The Campaign

Sketchenhumor uit de Saturday Night Live-stal leent zich niet tot goeie langspeelfilms – getuige daarvan onlangs nog The Watch, een film opgevat als één lange aaneenschakeling van achteloos bij elkaar geïmproviseerde situaties. Regisseur Akiva Schaffer (een SNL-habitué) wist duidelijk niet wat aangevangen met zoveel los materiaal, met als resultaat: een gigantische warboel van een film, barstensvol scènes die geen enkele interne logica vertonen en die vooral bestaan uit de beste quotes die de improvisatiesessies tussen Vince Vaughn en Jonah Hill opleverden. Af en toe zit daar dan een geestige oneliner tussen, maar van een film kan je amper spreken – het bonusmateriaal op de dvd zal ongetwijfeld grappiger zijn dan het eindresultaat. Via een omweg komen we zo bij Will Ferrell, de comedygod met de krullende borsthaartjes.

Will Ferrell is in het verleden al in dezelfde val getrapt als zijn SNL-collega’s, vooral bij Talladega Nights en Step Brothers. Daar laat hij voortdurend zien wat voor een fenomenaal komiek hij is, met enkele werkelijk legendarische en hilarische scènes tot gevolg (‘I’m burying you!’). Maar de logica is soms ook zo ver zoek dat er te weinig drive is, dat het allemaal kabbelt volgens het ritme van de komiek in plaats van het verhaal, en dat die films daardoor ook beginnen aanslepen na een uur. En ’t is met pijn in het hart dat we dat zeggen, hoor: dat komt van iemand die in je in het weekend geregeld kan treffen in een Ron Burgundy-shirt. Wij bedoelen maar. Maar ’t is dan ook – en via een héle grote omweg zijn we nu eindelijk bij The Campaign – de verdienste van Ferrells nieuwste film dat die valkuilen voor het grootste deel ontweken worden. Dat Ferrell zichzelf en zijn neiging om grappen schaamteloos te rekken enigszins kan onderdrukken ten voordele van een relatief klassiek verteld verhaal. Volwassen van ‘m, hoor. En dat ze het hele zaakje verteld krijgen in 85 minuten, zoals een goeie komedie dat hoort te doen. Dat komt de film allemaal ten goede.

In dat door Jay Roach (Meet the Parents, Austin Powers) strak beteugelde The Campaign zet Ferrell bovendien één van zijn meer verdienstelijke personages neer: het even gladde als achterlijke congreslid Cam Brady. Die staat op het punt om zijn ambtstermijn nog maar eens te verlengen doordat hij nooit een tegenkandidaat voorgeschoteld krijgt. Maar een klein schandaaltje brengt hem in diskrediet bij zijn geldschieters, de broers Motch (een knipoog naar de Koch-broers die zich achter Mitt Romney schaarden), met de nodige gusto gespeeld door John Lithgow en Dan Aykroyd. Zij zoeken snel een makkelijk te controleren onbenul en komen uit bij Marty Huggins (Zach Galifianakis), een zachtzinnige dorpsidioot die zich graag voor hun kar laat spannen om zich te bewijzen tegenover zijn vader (Brian Cox mist het Zuiden van voor de Burgeroorlog zozeer dat hij zijn Aziatische huisvrouw steevast met een vuistdik zwarteslavinnenaccent laat spreken). De twee beginnen vanaf hun eerste ontmoeting met moddergooien en proberen elkaar op alle mogelijke wijzen in diskrediet te brengen.

De moeilijkste evenwichtsoefening die Ferrell en Roach in The Campaign uitvoeren, is het balanceren tussen platte R-rated comedy en oprechte, tot nadenken nopende satire. En eerlijk: dat lukt niet echt. Doordat ze zijn weggebleven van een radicaal episodische structuur wérkt de film – kudos dus – maar dat ligt eerder aan de vunzige moppen over kinderen die op de kinderboerderij een geit aan hun snikkel laten likken dan aan de (soms rake) vegen uit de pan die ze uitdelen aan het Amerikaanse politieke systeem. Hoe hard ook wordt geprobeerd om in de klassieke verhaalstructuur te blijven, de humor van Ferrell blijft zo radicaal, zo uitzinnig en zo grotesk dat het ‘realistische’ element van de film niet blijft plakken. ’t Is een volwassen Ferrell, maar een volwassen Ferrell praat nog altijd in quotes zoals ’Staple my balls to my nipples and do sit-ups, this is painful!’. De absurdistische humor voert zo toch weer de bovenhand en zo komt de satire veel minder geloofwaardig over. En zo zie je SNL terug bovenkomen: na drie kwartier moppen tappen is het vaatje vrijwel af, en moet de tweede helft van de film ferm inboeten qua giggles, om zelfs af te sluiten met een moraliserende finale die gerust wat meer risqué had gemogen – want naar Hollywoodnormen is The Campaign best stout.

Diepe inzichten moet je dus niet verwachten, eerder valt The Campaign te vergelijken met de sociale kritiek van Family Guy: zéér aanwezig en zonder blad voor de mond, maar de echte focus blijft op een outlandish soort moppen liggen en daardoor blijft de kritiek nogal vrijblijvend. Ook al bedoelden de makers het waarschijnlijk anders. Maar de beste moppen, die zijn dan wel van topniveau. De film in z’n geheel is lang niet zo goed als 21 Jump Street of het geweldige Ted, maar de beste stukjes wél. Cam die abusievelijk naar een christelijk gezin belt in plaats van zijn maîtresse, om op hun antwoordapparaat de vuilste praat te verkopen! De trash talk tussen Marty en Cam (’Your wife’s like a vacuum cleaner: she sucks, she blows and she gets laid in the closet’)! Dat shot in super slow-mo waarin Cam een baby (in volle close-up) in z’n gezicht mept – inclusief nóg trager slow-moshot van de fopspeen die op de grond klettert! Good shit.

The Campaign is dus een onevenwichtige komedie, een halfgeslaagde satire en een ideale film om in goed gezelschap (een paar maten en een paar bakken bier, liefst) te bekijken. Geen grote kunst, maar wel een onderhoudende, overzichtelijk vertelde prent voor de liefhebbers die tegelijk meer mainstream (het onderwerp) en meer geflipt (die R-rating doet wonderen) is dan de doorsnee-Ferrell. Plus: er valt weer eindeloos te quoten. Waarom niet afsluiten met een paar van de beste uitspraken? ’My hair could lift a car off a baby.’ ’One time I put a firefly in my butthole to make my farts glow. (Over een deur die niet opengaat:) ’Push it.’ – ‘Push it real good?’ Och, eerlijk: we zijn de meeste alweer vergeten, zo snel worden ze je om de oren gegooid. Tijd om ‘m nog eens te gaan bekijken. Dronken, dit keer, zoals het hoort. Proost, Will!

5.5
Met:
Will Ferrell, Zach Galifianakis, Jason Sudeikis, Dylan McDermott, John Lithgow, Brian Cox
Regie:
Jay Roach
Duur:
85 min.
2012
USA
Scenario:
Chris Henchy, Shawn Harwell

verwant

Bombshell

In de nasleep van het schandaal dat de machtige...

The Lego Movie

Er zijn zo van die filmprojecten waarvan je onmiddellijk...

Rise of the Planet of the Apes

Films met antropomorfe apen, wij blijven dat een vreemd...

The Other Guys

Ah, Will Ferrell. Zou er een komiek zijn met...

Dinner for Schmucks

Wanneer Judd Apatow een jaar of twee geleden een...

aanraders

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

The Jesus and Mary Chain

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Hoe moeilijk kan het zijn om een geluidsman eens...

James Brandon Lewis Quartet

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Johnsons jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in