Wie graag in etnische stereotypes gelooft, zal onze Duitse broers en zussen ongetwijfeld beschouwen als ietwat nors en onbehouwen. Finesse en gratie houdt voor hen in dat de versleten laarzen iets minder hard dreunend neerkomen. Dat de frêle K.C. McKanzie nu al drie platen lang het tegendeel tracht te bewijzen, is hoopgevend.
De vergelijkingen met Emmylou Harris, Gillian Welch, Sandy Denny en Michelle Shocked die her en der opduiken, houden uiteraard geen steek. McKanzies zachte stem haalt nergens de maturiteit of volheid van de voornoemde dames en ook haar songs kunnen zich niet meten met het werk van de vermelde artiesten. Maar jonge veulens mogen niet vergeleken worden met gevestigde waarden, want zij zullen haast altijd het onderspit delven. Wie hen beoordelen wil, moet alleen de eigen merites in ogenschouw nemen.
Wie alle vooroordelen en verwachtingen laat varen, hoort een jonge zangeres die langzaam maar zeker haar pad binnen de verstilde country aan het zoeken is. Samen met haar compagnon Budi laat ze opnieuw horen wat ze in haar mars heeft en welk potentieel er onderhuids aanwezig is. Hammer And Nails is geen instantklassieker of onontdekt meesterwerk, maar wel een fraaie plaat vol luisterliedjes.
Zo is het moeilijk om niet spontaan zacht mee te wiegen met het alleraardigste “Adam”, dat zich middels banjo en gitaar kennen laat als een laatavondsong die ergens op een veranda in the south door een southern belle gebracht wordt. Bij “Pretty Horse” is de veranda ingeruild voor galopperende paarden en een zweem van godsdienstwaan, al is het schuim vooralsnog nergens te bekennen.
Naast banjo en gitaar is vooral de contrabas een vaste waarde op de plaat. De nadrukkelijke aanwezigheid in onder andere “Summer Blue” dreigt echter de andere instrumenten en zelfs de stem te overschaduwen. Toch kan dit instrument ook een meerwaarde vormen, getuige “Salt”, waar het in belangrijke mate de ruggengraat van de song vormt. De spaarzaamheid en het minimalisme van McKanzie is haar troef, maar ook haar achilleshiel.
Na enkele nummers dreigt de plaat immers te verzanden in eenheidsbrij, zelfs al blijkt bij het beluisteren van de individuele songs dat de nummers onderling niet zomaar inwisselbaar zijn. “See, How You Mastered Me” bijvoorbeeld maakt handig gebruik van de drums om zijn pompende ritme kracht bij te zetten terwijl diezelfde drum in “Razorblade” veeleer voor een countrywals annex ballad opteert.
Dat niet alle nummers even sterk zijn, was te verwachten. Hoe aardig “You Deserve Me” ook mag zijn, het blijft een nummer dat niet echt bijblijft of beklijft. “That’s All I Am” is in hetzelfde bedje ziek. Tweemaal wordt er een niet onaardige countryballade geserveerd, maar wie zachte songs wil brengen, moet compositorisch sterk genoeg staan. Op dat vlak staan “Rolling Tide” en “Wide Awake” alvast veel beter hun mannetje. Het zijn geen doorwrochte nummers maar ze weten wel de juiste sfeer op te roepen.
Hammer And Nails is een luisterplaat met een countryinslag. Grootse nummers of wereldsongs zijn hier niet terug te vinden, wel zachte schetsen en intieme liedjes die het meest gebaat zijn bij een bereidwillige stilte of hoogstens wat geroezemoes. K.C. McKanzie is niet luid(ruchtig) noch theatraal zoals sommige van haar bekendere landgenoten. Misschien maakt dat alleen al haar de moeite van het ontdekken waard.