Dit is de vijfde remake, maar de vierde filmversie met dezelfde titel. In 1937 veranderde Hollywoodlegende William Wellman, bekend als regisseur van allereerste Oscarwinnaar Wings, het vijf jaar oude What Price Hollywood? van George Cukor tot het verhaal dat we allemaal kennen als A Star Is Born. In 1954 waagde wonderboy Cukor zich opnieuw aan hetzelfde verhaal, ditmaal met Judy Garland als rijzende ster.
Dit verhaal, over een man op zijn retour die een jong talent vindt en doet openbloeien, maar zelf dieper wegzakt terwijl zij steeds meer schittert is bijna synoniem met oerklassiek Hollywooddrama. Geen voer voor zomaar de eerste de beste regisseur, maar voor een gevestigde waarde. Toen kwamen de jaren zeventig, de oude generatie versleten of al lang dood. Nieuw talent kreeg plots alle kansen.
Barbra Streisand zette haar zinnen op dit verhaal en toog samen met haar hair stylist cum lover Jon Peters , aan het werk om de film rond haar persona op te bouwen. De setting werd de muziekwereld. Ze probeerde eerst bij Elvis, maar eindigde met Kris Kristofferson.. De ondertussen vergeten Frank Pierson kreeg de regie toebedeeld. Deze herwerking uit 1976 vormde de basis voor het verhaal dat Bradley Cooper nu opnieuw vertelt.
Deze lange voorgeschiedenis, om de erfenis die Cooper met zijn regiedebuut op zijn schouders draagt, te schetsen. Wat Cooper en zijn coscenaristen goed begrepen hebben, is dat het verhaal een ander ritme moest krijgen en dat bepaalde politieke incorrectheden uit de Streisandversie best achterwege bleven (zo heeft Streisand in haar versie twee zwarte achtergrondzangeressen en noemen ze zich The Oreo’s).
De meest opvallende wijziging, is dat Cooper er eigenlijk twee films van maakt. Het eerste uur is het verhaal van twee mensen die verliefd worden op elkaar en op elkaars talent. Het tweede uur is het verhaal van A Star Is Born, stap voor stap alle clichés afvinkend. Dit is een slimme zet, want al de vorige versies berustten te veel op plotse scenariosprongen waarin je als kijker zonder vragen meeging. Anno 2018 bestaat dit soort meegaand publiek niet meer.
Dit eerste uur is mooi. Geen grootse cinema maar degelijk en zeer geloofwaardig gebracht. De chemie tussen Cooper en Lady Gaga werkt. Je gelooft in het koppel. Bradley Cooper gebruikt zijn star quality gewiekst om ster op retour Jackson Maine neer te poten. De aaneenschakeling van eerste-liefde-momenten met nadruk op de ogen, de aanrakingen, de roetsjbaan het leven on tour, worden door vaste Aronofski-DOP Matthew Libatique en Bradley Cooper vakkundig geregistreerd. Maar dit eerste uur is zonder plot dus dit zijn dan ook dingen die haast zichzelf regisseren: energie op een podium, close-ups van verliefde blikken, zingende mensen, … .
Dan duikt een louche manager met een raar accent op en begrijpt de kijker meteen: deze man is gevaarlijk. Waar Cooper het personage van Lady Gaga, Ally, bewonderde voor haar authenticiteit, ziet de manager enkel dollartekens. Vanaf dit punt verandert alles in een entertainend maar ongeïnspireerd drama. Ally verkoopt haar eigenheid voor het succes. Want bovenal wil ze dat mensen haar mooi vinden en bewonderen. De Kwaliteit van de muziek is hieraan ondergeschikt. De muziek die vanaf hier wordt gebracht is dan ook consequent schrijnende bagger. Dat Cooper het als regisseur dan nog nodig vindt om Gaga nummers volledig te laten zingen is puur een commerciële zet om haar fans naar de zaal te lokken. De grens tussen een langgerekte promofilm voor het ontegensprekelijk aanwezige, maar onderbenut zangtalent van Lady Gaga en een bioskoopfilm, wordt flinterdun.
Moest dit een cynische metafilm willen zijn, dan kon je deze aanpak enigszins begrijpen. Maar de film wil net oprecht zijn en vervalt hierdoor in een domme opeenstapeling van clichés. Het meest onbegrijpelijke is hoe Cooper een verslaafde neerzet. Hij komt er openlijk voor uit dat hij hier zelf mee heeft geworsteld en toch blijft hij een alcoholicus portretteren zoals dat in de jaren dertig gebeurde. Terwijl er de laatste 20 jaar toch ettelijk films zijn geweest die een echt beeld schetsen van wat drank met een mens en zijn omgeving doet: Trees Lounge(Steve Buscemi, 1996), Duane Hopwood (Matt Mulhern, 2005) ofSmashed (James Ponsoldt, 2012).
Tijdens het tweede uur slaat Cooper dus de bal behoorlijk mis, wat deze remake uiteindelijk weinig relevant maakt. Dat is jammer, want hij zet één van zijn beste acteerprestaties neer, evenwaardig met wat hij in American Sniper presteerde en ook als countryrockzanger staat hij er. Dit alles is eveneens jammer voor Lady Gaga, want zij acteert ook meer dan behoorlijk, vooral gedurende het eerste uur is ze lovenswaardig. De casting is verder prima: Sam Elliott is goed op dreef als oudere broer van Jackson en Andrew Dice Clay zorgt als papa van Lady Gaga voor de broodnodige komische noot.
Mocht A Star Is Born de clichés hebben geweerd en het elan van het eerste uur hebben doorgezet, het had een klein contemporain meesterwerk kunnen opleveren dat refereert aan de tragiek van de trieste sterren van deze tijd als Kurt Cobain en Amy Winehouse. Nu is het een incoherent ding dat heimwee naar een ander tijdperk propageert. Al ben je wel benieuwd naar wat de toekomst voor Bradley Cooper als regisseur nog brengt. Een geweldig meeslepend eerste uur en de puike acteerprestaties van de charismatische hoofdrolspelers redden de film van de complete ondergang .