Een echte ouderwetse dromer, dat is wat Jordan Lee is. Moest het niet zo’n platgeslagen esoterische uitdrukking zijn, zou je bijna kunnen zeggen dat hij het kind in zichzelf bewaard heeft. Maar dat cliché willen we hem dan weer niet aandoen.
“Een plaat gemaakt om de boze buitenwereld op een afstand te houden”, dat was Love’s Crushing Diamond van een dikke twee jaar geleden. Muzikaal was die plaat immers een sferische trip waar allerlei klaterende arrangementen het mooie weer maakten. Thematisch heerste echter voornamelijk het verval van vrienden en de uitzichtloosheid van een zwervend bestaan. Lee zelf noemde die plaat dan ook onomwonden “therapie”. Muziek als tegengif.
Love’s Crushing Diamond werd echter al snel opgepikt door onder andere Pitchfork en zorgde tegelijk zo wel voor de doorbraak die Lee met zijn huis- tuin- en keukenwerk van de jaren daarvoor nooit bereikt had. En dus moest er getourd worden. Die tourervaringen vormen nu de basis waarop de Amerikaan zijn tweede echte plaat heeft opgebouwd. Geen drugsverslaafde, uitgeleefde leeftijdsgenoten meer op deze Skip A Sinking Stone dus.
Het was in de tussentijd vooral afwachten over hoe Lee de arrangement op deze plaat zou aanpakken. Zijn muziek staat of valt door de manier waarop hij alles inkleedt en zijn basissongs volhangt met allerlei belletjes en strijkers. Op plaat werkte dit vorige keer zeer goed. Live zagen we hem echter door de mand vallen, met een vrij eentonig en slaapverwekkend concert tot gevolg. Op plaat weet hij nu echter weer perfect het evenwicht te vinden. Skip A Sinking Stone is dan ook weer een heel mooi werkstuk geworden dat zonder echte veranderingen in geluid duidelijk in het verlengde van zijn voorganger ligt.
Vanaf de korte introductie “Madrugada” zit je helemaal mee in de wereld van Mutual Benefit. Lee is een artiest die er echt in slaagt je even van de aardbodem weg te trekken. Tegen elkaar aan rinkelende belletjes en een mooie viool leiden je binnen, tot de introductie geruisloos overgaat in het mooie “Skipping Stones” dat op en neer golft. “It takes more than just a fleeting dream/ to set us free”: die drang naar vrijheid blijft een belangrijk thema voor Lee, ook hier weer. Alleen is de toon, op een donkere noot na, wel veel lichter.
De lichte heliumstem van Lee versmelt altijd weer mooi met de muziek, bijvoorbeeld op “Lost Dreamers”. Ook deze song, en dat geldt eigenlijk voor heel de plaat, haalt zijn schoonheid uit de bijna achteloze naïviteit die ervan uit gaat. De viool is mierzoet, een dwarsfluit voegt een bucolisch element toe, de natuur is nooit veraf. Ook al heeft Lee van New York zijn vaste stek gemaakt, de snelheid van de stad heeft in zijn muziek duidelijk geen plaats. Single “Not For Nothing” beperkt zich tot gitaar en piano, het aanstekelijk pianoloopje en Lee’s stem zijn voldoende om je aandacht te trekken. Uiteindelijk zorgt een mooie viool voor de aflossing van de wacht.
“Nocturne”, met zijn krekelgeluiden, voelt als een overgang naar de tweede helft van Skip A Sinking Stone. Die helft vervliegt spijtig genoeg soms iets té hard in achtergrondmuziek. “Many Returns” is wel een sfeervol, iets donkerder slepend nummer, maar bijvoorbeeld “City Sirens” is te weinig uitgewerkt en daardoor te veel een tussendoortje om echt veel bij te dragen aan de plaat. “The Hereafter” is dan weer wel de perfecte, fragiele afsluiter. Een moment waar Lee op de tonen van een zachte piano en xylofoon alles zachtjes te rusten legt.
Skip A Sinking Stone is een plaat als een mijmerende, zonnige avond: alles schuift even aan je voorbij, zonder ook maar een spoortje achter te laten. En het is oké zo. Dat is tegelijk ook een beetje de zwakte van deze plaat: af en toe glijden de songs soms iets te onopvallend voorbij. Maar net zoals je voor mijmeren ook geen excuses moet zoeken, vergeef je Lee die zwakkere momenten. Soms moet je iemand nu eenmaal gewoon laten verder dromen.