Het verleden is hip. Als er één ding is dat je moet onthouden na
beluistering van ‘Everyday Demons’ is het wel dat. Alsof we plots
naar de beginjaren van de hardrock worden gekatapulteerd maar
ergens een bocht half gemist hebben, zo klinkt de nieuwe van The
Answer, de Ieren die in het spoor van Wolfmother in 2005 al uitpakten met het intussen
vergeten ‘Rise’. Niets mis met het eren van wijlen de groten der
aarde uiteraard, maar een goede tekstschrijver had hier toch veel
gegniffel kunnen verhelpen. De titel spreekt namelijk voor zich:
‘Everyday Demons’, geen mythische creaturen of ontzagwekkende
landschappen hier, maar zogezegde emoties met de grote E. Zeer
lovenswaardig, zij het wel zeer povertjes uitgevoerd.
Wanneer bijvoorbeeld brulboei Cormac Neeson
“Pride/Pride/Pride” begint te schreeuwen in het
gelijknamige nummer weten we niet of we het nu op een huilen of
lachen moeten zetten. Zonde, want met naar de bombastischere U2
neigende gitaartapijten schuilt er een dijk van een nummer onder de
klinkklare nonsens. Uit hetzelfde vaatje tapt ook ‘Cry Out’, dat
slechts geinig wordt wanneer naar het einde toe wat backing vocals
de eentonigheid komen verstoren. Zeer aanstekelijk wel.
Muzikaal kunnen ze de vergelijking met The
Darkness en aanverwanten echter wel weerstaan, de juiste
ingrediënten zijn alvast aanwezig: gitaarriffs uit Angus Young z’n
nachtkastje, een zanger die in een late pubertijd verkeert en een
laagje bombast in de beste/slechtste Queen-traditie. Een goede tip
voor de mannen van The Answer is ofwel de aanschaf van The Lord Of
The Rings, dat ze daar maar eens wat teksten uit puren, of het
onder woorden brengen van geloofwaardige gevoelens, iets in de tred
van: verdorie, mn wc-papier is op!
Onder de vermomming van een engelsonkundige verdient ‘Everyday
Demons’ meer lof dan we het plaatje al toegezwaaid hebben
totnogtoe. Een handvol nummers is sterk genoeg om een kolkende
arena in bedwang te houden en de geur van het verleden weet de
‘vroeger was het toch goed’-snaar vaak mooi te beroeren, zoals in
het sterke openingsduo ‘Demon Eyes’ en ‘Too Far Gone’. Afsluiter
‘Evil Man’ charmeert eveneens, wat des te meer opvalt omdat die na
het gedrocht ‘Comfort Zone’ komt, waarbij eerder die een oefening
in meligheid lijkt dan een echt idee, maar daar duikt onze
talenknobbel weer even op.
Maar als er één reden is om The Answer niet zomaar in de vuilnisbak
te kieperen, is het wel dat ze, niettegenstaande hun zeer
voorgekauwde lyrics, veel minder artificieel aandoen dan pakweg Hot
Leg (de nieuwe van ex-The Darkness-frontman Justin Hawkins). Welja
ze verliezen af en toe wel eens stevig de pedalen, maar het hart
hebben ze wel op de juiste plaats. Nu nog de tong en ons
enthousiasme zou behoorlijk de hoogte in schieten. Tot dusver
houden we het bij een voldoende; al bij al geen al te misse
eindbalans voor een stel nostalgische dertigers denken wij zo. Maar
tot ze instrumentaal gaan of onze eerdere tips in overweging nemen,
blijven wij The Datsuns de koningen van de hardrock-revival
vinden.