Ripley is de eerste sterke kandidaat voor de beste tv-serie van het jaar. Stel je voor: Rossellini’s Viaggio in Italia, maar dan geregisseerd door Carol Reed ten tijde van Odd Man Out en The Third Man, dankzij het werk van cameraman extraordinaire Robert Elswit, een man die zijn plek in de geschiedenisboeken verdiende met zijn indrukwekkend werk voor onder meer There Will Be Blood en Inherent Vice.
Het is een mirakel dat een serie op Netflix er zo mooi uit kan zien, totdat je ontdekt dat de reeks oorspronkelijk voor Showtime bestemd was (de studio achter onder andere Dexter, Yellowjackets, Homeland) en pas tijdens de preproductie werd opgepikt door Netflix. Dit verklaart waarom je hier voor een keer eens niet die licht verteerbare en goedkope fastfoodesthetiek van de streaminggigant in je strot geramd krijgt. Streamingplatformen leggen nogal wat beperkingen op aan de makers van hun ‘original series’, zoals het gebruik van bepaalde camera’s, formaten en resolutie, elementen die bij Netflix vaak leiden tot lelijke nachttaferelen met agressieve kleuren en make-up die meer weg heeft van klei dan foundation. Verder lijken er ook stilistische beperkingen te zijn: bij Netflix hebben steeds meer shows dan ook diezelfde platte stijl die ze afdoen als conventioneel, maar niets meer is dan een eindeloze serie medium shots. Als je als kijker al eens een ‘speciale’ camerahoek of ‘opvallende’ lens opmerkt, dan is dat om te signaleren dat er iets staat te gebeuren. Iemand zou eens de visuele beperkingen van streamers moeten inventariseren, dat zou boeiende lectuur opleveren.
Dit is uiteraard niet de eerste verschijning van Tom Ripley op het scherm. Patricia Highsmiths eerste boek uit de serie is zelfs al een paar keer verfilmd; in 1960 door René Clément als Plein Soleil en in 1999 als The Talented Mr. Ripley. Plein Soleil is de betere film, The Talented Mr. Ripley een betere verfilming, al vond regisseur Anthony Minghella het nodig alles wat bij Highsmith subtekst was, uit te vergroten. Ripley de serie speelt dan weer beter met die subtiliteit. In 2002 werd het derde boek, Ripley’s Game, verfilmd met John Malkovich als een oudere Ripley (zijn scènes met Ray Winstone zijn comedy gold). Deze film heeft zijn voor- en tegenstanders, maar Malkovich is ontegensprekelijk de ultieme Tom Ripley. Objectief kan je stellen dat deze film zwaar onderschat werd en veel beter is dan die verfilming uit 1977 van hetzelfde boek door Wim Wenders: Der Amerikanische Freund. Zijn versie wijkt sterk af van het boek en – kenmerkend voor deze overschatte regisseur – draagt een sterke ‘love it or hate it’ uit. In 2005 werd ook het tweede boek, Ripley Under Ground, verfilmd, maar dat onding mag zo snel mogelijk worden vergeten, ondanks het feit dat Donald E. Westlake mee het scenario schreef.
Nu is er de serie Ripley, die het eerste boek gedetailleerder volgt, hoewel er enkele opmerkelijke wijzigingen zijn. Ripley is hier ouder, eind de dertig in plaats van midtwintig, wat beter past bij de leeftijd van Andrew Scott, die bijna vijftig is. De serie speelt zich af in de vroege jaren 1960 in plaats van 1955. Deze aanpassing door showrunner Zaillian, die alle afleveringen schreef en regisseerde, kan te maken hebben met de muziek. De soundtrack is net zoals alle andere details van deze reeks om van te smullen. Een van de vaak terugkerende songs is de onverslijtbare parel ‘Il cielo in una stanza’ van Mina, de zomerhit uit 1960. Deze prachtsong duikt ook al eens op bij Scorsese, kende een flauwe cover door Carla Bruni en een ronduit briljante cover door Mike Patton.
Het verhaal is hetzelfde als in Plein Soleil en The Talented Mr. Ripley, hoewel deze verfilmingen door hun tijd en tijdsgeest zijn beïnvloed. Clément bijvoorbeeld leunt bij momenten dichter aan bij Diabolique van Henri-Georges Clouzot dan bij schrijfster Highsmith. Zaillian blijft met deze serie waarschijnlijk het dichtst bij het boek. Tom Ripley is een oplichter die moeite heeft om rond te komen en een opportuniteit ruikt als een rijke scheepsmagnaat hem vraagt zijn zoon op te sporen in Italië. Dickie wil niet terugkeren naar Amerika en geniet van het Italiaanse leven. Tom, die Dickie ooit een keer ontmoet heeft, weet zich in diens leven te wurmen en een vertrouwensband op te bouwen. Tom slaagt er zelfs in Dickies vriendin Marge en andere vrienden weg te duwen, maar wil nog meer, met name het rijke leven dat Dickie in de schoot geworpen kreeg. Om dat leven te krijgen, schuwt Tom geen drastische maatregelen. Hij spint een web van leugens waaruit niemand nog wijs geraakt, al heeft Ripley in deze versie van Zaillian wel meer geluk dan wijsheid.
Het is nog afwachten of Zaillian en Scott de andere Ripley-boeken eveneens zullen verfilmen. Zaillian benadrukt sterk Ripleys beginnersgeluk, terwijl hij zich in de latere boeken ontwikkelt tot een ware hedonist, zoals perfect vertolkt door Malkovich (die hier een cameo heeft). In de laatste boeken drijft Highsmith ook de ‘suspension of disbelief’ nogal ver door, waardoor Tom Ripley meer een superslechterik dan een antiheld wordt. Vergelijk het met de serie Sherlock, de reeks met Andrew Scott als de nemesis Moriarty. Vanaf het derde seizoen ontspoorde die ook van detectiveserie naar superheld-detectiveserie. Wat de uitkomst ook wordt, Ripley is nu al een van de toppers van 2024. Met fantastische beeldvoering, efficiënte en strakke beeldregie, geweldige acteurs, onvoorstelbaar mooie locaties, een scherp oog voor details in decor, kostuums en muziek, toont deze serie dat je met de juiste bezieling (die haast anachronistisch overkomt) van elke al bestaande intellectual property nog steeds iets weergaloos en tijdloos kunt maken.
Ripley is te zien op Netflix.