Heeft u de afgelopen weken de soap rond stervoetballer Eden Hazard gevolgd? Om maar te zeggen dat het niet makkelijk is om als voormalig kindster volwassen te worden wanneer de pers voortdurend op je huid zit. Ook Joss Stone, sinds haar zestiende voortdurend in de schijnwerpers, moest opgroeien tussen de roem, de aandacht en de druk.
De Britse diva is inmiddels vierentwintig en doopt haar vijfde langspeler LP1, wat duidt op een nieuw begin. Alweer, want wie haar vorige platen kent, weet dat de zangeres in het verleden al meermaals te kampen had met een identiteitscrisis. Zo doopte ze haar derde album Introducing Joss Stone en werd de opvolger daarvan Colour Me Free getiteld. Nu wordt dus weer van voor af aan beginnen met LP1. Het contract met EMI liep af, Joss richtte met Stone’d Records haar eigen label op en trok samen met producer Dave Stewart naar Nashville, dé stad van de countrymuziek. Opener “Newborn” kondigt meteen de wedergeboorte aan: “Let’s treat this day like a newborn baby want to be looked after”.
Wat meteen opvalt — en wat tijdens Stones laatste passage in het Koninklijk Circus ook al duidelijk werd — is dat Joss de giecheltrien steeds meer plaatsmaakt voor Joss de sensuele, haast voluptueuze diva. De chanteuse voelt zich duidelijk goed in haar vel. LP1 werd dan ook in enkele dagen ingeblikt en de nummers baden in een losse sfeer. Het Nashville-effect, quoi. De grootste tekortkoming van haar voorgaande albums, het feit dat de tracks vrij gemaakt, om niet te zeggen, overgeproduceerd, klonken, is dus eindelijk weggewerkt.
Helaas duikt hier een ander probleem op, namelijk dat de nummers op zich te zwak uitvallen. Samen met het optimisme is er immers een zekere vorm van achteloosheid in de plaat geslopen. Het aanstekelijke “Don’t Start Lying to Me Now” buiten beschouwing gelaten, blijven er niet veel nummers hangen. Ook de teksten zijn nog steeds niet Stones sterkste punt. Frasen als “But when the sun shines through the rainbow, I know the truth, I know that all my life I’ll wait for you”, laten horen dat de zestienjarige in La Stone toch nog niet helemaal gestorven is.
Producer Dave Stewart kan de plaat niet redden. Ter voorbereiding op de supergroep die hij aan het vormen is met naast Joss Stone ook Mick Jagger, Damian Marley en A.R. Rahman in de rangen, injecteert hij hier al wat meer rock (“Karma”, “Somehow”) en blues (“Landlord”). Het klinkt allemaal niet slecht, maar o zo braaf en middelmatig. Tenslotte zit niemand te wachten op een tweede Anouk, toch?
Neen, nu tante Amy niet meer is, zou Joss Stone zich beter focussen op het terugwinnen van de titel van Britse soul & funkprinses. Het mag gerust opnieuw wat meer vlammen en swingen. Pas dan zal de Britse blondine, na vier middelmatige platen en dito gedaantewisselingen op rij, eindelijk een fatsoenlijk vervolg aan haar The Soul Sessions kunnen breien.
Of was dat debuut een pure toevalstreffer? Wij zijn nog steeds bereid om daarop “neen” te antwoorden, omdat het talent van Joss Stone buiten kijf staat. Al mag daar snel een bevestiging op komen. Want, identiteitscrisis of niet, LP1 blijft veel te veel aan de oppervlakte om een diepe indruk na te laten.