Bizarre Leprous Productions, 2010
Deelnemersfiche talentenjacht “Neêrlands grootste
ongein”
Naam: Rompeprop
Kunstvorm: muziek (protest tegen het toekennen van
dit etiket aan deze deelnemer. Hoe kan je dit in Jezusnaam muziek
noemen?)
Stijl: Grindcore, pornogrind en goregrind variaties.
Herkomst: G(r)e(i)ndhoven (De heren, als we die
ongure, langharige, met bloed besmeurde sujetten zo kunnen noemen,
stonden op deze spelling)**
Naam ingediend project: Gargle Cumics
Korte Omschrijving van het project: Recentste full
length album van dit orkestje. De muziek is erg basaal en meestal
snel, met dubbele basdrums, maar ontegensprekelijk niet verstoken
van vette grooves. De zanger bedient zich van elektronische
vervormers om zijn stem een onmenselijk lage en gorgelende klank te
geven. Van de teksten verstaat de luisteraar met andere woorden
geen jota. Gitaar en basgitaar spelen bijna uitsluiten
ritmepartijen en zijn ontieglijk laag gestemd. De 16 nummertjes
zijn op een uitzondering na kort (<3min). De deelnemer
onderneemt gewaardeerde pogingen om te variëren in tempo, structuur
en stijl van de nummers. De titels zijn gesteld in het Engels of
Noord-Brabants dialect, bij de teksten dat valt niet uit te maken.
De onderwerpen die hierin vervat liggen zijn, kort samengevat,
verwerpelijk. (De sujetten moesten uitwijken naar Tsjechië om een
platenlabel te vinden, waarschijnlijk omdat in een beschaafd land
geen mens wat ziet in deze smakeloze grap)**
Beoordeel volgende kenmerken van de act om uit te maken dat
het hier wel degelijk ‘ongein’betreft en geen wansmaak, leute of
pret:
Minderheden: Allochtonen
(‘Achmeds Arum (The Perfect moshlimb)”), oude vrijsters (‘Tante
Shampoo’) en homoseksuelen (‘Pikzwarteflikkerkak’) worden op een
smakeloze maar overduidelijk ironische manier over de hekel
gehaald.
Ouderlingen: ‘Porn to be Wild’ is een
Rompepropiaanse remake van ‘Born To Be Wild’: prettig en smakeloos,
maar herkenbaar en slechts 90% respectloos.
Cultuur: Veelvuldig gebruik van eigen dialect en
in ere houden van lokaal idioom zoals in ‘Strong, wie het oe
gescheten’. Verwijzingen naar lokale gebruiken, bijvoorbeeld in
‘Horrible Hangover’.
Man/vrouw relaties: Scherpe observaties zijn terug
te vinden in ‘M’n Lul’ en ‘Scottisch Handcuffs’. Deze zijn wel erg
eenzijdig mannelijk en getuigen van een paternalistisch
wereldbeeld.
Surprises: Weinig (on)aangename verrassingen of
plotwendingen te ontdekken, behalve wat spielereien met de
stemvervormer.
Beoordeel volgende kenmerken betreffende het aanwezige
talent:
Originaliteit: project
vertoont oppervlakkige gelijkenissen met bands als Agathocles,
Bloodduster, (oude) Leng T’Che.
Spelniveau: redelijk, geen negatieve uitschieters
of opvallende prestaties, hoewel de drummer zeker een eervolle
vermelding verdient.
Uitvoering: Coherent, kort en bondig, erg gepast
bij deze stijl. Het album als geheel heeft een onmiskenbare flow
die het de luisteraar mogelijk maakt gedurende 34 minuten in de
onzinnige en gore wereld van de band te stappen. Sommige nummers
worden ingeleid door stukjes film of theater. We vinden ondermeer
verwijzingen naar Theo Maassen en Monty Python’s Flying
Circus.
Visueel: Deelnemer bedient zich van nepbloed en
kostuums tijdens optredens. De hoes van het album is getekend in
‘superheldenstijl’, en beeldt de band af die zich te goed doet aan
alcohol en onderwijl een poging onderneemt wat monsters te
bestrijden.
Conclusies:
Deelnemer wordt
toegelaten tot tweede ronde onder voorwaarden.
Deze zullen te zijner tijd aan de deelnemer medegedeeld worden en
hebben vooral betrekking op de ingeschatte risico’s in verband met
openbare zedenschennis en openbare dronkenschap.
** Persoonlijke nota des invullers, dhr. Sphink Ter Toe,