Colin Farrell kan wat ons betreft nog eens tien keer proberen
door te breken, maar onze favoriete Ier met ebbenhouten borstkas en
klinkende stembanden is toch nog steeds Liam Neeson, de
karakteracteur die zich de laatste jaren ontpopte tot de meest
ongebruikelijke actieheld sinds Matt Damon. In ‘Unknown’, ‘Taken’
(de sequel is in de maak) en ‘The A-Team’ mocht hij al aan zijn
mannelijke imago schaven, en nu is hij klaar voor het echte werk:
met de regisseur van die laatste film ging hij in zee voor ‘The
Grey’, een door puur testosteron gedreven overlevingstragedie
waarin de machoheroïek stelselmatig plaatsmaakt voor een grimmig
wereldbeeld, inclusief nihilistische levensles. ‘The Grey’ is
opvallend zware kost, vakkundig verpakt in een ijzingwekkend
spannende variant op films als ‘The Edge’ of ‘Alive’. Cool!
The Neese speelt Ottway, een scherpschutter die in dienst van
olieraffinaderijen en andere bedrijven naar de guurste uiteinden
van de planeet trekt om de werknemers daar te beschermen tegen het
plaatselijke wild. Onlangs speelde hij zijn vrouw kwijt en dat
vreet aan hem. Het leven beu overweegt hij zelfmoord te plegen,
maar dat doet hij toch telkens nét niet. Wanneer hij voor een klus
in Alaska zit, besluit Het Lot hem een handje toe te steken:
tijdens een routineuze vliegreis die hem en zijn collega’s weer
naar de bewoonde wereld moet voeren, stort het toestel neer.
Slechts zeven man – Ottway inclusief – overleeft de crash, allen
smeerlappen, outcasts en verloren zielen. Ze zitten echter vast in
the middle of nowhere, zonder beschutting in de moordende
vrieskou. En alsof dat nog niet genoeg is, worden de zeven
opgejaagd door een roedel wolven die hen één voor één probeert op
te vreten. Cool!
Dat klinkt als een niet al te zeer uit de band springend
horror/survivalfilmpje dat u al eens kan meepikken op VT4, maar je
merkt vanaf het begin dat ‘The Grey’ ánders is. De film begint met
enkele natuurbeelden die de titel van de film perfect illustreren,
wat shots van het kamp waar Ottway zit, en een beeld uit de kroeg
waar het schorremorrie dat er werkt stoom kan afblazen. Heel
simpel, maar ook elegant: je weet meteen alles wat je moet weten
wanneer je Neeson met zijn mistroostige kop aan de toog ziet
hangen. Dit is een man aan het einde van de wereld, en misschien
ook wel van zijn leven. De korte flashbacks zijn daarbij nogal
overbodig, maar alla, niet dat ze storen. ’t Is in ieder
geval duidelijk dat Carnahan niet voor de glossy Hollywoodaanpak is
gegaan. Dit is een film met persoonlijkheid, met een ziel, geen
cookie cutter-afkooksel van genrevoorgangers.
Dat wil nu ook weer niet zeggen dat ‘The Grey’ vrij is van
clichés. Sommige personages komen (aanvankelijk) karikaturaal over
– je hebt er écht één nodig die zorgt voor conflict in de groep,
hè? – en de horrorconventie dicteert dat er al eens een groot beest
uit de donkere bossen moet springen wanneer je dat het minst
verwacht, of dat er tussen de heren toch één snul zit die het wel
een goed idee vindt om even verderop zijn toilet te gaan maken.
‘The Grey’ ontvouwt zich na verloop van tijd echter tot een
bespiegeling over het nut van ons bestaan, de absurditeit van het
lot en de kleine dingen die ons door dit tranendal sleuren – en
hoewel die thema’s vaak eerder vlakaf dan subtiel aangekaart
worden, wérken ze toch, en geven ze de film een nijpende tristesse
mee. Alsof Terrence Malick de postkaartplaatjes en de new
age-mumbo jumbo even zou laten varen om een thriller te
maken over een stel hongerige wolven.
Carnahan laat zich wel kennen als een deprimerende kerel: de levensles die je uit ‘The
Grey’ zou kunnen meenemen is zoiets als “zorg maar dat je je af en
toe eens goed amuseert met je dierbaren, want uiteindelijk is het
toch allemaal zinloos, en gaan we dood,” maar verrassend genoeg
levert die stof toch maar mooi enkele boeiende conversaties op. De
scène waarin een kerel na de crash alsnog overlijdt aan zijn wonden
(mooie gastrol van James Badge Dale), is daarvan een mooi
voorbeeld. Iedereen staat onwennig te schuifelen en te panikeren
omdat die gast veel bloed verliest. Niemand weet goed wat te doen
en de wanhoop staat duidelijk af te lezen op ieders gezicht, tot
Neeson doodleuk tegen de man zegt dat hij aan het sterven is. Het
beste dat hij kan doen is denken aan de mensen van wie hij houdt en
de warmte zachtjes over hem laten komen. Je ziet dat ook de rest
van de overlevenden op een bepaald moment beginnen te snakken naar
dat moment van overgave, en dat zorgt voor een interessante
spanning tussen survival en levensmoeheid. Waarvoor doen ze nu
eigenlijk al die moeite om te overleven, waarvoor vechten ze?
Thematisch gezien is ‘The Grey’ dus – zonder dat je je aan écht
diepgravende levensbeschouwingen moet verwachten – complexer dan je
zou denken. Maar het is als thriller dat-ie nog het meest werkt. De
vliegtuigcrash is één van de meest bloedstollende die wij al gezien
hebben – en gelukkig hebben wij er nog niet al te veel van dichtbij
gezien. De eerste scènes waarin de wolven (een mix van CGI, poppen
en the real deal) tevoorschijn komen zijn ook ongemeen
spannend, en de rest van de speelduur hangt er voortdurend wat de
Engelsen zo mooi een sense of foreboding noemen in de
lucht. Shit’s about to go down, en dat zal je geweten
hebben. Carnahan zet die spanning en momenten van actie trefzeker
in beeld: je weet altijd perfect wat er gebeurt, en da’s al knap
dezer dagen. De tien kleine negertjes-structuur wérkt bovendien,
des te meer omdat de personages geloofwaardig zijn, en je maar
moeilijk kan voorspellen wie zal overleven en wie niet, of in welke
volgorde ze zullen sneuvelen.
‘The Grey’ is ons, met andere woorden, uitermate meegevallen.
Zelden zo’n van pure, droeve lusteloosheid verwrongen actiefilm
gezien. Je zou de film overdreven dramatisch of simplistisch kunnen
noemen, maar het is in zijn eenvoud – de personages zijn tenslotte
ook allemaal eenvoudige zielen – dat de film schittert. Je voelt
dat enkele mensen de dood naderen en zodoende beginnen te mijmeren
over het leven, om dan – bam! – achternagezeten te worden
door schuimbekkende viervoeters in een onherbergzaam
sneeuwlandschap. Oordeel vooral zelf, maar wij vinden dat cool.