“Nothing has changed”, schreeuwt Dennis Lyxzén in opener “Elektra”, waarvan de basisriff verdacht veel lijkt op de slotnoten van Rage Against The Machine’s Evil Empire. Dat laatste vinden we helemaal niet zo erg, want er is wel degelijk het een en ander veranderd aan de sound van Refused sinds de reünie van 2012.
Met jongste geesteskind Freedom, het nakomertje waar we maar liefst zeventien jaar op hebben moeten wachten, doen de Zweden exact wat ze altijd gedaan hebben. Hun eigen zin, zonder zich aan te trekken wat een ander daarvan vindt. Tegendraadsheid is troef, het conformisme gaat wederom voor de bijl. Aanbidders van het monumentale The Shape Of Punk To Come, die een klein broertje van deze plaat verwachtten, zullen zich misschien in het kruis getast voelen maar kunnen onmogelijk ontkennen dat Freedom het logische gevolg is. Er werd immers voorheen al geknutseld met house- en technosamples, nu hebben de pioniers de blokkendoos integraal omgekieperd en over de speelmat uitgespreid. Het fundament blijft evenwel hardcorepunk en met stukjes funk, pop, techno en zowel klassieke als hedendaagse rock werd een imposante, bontgekleurde toren opgetrokken die al het voorgaande in zijn schaduw verzwelgt.
Het gitaarspel draagt dan wel nog steeds het watermerk van de hardcorescene in Umeå, het heeft zijn weg naar een verder gelegen horizon gevonden. Tijdens de eerste luisterbeurten komen vleugjes At The Drive-In en Rolling Stones bovendrijven. Sporadisch poppen de namen Royal Blood en – durven we het zeggen – Triggerfinger spontaan op in onze hoofden. Onderhuids worden the flames of discontent nogmaals aangewakkerd met “Dawkins Christ” en “366” terwijl de rest van de nummers elk een eigen identiteit heeft en in niets op zijn voorganger lijkt. De triomfantelijke koperblazers in “War On The Palaces”, de doemdenkende keyboards van “Thought Is Blood” en de creatieve implementatie van een vrouwenstem in “Destroy The Man” getuigen hiervan. Van het obligatoire kinderkoortje in “Françafrique” zijn we minder wild, maar we betrapten onszelf erop dat uitgerekend dit het refreintje is dat we als eerste luidkeels meezongen. Het funky “Servants Of Death” huisvest een opzwepende beat die door Prince vingerknippend vanop de eerste rij en door de King of Pop vanuit het hiernamaals heupwiegend wordt goedgekeurd.
Dit muzikale enfant terrible moest wel aan het handje gehouden worden opdat zijn tanden niet zouden stukvallen op de marmeren trappen richting main stream. Daarom werd er voor de productie een beroep gedaan op Karl Johan Schuster (alias Shellback), een man die opgegroeid is tussen hardcore- en metalbands en naar eigen zeggen heeft leren drummen door naar het werk van Refused-drummer David Sandström te luisteren. Tegenwoordig fungeert hij als producer van tal van Amerikaanse artiesten waaronder Taylor Swift, Pink en Britney Spears. Dit is zeker de cleane zangpartijen ten goede gekomen waarin de invloed van Lyxzéns soloproject INVSN en The (International) Noise Conspiracy doorgedruppeld is.
Refused heeft na de release van The Shape Of Punk To Come in 1998 nog hooguit een paar maanden bestaan. Het hiaat en de documentaire Refused Are Fucking Dead in 2006 hebben ongetwijfeld bijgedragen aan de cultstatus van deze plaat, maar dat is slechts de aanzet gebleken. Refused is als een goede vriend die je jaren geleden uit het oog bent verloren en op een onbewaakt moment opnieuw tegen het lijf loopt. Je bent hem nooit vergeten, maar je had je erbij neergelegd dat hij nooit meer zou terugkomen. Opeens staat hij daar, en het voelt alsof hij nooit weg geweest is. En je stelt tevreden vast hoe volwassen en prachtig hij geworden is. ”Freedom is the new noise, and it’s here to stay.”