En plots wist iedereen wie Teho Teardo was. Of dat zou toch moeten, want Still Smiling, zijn samenwerking met Blixa Bargeld, mag wat ons betreft tot de betere albums van 2013 gerekend worden. Met opvolger Ballyturk keerde de Italiaanse componist terug naar zijn echte heimat, de soundtrack.
Theaterauteur Enda Walsh — die ook het scenario schreef voor Steve McQueens Hunger — had zo intensief zitten luisteren naar het werk van de Italiaan, dat hij besloot om diens hulp in te roepen bij een nieuw project. Teardo ging prompt op het verzoek in, wat het begin was van een nieuwe, intense samenwerking. Ballyturk werd onlangs vertoond in het National Theatre van Londen. Met karakterkoppen Mikel Murfi, Cillian Murphy en Stephen Rea in de hoofdrollen is het stuk ongetwijfeld gebaat bij de afwisselend beklemmende en melancholische aanpak waarin strijkers centraal staan.
Spek naar de bek van Teardo, want die liet in het verleden al horen te beschikken over een verbeelding die moeiteloos kon overslaan op zijn suggestieve muziek. Van meet af aan was het dan ook de bedoeling dat de muziek van Ballyturk ook op zichzelf kon staan. Daarvoor deed Teardo een beroep op eigen kunnen als multi-instrumentalist — hij bespeelt zo maar even gitaar, bas, Fender Rhodes, celesta, synth, piano, elektronica en meer — en het goede gezelschap van een zestal strijkers, waaronder Nick Holland (Balanescu Quartet), Lori Goldston (voor altijd gelinkt aan die ene plaat) en Joe Lally (Fugazi).
Samen staan ze meer dan een half uur garant voor een weemoedige soundtrack waarin soms de stemmen opduiken van Murfi en Murphy. Door het moddervette accent en de grauwe bariton van die eerste doet het daardoor soms wat denken aan de overpeinzingen van Aidan Moffat op zijn Everything’s Getting Older, terwijl de muziek vooral inzet op klagerige cello’s, huilende (alt-)violen en repetitieve gitaarstukjes met hier en daar voorzichtige elektronica-ingrepen. De al even filmische composities van Julia Kent zijn nooit veraf.
Bij sommige stukken (“Kitchen, Infinity”, “Let’s Not Talk About Us”) voel je ook wel dat deze muziek ergens bij hoort, als ondersteuning of commentaar, maar die fragmenten zitten dan wel verstopt tussen andere melancholische passages die beelden afdwingen van druilerige vooravonden en bewasemde voorruiten van wagens die slingerende wegen in verlaten landschappen volgen. Een enkele keer nemen celesta en gitaar het over, zoals in “I Thought We Knew Everything There Was To Know”, maar het effect blijft vergelijkbaar: bedrukkend, een en al verlatenheid.
Ballyturk mist misschien een beetje de zeggingskracht die nodig is om een hele plaat lang de illusie van diepgang te bieden. Toch wordt met deze soundtrack heel wat meer bereikt dan je zou verwachten — met dank aan een vrij beperkte lengte, sommige passages die onverwijld naar de keel grijpen en de vele afwisseling door, onder meer, het gebruik van stemmen. Zeker als je alleen in huis bent, de volumeknop een zwik naar rechts geeft en de lichten even uitlaat.