“Een onverwachte sprong voorwaarts, waarbij Angel Olsen kwaliteiten en een attitude aanboort waarvan we onmogelijk konden vermoeden dat ze deze bezat,” schreven we in 2016 over My Woman. Nu is Olsen terug, met een vierde plaat die alweer uit een ander muzikaal vaatje tapt en definitief haar veelzijdigheid bevestigt.
Waar de gedaanteverwisseling bij haar vorige album een weloverwogen keuze was, is die op All Mirrors het gevolg van een pijnlijke breuk. Een abrupt einde van haar relatie betekende een even abrupt stopzetten van de My Woman Tour. Olsen zonderde zich af van haar band en begon aan een reeks soloconcerten met zelftherapie als voornaamste objectief. Zo speelde ze in het voorjaar van 2018 in de kerk van Sint-Denijs en hoewel ze daar alweer haar uitzonderlijk vibrato etaleerde, kon ze met een halfdronken cynisme amper verbergen dat ze niet goed in haar vel zat.
Een ongemakkelijke introspectie waarbij ze naar eigen zeggen haar geloof in empathie en liefde verloor, dat was die solotournee. Gelukkig begon ze, in de vele uren onderweg, het lijden van zich af te schrijven. Het resultaat daarvan mag gezien worden: All Mirrors is Olsens derde voltreffer op rij en in zijn geheel misschien wel de krachtigste daarvan. De elf nummers verhalen op overtuigende wijze over een verwerkingsproces en de inherente belofte om never again op zo’n giftig, destructief figuur te vallen. Ze vormen daarbij een onlosmakelijk geheel, als vingers aan een gebalde vuist.
En dat die vuist een niet gering aantal muilperen uitdeelt, daar kan u vanop aan. “Dream on!” schimpt Angel in “Lark”. De veertienkoppige strijkerssectie onder leiding van Jherek Bisschoff voorziet haar hoonlach van een stormachtig elan wanneer ze verdergaat: “What about my dreams? What about my heart?” Het is de overdonderende apotheose van een openingsnummer dat startte met een krakelend gitaarakkoord dat even, heel even, deed terugdenken aan Burn Your Fire For No Witness. Maar de breekbare Olsen vanop dat doorbraakalbum uit 2014 is niet meer dan een vage herinnering hier. Angel is immers sick of your shit. “Break it down, take what’s left and get out,” begint “Impasse” lijzig maar kordaat. Even later is het alweer die loud-quiet-loud-dynamiek, met afwisselend de synths van Ben Babbitt en de violen van Bisschoff, die de onverzettelijkheid van de woorden perfect ondersteunt.
Ook “What It Is” gedijt vlot op dat een-tweetje tussen hoornblazers en zang: “You just wanted to forget that your heart was full of shit,” bijt Olsen, geruggesteund door een pompende drumbeat. Het invallende vioolspel is deze keer frivool, strijdvaardig en bijna opgewekt. “Too Easy”, op zijn beurt, vat aan met een etherische synthesizer en een engelachtig gefluister: “Anyway you want me honey…” De kinderlijke naïviteit daarvan is natuurlijk slechts schijn en geeft aan dat Olsen, ondanks de kwaadheid, haar gevoel voor ironie niet is verloren.
Het voorziet All Mirrors van een welkome luchtigheid. Vijf jaar geleden was alles nog “tragic, and it all just falls apart”, nu bekijkt Olsen zichzelf in de spiegel en is ze trots op wat ze ziet. “I like the life that I lead / Without you,” concludeert ze. Geen bombast deze keer. Enkel een borststem, wat meanderende violen en een spaarzame hoornblazer. De sereniteit van “Tonight” weerspiegelt de gemoedstoestand van de songwriter. Die heeft rust in het hoofd gevonden, vrede genomen met wie ze is. “Took a while but I made it through,” zingt ze kristalhelder. En zo gaat “Spring” over in “Summer”. Zo breit Angel Olsen alweer een meesterlijk hoofdstuk aan haar gevarieerd oeuvre.
Angel Olsen speelt op 7 februari in De Roma.