Eigenlijk vroegen we ons na dat straffe debuut Panic Prevention af of er nog meer in Jamie T zat, of dat het vat hiermee af was. Een kleine twee jaar later wordt met Kings & Queens gelukkig alleen maar bevestigd wat we toen al wisten: Jamie Treays is — dubbel onderstreept — een groot talent.
Panic Prevention leek met zijn vele vermengde genres wel een muzikaal spel; de vrijheid die T zich op die plaat permitteerde, maakte hem memorabel. Dit was meer dan een doorsnee eenentwintigjarige singer-songwriter, dit was speciaal en origineel. Twee jaar later is de progressie na een drietal luisterbeurten al te bespeuren. We weten nu zeker dat oude nummers als “Sheila” en “If You Got The Money” kunnen worden overklast. Kings & Queens is goed, zelfs beter dan dat debuut.
Met Kings & Queens slaat Treays exact dezelfde weg in als op die voorloper. Opnieuw krijgen we een combinatie van reggae, grime, folk en indierock. De troubadour uit Londen zingt echter niet bepaald over de normaalste zaken in het leven, en kan ook niet als een doodgewone tekstschrijver worden omschreven. T is een duivelse verteller, semi-rappend, semi-zingend — zoals Just Jack — die experimenteert in een leven vol drugs, paniekaanvallen — waardoor hij vorige maand zijn tour moest aflasten — en liefde.
“368” komt traag op gang, alsof Jamie T niet goed gestart raakt met dat nieuwe album, tot het refrein aanbreekt: een hypnotische, vervormde Pokémonstem, met scherpe Glasvegas-gitaren die in de verte weerklinken. Eerste single “Sticks ‘n’ Stones” is dan weer een adrenalinebom. Treays’ energie vindt een uitweg in edgy gitaren die worden overklast met zijn extroverte rapkunst. En dan is er nog de combinatie van punk en de Babyshamblesachtige riff in “British Intelligence”, waarmee T aantoont dat niet al zijn songs catchy beats moeten hebben.
Treays gaat zelfs verder met zijn akoestisch begeleide songs, waar hij de nadruk op vrouwenliefde legt, aantonend dat hij fouten maakt in zijn leven. De jonge Londenaar kan als geen ander situaties en personages beschrijven: “bruised and bloody, i’m lying on the ground/ and I’m aware I let the poor girl down/ now I’m dying as a message to the town/ this what happens, if you fuck around”, tintelt hij na van emoties in “Emily’s Heart”, terwijl hij in het folky “Jilly Armeen” opgeluchter — toch nog steeds emotioneel — klinkt, alsof hij verlost is van de steeds terugkomende problemen.
Voorafgegaan door de drum&bass drum in “Spider’s Web” wordt het hoogtepunt van de plaat bereikt bij “Castro Dies”, verwijzend naar Fidel Castro, waar T tegen alle regels in begint te rappen als Eminem, met foute synths op de achtergrond die net zo goed uit de stal van Timbaland of een andere r&b-generaal hadden kunnen komen. Catchy genoeg om de schaamte te verdrijven dat we ervan houden.
Kings & Queens is vrijwel zeker het meest eclectische album van 2009, maar vooral een van de beste platen die dit jaar op onze iPod zijn verschenen. Treays mag zich vrijwel zeker op een mooie plaats nestelen in onze eindejaarlijstjes.
Jamie T speelt op 16 februari 2010 in de Orangerie te Brussel.