Aah, de IJslandse muziekscene en de mooie, soms heerlijk kinderlijke liedjes die ze voortbrengt. Wij mogen graag in visioenen overvallen worden door de gezamenlijke, terug kind geworden leden van Sigur Rós, Múm, Mugison en Worm Is Green, allemaal samen bij juf Björk in de eerste klas. Ook in dat klasje zit Einar Tonsberg, ofte Eberg.
Twee jaar geleden raakten wij min of meer toevallig in het bezit van ’s mans debuut, Plastic Lions, en hoewel wij die plaat niet over de hele lijn wisten te appreciëren, te veel experiment, te weinig songs, werden we op slag smoorverliefd op enkele pareltjes van — zoals we het nog het best zouden kunnen omschrijven — helium-pop. Sinds die dag verlangden we in stilte naar een opvolger en nu die er is willen we dan ook graag God, onze ouders en P.Diddy bedanken.
Maar ter zake, wij poneerden de term "helium-pop", en laten we die even toelichten. Op Plastic Lions maakte Eberg in heel wat tracks gebruik van een stemvervormer, die zijn stem zeer ijl en angeliek deed klinken, vandaar dus helium. En pop is eigenlijk een ontoereikende term om ’s mans muziek te definiëren. In feite is dit indietronic, zoals ook de Morr-artiesten die in hun meest dansbare momenten maken, maar begeef u dan wel eerst uit de grijze straten van Berlijn, voeg wat rare geluidseffectjes toe en maak een sprong naar een gletsjerachtig landschap waar u pardoes in een warmwaterbron terechtkomt.
De heerlijke single, "Love Your Bum", laat er meteen geen twijfel over bestaan, Eberg is nog steeds de man van de gestoorde geluidjes. Het nummer neemt tot twee keer toe een valse start, lijkt dan in een versnelde ballad uit te draaien, maar belandt via een elektronisch bruggetje in een fuifzaal voor hoogbegaafde nerds. Aan het eind mag zelfs de ons zo vertrouwde stemvervormer weer opdraven. Nice! "I’m Moving To Wales" was al maanden op het internet te vinden, en toont Eberg van zijn meest poppy kant. Dit nummer zou qua sound zelfs zo in de namiddagprogrammatie van Studio Brussel kunnen, het is dan ook jammer dat ze daar momenteel een commercial only-politiek voeren.
Nog meer lekkers in het bijzonder mooie "Sober In June", een track die begint als een geslaagde oefening in het singer-songwritergenre, halfweg even helemaal tot stilstand komt, en dan op een ander, voller en vooral, nog veel mooier élan doorgaat. "I am so fucked up now that I must be in love, somehow", klinkt het somber, maar wij smelten als ijsblokjes in de microgolf. En ook met het zomerse "The Twinkle Tune" en het aan Junior Boys schatplichtige "Inside Your Head" zitten wij in een viersterrenhotel, ergens in een mooie regio van muziekland.
En oh, wat hadden we het graag met de mantel der liefde willen bedekken, maar het is onze taak u voldoende te informeren en u in dit geval dus mede te delen dat er ook twee suckers op deze plaat staan. "This is silly/it should be simple/it simply should be" zingt Eberg in"My Mín", en als hij het over de track zelf zou hebben, kunnen wij hem daarin enkel volmondig gelijk geven. Het nummer lijkt wel het muzikale equivalent van een cryptogram: wij kunnen amper omschrijven wat we nu precies horen: een trage, bleepy sleper met klassieke elementen en een donkere twist. Bizar. Ook "Dirk And Sabine" doét het niet. Twee minuten, zo saai dat we ze ons na tien beluisteringen nog steeds niet voor de geest kunnen halen, en daarna nog drie minuten met een iets té nadrukkelijk wake up-callkarakter, leveren samen vijf minuten rommel op.
Afsluiters "Fun Anyway" en "Place Between Now And Then" zijn twee gevallen van net niet. "Fun Anyway" had een mooie popsong kunnen zijn, maar wordt brutaal omvergelopen door verdwaalde shoegaze-gitaren; "Place Between Now And Then", op zijn beurt, wil een mooie, intieme afsluiter zijn, maar vergeet ons naar de keel te grijpen. Voff Voff dus, en wat d´t betekent, we hebben er het raden naar. Laten we gokken op een goedbedoeld ’Bijna Bijna’.