Niets tegen Saint Paul, Minnesota, maar wij vermoeden dat het niet meteen een eeuwig zonovergoten bestemming is, daar zo pal in de Amerikaanse Midwest. En kijk, daar worden vier jonge handen uitdagend opgestoken: Hippo Campus wil met debuut Landmark het tegendeel bewijzen.
Met hun warme, opgewekte indiepop maakt Hippo Campus deel uit van een eerste lichting kersverse hipsterbands op het internationale toneel van 2017. Het viertal (Turntan, Stitches, Espo en Beans voor de vrienden en de al substantiële aanhang) mocht vers van de schoolbanken – kunstonderwijs, uiteraard – waarop ze elkaar leerden kennen al een ep (Bashful Creatures, 2014) opnemen onder de vleugels van Lows Alan Sparhawk. Het is natuurlijk niet iedere tienerband gegeven. Terwijl dat eerdere werk (voorgenoemde ep en tweede worp South, 2015) nog gevaarlijk interessant flirtgedrag met de sound van bands als Vampire Weekend vertoonde, blinkt Landmark soms uit in de onschadelijke algemeenheid die acts als The Kooks zo typeert.
Hoewel de sound zelden echt nieuw onder de zon is, bezit Hippo Campus wel datgene dat hen tot blijvers kan maken: meer dan een handvol sterke songs. “Boyish”, heel soms bijna een soort vrolijke shoegaze, heeft de juiste energie om over de hele lijn interessant te blijven. Ook een contemplatievere gemoedstoestand, zoals op “Monsoon” of ook op “Vacation”, gaat de jonge honden goed af. De eerste echte opener “The Way It Goes” is graag te onthouden voor de zomer: we zouden al helemaal niet kwaad zijn moesten we de song op een festivalweide tegen het lijf lopen. Ook “Vines” zal wel best te pruimen zijn op een zwoele zomeravond. De zomer is wel nog veraf, zo midden februari. Benieuwd of dat zomerse lang genoeg blijft hangen.
Want dat zal de uitdaging worden voor onze jeugdige vrienden: relevant blijven in een harde wereld waar ze nog amper kaas van gegeten hebben. Want hoogtepunten daargelaten, is Landmark vluchtig als ether, en zo schiet de plaat eigenlijk tekort. Ook enkele productionele keuzes doen de wenkbrauwen fronsen. Zo is het gebruik van een vocoder op “Epitaph” een gimmick die nergens voor nodig was. Het refrein aldaar – “You’ve got tact and I’ve got bravado/I’m a ghost and you are a shadow” – klinkt ook, tja, vals Brits. En de al te nadrukkelijke drums, zoals op pakweg “Western Kids”, maken sommige songs te opdringerig.
Hippo Campus mocht in zijn prille geschiedenis al touren met grootheden als Modest Mouse, en speelde al op noemenswaardige festivals als South By Southwest. Ongetwijfeld waardevolle ervaringen, maar voordat het muzikale water tussen Hippo Campus en tourmakkers minder diep is, zullen Turntan, Stitches, Espo en Beans eerst flink uit hun pijp mogen komen. Deze zomer, bijvoorbeeld. Ober, een podium graag!