“You’ve missed your pain?” grijnsde Damien Rice onlangs tijdens zijn verschroeiend intense concert in Brussel het publiek toe. “My new album is about torture. That’s even worse than pain, it’s the anticipation of pain.” Het was meer zelfrelativering dan een waarschuwing. Want op Rices derde plaat lijkt de strijd met zijn demonen eindelijk in z’n voordeel te kantelen.
Dat werd al duidelijk tijdens dat verbluffende concert, waarin Rice zijn gitaar behandelde zoals de liefde dat met zijn hart had gedaan. Het resultaat was pijnlijk mooi. Tussendoor praatte hij verrassend veel, schuwde hij de zelfspot niet, liet hij het (gespeeld) dronken zijn, een enerverende gimmick, eindelijk achterwege. Kortom: hij was gefocust. En zo klinkt My Favourite Faded Fantasy, zijn eerste in acht jaar, ook. Gefocust door producer Rick Rubin, die Rice de essentie van zijn muzikant zijn deed opzoeken, en een einde maakte aan het zelfbeklag waarin Rice zich was gaan wentelen.
Hij wou ermee kappen, Rice. Alle geld en roem ten spijt, hij was geworden wat hij niet wou zijn. De pijnlijke breuk met Lisa Hannigan was een litteken dat nooit echt was geheeld. Hij haatte zijn muziek, kreeg geen drie woorden of noten meer op papier. De woestijn in. Waar Rubin hem finaal uithaalde en als een volleerd muziektherapeut Rice de essentie weer deed herontdekken. Ook Rices nieuwe woonplaats in IJsland had een helende werking. De bijdrage en invloed van enkele IJslandse muzikanten (waaronder Jonsi’s lief Alex Somers) op het rijke, weidse en tegelijk open geluid is dan ook geen toeval.
Een andere focus ligt, nog steeds, op de afgesprongen liefde met Lisa Hannigan. Het is de eerste plaat waarop ze effectief niet te horen is, maar elk woord van spijt en elke stilte tussen de noten ademt haar aanwezigheid. Zo is ze aanweziger op My Favourite Faded Fantasy dan op O. Want op zijn derde plaat stelt Rice zich zo open en kwetsbaar op dat het ook bij u pijn doet. Weelderige arrangementen zalven de wonden die Rice met zijn woorden slaat, melodieën en zanglijnen verkiezen troost boven mistroost.
Bovendien begint My Favourite Faded Fantasy verrassend scherp en avontuurlijk: in het titelnummer zingt Rice onherkenbaar hoog, er hangt dreiging in de lucht. Aan het einde barst die dreiging los in een uitzinnige coda waarin Rice zijn frustraties (“I have never loved another like you”) uitschreeuwt. De toon is gezet. “It Takes A Lot To Know A Man” is een 9 minuten durende symfonie als soundtrack bij Rices zoektocht de laatste acht jaar. Halverwege regent het letterlijk binnen in het nummer, waarna een intrieste wals op het graf van een relatie volgt. Waanzinnig mooi. Maar wel even doorzetten voor de Rice-adept die zijn zoetgevooisde pijn daadwerkelijk gemist heeft. Rice maakt zijn platen in eerste instantie voor zichzelf, dat weze duidelijk.
Maar die fan kan ongetwijfeld z’n hartje ophalen bij het fenomenale “The Greatest Bastard”, dat nu al zonder verpinken naast “The Blower’s Daughter” of “9 Crimes” kan staan. “Letting go is not the same as pushing someone else away”, klinkt als een pijnlijke schuldbekentenis die in weinig songs zijn gelijke kent. Dit wordt een classic. Uit hetzelfde laken gescheurd zijn “The Box” en vooral “Colour Me In”, waarin spijt en wroeging elkaar in de armen vallen en dansen op één tegel. Kippenvel.
Aan het einde van de plaat verandert de toon: de gesloten ogen zijn niet langer naar beneden, maar naar voren gericht. Na de regen priemen er zonnestralen binnen op de plaat. “Trusty And True” rijmt Ierse folk met gospel, slotnummer “Long Long Way” is een bezegeling van het parcours dat Rice de laatste jaren heeft afgelegd. Jonsi kijkt goedkeurend toe. En dan, na acht songs, waarvan er amper één onder de vijf minuten afklokt, is het gedaan. Eén song per jaar afwezigheid. Maar elk van deze nummers is een sonoor beeldhouwwerkje dat met de hoofdtelefoon na een paar dozijn luisterbeurten nog niet alles heeft prijsgegeven. Dit is geen plaat van een dolende ziel met een gitaar en — toegegeven, nogal veel — uitwaaierende strijkers. Dit is een moderne singer-songwriterplaat die de gelaagdheid van de liefde vertaalt naar een gelaagdheid in geluid.
My Favourite Faded Fantasy is een zwijggebaar naar de Ed Sheerans, Tom Odells en andere posterboy singer-songwriters die de laatste jaren oppervlakkigheid met een aandoenlijk miscaste dramatiek probeerden te maskeren. Hun platen even voorbijgaand als kalverliefdes. Dan speelt Damien Rice met dit conceptalbum rond het verwerken van een destructieve liefdesbreuk in een andere categorie. Deze plaat wordt de komende jaren een referentie. Want met My Favourite Faded Fantasy heeft Damien Rice een nieuw meesterwerk in de afdeling ‘hartzeer’ gemaakt. Binnen afzienbare tijd vermoedelijk in het rek ‘klassiekers’, in een lepeltjeshouding met O.