Het concept lp blijft dankzij een groep van vinylliefhebbers manmoedig standhouden. En ook al neigt het in een aantal gevallen naar een vorm van snobisme, waarbij de drager belangrijker wordt dan datgene wat erop staat, toch valt er voor de lp als concept iets te zeggen.
Niet alleen komt het artwork veel beter tot zijn recht bij de grotere hoezen, ook het hele ritueel dat het afspelen van een lp met zich meebrengt, inclusief het omdraaien van de plaat, roept een gevoel op dat het steriele van een cd in de speler pleuren of — godbetert –een muziekbestand aanklikken, nooit zal evenaren. Het Gentse Glasvocht-label dat zich tot voor kort vooral beperkte tot cd-r’s en enkele cd’s brengt nu met de split-lp — geen enkel andere drager leent zicht hier beter voor — Harris Newman/Mauro Antonio Pawlowksi een eerste "vinyl only"-release uit.
De Canadees Harris Newman is geen nobele onbekende voor wie vertrouwd is met de Constellation-clan. De man speelde onder meer bij Godspeed You! Black Emperor, Hrsta en Set Fire To Flames, én bracht vorig jaar samen met zijn maatje Bruce Cawdron onder de naam Triple Burner een nieuw album uit. Op deze lp doet hij echter het weer alleen en zoekt hij aansluiting bij zijn twee vorige soloalbums.
Mauro Pawlowski, de Limburger met Pools-Italiaanse roots, is nog drukker in de weer dan de karikaturale Poolse loodgieter uit Eurosceptische gruwelverhalen, zodat het haast niet meer bij te houden is hoeveel releases de man nu eigenlijk al uitgebracht heeft, laat staan onder welke namen hij al opereerde. Maar net als Newman zoekt ook Pawlowski hier aansluiting bij vroeger werk, meer bepaald bij het al enige tijd uitverkochte Secret Guitar, een plaat vol gitaarimprovisaties waarop Pawlowski zijn voorliefde voor experimenten kon uiten.
Pawlowski’s bijdrage is dan ook een pak minder toegankelijk dan Newmans inbreng. Waar deze laatste opnieuw kiest voor zorgvuldig uitgevoerde meesterwerkjes op de akoestische gitaar, wil Pawlowki vooral de mogelijkheden van zijn gitaar en bereik onderzoeken binnen een bepaald stramien en binnen een bepaalde structuur. In tegenstelling tot Newman, die kiest voor langere en meer uitgesponnen nummers, zijn op deze tweede helft dan ook vooral korte nummers van nauwelijks twee minuten te rapen.
Toch vullen beide helften elkaar aan. Na een eerste lang uitgesponnen song die net geen twaalf minuten duurt, last Newman een korte adempauze in met een indrukwekkende fingerpicking song alvorens een derde en laatste maal te verrassen met een bezwerend nummer dat zijn talenten als muzikant en "sfeerschepper" nogmaals onderstreept. In de stilte die volgt, kan de roes komen en kan het lichaam zich voorbereiden op de tweede act.
Op deze tweede helft wordt immers vooral het "experiment" geëerd — een enkele keer kan men de vergelijking met Ignatz maken — en worden korte klankstructuren getest op hun levensvatbaarheid. Jammer genoeg laat Pawlowski zijn nummers al vallen nog voor ze zich goed en wel aangediend hebben, waardoor ze niet meer dan schetsen blijven. Dat het geheel zich op plaat aandient, verhelpt dit euvel weliswaar ten dele doordat de plaatkant als één nummer beschouwd kan worden, maar toch is hier sprake van een gemiste kans, vooral voor een natuurtalent als Pawlowski.