Op 1 mei verscheen Into the Night, de eerste Belgische Netflix original op Netflix. Into the Night is een apocalyptische sciencefictionreeks, of toch een poging daartoe, waarin een passagiersvliegtuig op de vlucht slaat voor de zon, de nacht in. Dat is een vreemd concept, dat gelukkig duidelijker wordt tijdens het kijken zelf. Elke aflevering vertelt het verhaal van een andere passagier vooraleer die op het vliegtuig stapte, terwijl de dystopische situatie zich verder ontwikkelt. Aan het begin van de eerste aflevering zien we Sylvie (Pauline Etienne) op bed liggen nadat ze de liefde van haar leven verloren heeft. Het lijkt wel een referentie aan de openingsscène van La Casa de Papel en de combinatie van vliegtuig en een kijk de passagiers voordat het ‘grote gebeuren’ zich voltrekt komt uiteraard helemaal uit Lost, al zal Into the Night het succes van die beide reeksen zeker niet evenaren.
Zodra Sylvie uit haar bed springt, begint de adrenalinemarathon die niet stopt tot de laatste seconde van de zesde en laatste aflevering. De constante spanning werkt in de eerste aflevering enorm enerverend. De kijker wordt er zenuwachtig van en niet op een goede manier. Het was niet het soort spanning waarbij je op het puntje van je stoel zit. Tegen aflevering drie raak je gewend aan het constante opjagende deuntje dat onder alle beelden gemonteerd is. De reeks wordt spannend, maar we zijn nog maar in de helft. De gedachte aan nog eens drie uur in dat vliegtuig lijkt erg lang.
Het is de eerste Belgische Netflix original, maar er is weinig Belgisch aan. De serie heeft meer weg van een Amerikaanse reeks met het onrealistische uitgangspunt, de overdreven gewelddadigheid en ongeloofwaardige wendingen. Science-fiction is geen realistisch genre en hoeft dat uiteraard niet te zijn, maar een vliegtuigraampje dat het duizenden meters hoog in de lucht begeeft, gewoon snel weer even dichtmaken zonder verdere gevolgen… Het is allemaal een beetje te voor de Belgen.
De groep mensen op het vliegtuig is zeer divers en eigentijds. Er is zelfs een influencer aan boord. De verschillende talen en achtergronden van de passagiers die op de vlucht aanwezig zijn, maken alles interessant, maar ook hier hangt de schaduw van Lost over alle gebeurtenissen. Een apocalyptische situatie is een dankbaar concept om de gemoederen hoog te laten oplopen en de spanningen tussen die diverse mensen te laten escaleren. Het doet denken aan de VTM-reeks Cordon en hoe mensen handelen in noodomstandigheden. Laat ons verder niet uitweiden over pandemieën, maar het blijft toch zeer boeiend om te zien hoe de vooroordelen toch altijd de bovenhand nemen in zo’n situatie.
Het duurt tot aflevering vijf van de zes vooraleer we iets herkenbaars zien: Ben Crabbé in Blokken. In die vijfde aflevering krijgen we een inkijk in het leven van Rik, vertolkt door Jan Bijvoet. Bijvoet speelt de oervlaming in alle glorie, met de nodige argwaan tegenover Arabieren. Nog voor er sprake is van de apocalyptische ramp, denkt hij reeds met een terrorist aan boord te zitten, omdat de Arabier naast hem onwel wordt. Zo zien de kijkers van de streamingdienst meteen de mooiste kant van de Belgen en zit er toch iets realistisch in de reeks. De serie maakt zich niet schuldig aan racisme, maar klaagt het aan.
Naast die krachtige aanklacht lijkt Into the Night toch vooral een gemiste kans. We geloven absoluut dat een reeks van Belgische bodem nagelbijtend en complex kan zijn. Kijk maar naar De Dag, de geniale reeks van Jonas Geirnaert en Julie Mahieu of Wouter Bouvijns beklijvende De Twaalf. Het concept van deze Into the Night is daarom niet per se te hoog gegrepen, maar de serie lijkt eerder gemaakt voor een Amerikaans publiek. Omdat het meer is van wat er in Amerika al zo vaak gemaakt is, onderscheidt de reeks zich niet. Het is een verdienstelijke poging, maar het is jammer dat het geen reeks is met een Belgische stempel, die echt indruk zou kunnen maken op niet-Belgische Netflix-abonnees.