De release van een Pearl Jam-plaat gaat steeds weer gepaard met een
recidivistisch spel van extremen. Sommigen zullen blijven
verkondigen dat elke nieuwe worp van de grunge-iconen een nieuw
hoogtepunt in hun oeuvre is en anderen volharden in de boosheid
door te beweren dat de band beter zou stoppen met platen maken
omdat ‘Ten’ toch nooit meer zal overtroffen worden. In beide
gevallen gaat het uiteraard om dikke zever en de fans met enige zin
voor nuance weten dat in de carrière van Pearl Jam verschillende
hoogtepunten op te sommen zijn zonder die paar onvermijdelijke
dalen te ontkennen. De keiharde waarheid is dat Vedder en co nog
nooit een echt slechte plaat hebben afgeleverd en daardoor hangt
een aura van kwaliteit rond de groep, die zelfs met een ferm uit de
kluiten gewassen speld niet te doorprikken valt. Hoewel platen als
‘Binaural’ en Riot Act bij vele
Pearl Jam-adepten in minder goede aarde vielen, haalden ook deze
albums een meer dan behoorlijk niveau. Met hun achtste langspeler
keert Pearl Jam echter terug naar hun beginperiode: een beslissing
die fans van ‘Ten’ en ‘Vitalogy’ enkel zullen toejuichen. ‘Pearl
Jam’ grossiert dan ook in snedige rocksongs die bewijzen dat deze
band op leeftijd nog steeds venijnig uit de hoek kan komen. De
urgentie en viriliteit barst veel meer uit de luidsprekers dan bij
de vorige platen, maar ‘Pearl Jam’ daarom hun beste album noemen
sinds ‘Ten’ is dan ook weer dik overdreven. Daarvoor steken een
paar songs te weinig boven de middelmaat uit.
‘It’s a shame to awake in a world of pain / What does it mean
when a war has taken over‘: Vedder laat in ‘World Wide Suicide’
geen twijfel bestaan over zijn kapotgeslagen geloof in de wereld en
de manier waarop hij zijn politieke aanklacht uitschreeuwt, is
overtuigend te noemen. Toch heeft het nummer iets te veel weg van
een al te conventionele, voorspelbare protestsong om een blijvende
indruk te maken. Geef ons dan maar opener ‘Life Wasted’: we horen
dezelfde passie en het gierende gitaarwerk is ook hier top
notch, maar de iets subtielere tekst en de mooi
uitgebalanceerde afwisseling tussen harde en rustige passages
verlenen dit nummer een langere houdbaarheidsdatum. Ook de
herwerkte, naakte versie van het nummer, ‘Wasted Reprise’, weet
door een berustende orgel te boeien.
Op de eerste helft van de plaat horen we Pearl Jam op hun vitaalst.
‘Comatose’ is vlijmscherp als een glimmend scalpel en ook in
‘Severed Hand’ vechten Gossard en McCready bitsige gitaarduels uit,
tot de song een versnelling lager schakelt met een prachtige
zangpartij van Vedder als resultaat. ‘Marker in the Sand’ neemt
eveneens een verschroeiende start om dan gas terug te nemen en alle
ruimte te laten aan de vocals die op de hele plaat prominent
vooraan in de mix zitten.
‘Parachutes’ fungeert echter als de muzikale doos van Pandora want
met deze song gaat het niveau even de dieperik in. Dit is een
ballad op automatische piloot die naarmate de tijd vordert, als een
gammele Boeing 747 in zee stort. De zwarte doos hoeft wat ons
betreft niet teruggevonden te worden. ‘Unemployable’, de kroniek
van een aangekondigd ontslag, houdt de schijn op met mooie backing
vocals en een tekst die je dwingt te luisteren, maar songs als
‘Nothing As It Seems’, ‘Can’t Keep’ en ‘You Are’ vonden wij toch
nog een pak straffer. Net als ‘Word Wide Suicide’ rockt ‘Big Wave’
een lekker eind weg, maar na een paar luisterbeurten slaat de
verveling ook hier onverbiddelijk toe. ‘Army Reserve’ gaat dan weer
de goede kant uit, maar het nummer doet net iets te veel aan REM
denken om goed te zijn. Gelukkig weet het tweede echte rustpunt op
de plaat, ‘Gone’, wel te boeien met een mooie afwisseling tussen
akoestische en elektrische gitaren.
Met deze plaat heeft Pearl Jam de snedigheid en de scherpte van
weleer teruggevonden en hun passage in het Sportpaleis wordt
ongetwijfeld een spannend rockconcert om duimen en vingers bij af
te likken. Viriliteit alleen is echter niet voldoende om een
wereldplaat te maken, en hoewel ‘Pearl Jam’ heel wat sterke songs
bevat, kan ze toch niet over de hele lijn overtuigen. Dit album zal
nog wel regelmatig zijn weg vinden naar onze cd-speler, maar als we
een plaat willen horen die credibility verzoent met coherentie en
een perfecte spanningsboog, leggen we toch liever nog eens The Woods van Sleater-Kinney op.