen blijven snedig, de grappen zijn keer op keer grappig. Het verhaal zelf is een even eenvoudige als mooie metafoor voor hoe de apocalyptische donderwolk van klimaatverandering in sneltreinvaart op ons afstevent. Zonder de ernst van de zaak te verliezen, schopt Don’t Look Up ons een geweten en blijft hij heerlijk onderhoudend met een sterke DiCaprio en Jennifer Lawrence in de hoofdrollen. Het zijn echter de bijrollen van o.a. Jonah Hill en alwéér een uitstekende Timothée Chalamet, die de film een niveau hoger tillen.