Na meer dan drie lange jaren horen we eindelijk nog eens iets terug van Garbage. Luttele beluisteringen van Bleed Like Me later weten we terug wat we al die tijd zo hard gemist hebben, een paar draaibeurten verder moesten tafels en stoelen aan de kant voor uw rondspringende dienaar. Bij ons heet dat "een hartelijk weerzien".
Het moet toen in 1995 niet gemakkelijk geweest zijn voor een beginnende Amerikaanse groep om een debuutplaat uit te brengen. Laat staan als je Butch Vig heet en bekend staat als de producer van het legendarische Nevermind. Kurt Cobain had net voor de dichtstbijzijnde uitgang gekozen, en de schaduw van de imposante grungebeweging hing dominant boven het muzieklandschap. Tot overmaat van ramp kwam alle heil sinds Definitely Maybe van op de Britse eilanden.
Het mag dan ook niet zo verbazen dat de nochtans geweldige debuten van Garbage en Foo Fighters dat jaar wel goedkeurend werden onthaald, maar ook als "slechts" de nevenprojecten van de oud-producer en -drummer van Nirvana. En niet als de halve klassiekers die ze tien jaar later blijken te zijn.
Pas nu is immers duidelijk welke grote groepen zowel Garbage als Foo Fighters zijn geworden. Dave Grohl en co bewezen dat twee jaar geleden op Pukkelpop met een eindeloze greatest hitsshow (graag straks van hetzelfde op Werchter, Deef!), we verwachten van Garbage deze zomer niet anders. Bleed Like Me is immers hun beste plaat sinds dat titelloze debuut tien jaar geleden.
Nog steeds is er die tweespalt tussen mooi en lelijk die de groep nu al zo lang kenmerkt. Dus wordt de stevig binnendreunende (Dave Grohl gaat nooit onopgemerkt achter een drumkit zitten) opener "Bad Boyfriend" meteen weer gecounterd door een even zoetgevooisd als onweerstaanbaar popnummerke als "Run Baby Run". De vinnige single "Why Do You Love Me" kent u al van de radio, hier komt ze beter tot haar recht. Lang geleden dat we nog eens zo enthousiast waren over een single: poppend, rockend, en in het refrein een energiestoot die deugd doet. Daarna komt de titelsong maar wat vlakjes over.
Wat we ook nog herinneren van Manson & co: een echte Garbageballad is nog altijd vooral mooi. Vroeger was er "Milk" en "The Trick Is To Keep Breathing", nu heet het prijsbeest "It’s All Over But The Crying". Manson heeft een pracht van een stem, en dat komt vaak pas in een song als deze tot uiting.
Maar Garbage heeft niet zoveel zin in nog van die trage. Na drie jaar stilte mag er gerockt worden, en dat meer dan op BeautifulGarbage: het potige "Boys Wanna Fight" lijkt nog het meest op het meer met elektronica doorspekte materiaal van Version 2.0 en doet zijn titel alle eer aan. Met "Sex Is Not The Enemy" schrijft Shirley Manson eindelijk haar manifest en veegt ze ook nog eens de vloer aan met het puriteinse Amerika. Daar kan geen tet van Janet tegenop.
Ongelofelijk dat deze plaat het resultaat is van drie moeilijke jaren, een bijna split en andere ellende. Of net niet, misschien: nu ze al die miserie overwonnen hebben, bulkt de groep duidelijk van de goesting en wil ze er weer tegenaan. Bleed Like Me is weliswaar geen meesterwerk, maar zeker meer dan voldoende om na drie jaar terug hun plaats aan de top te heroveren. Garbage is nog niet af te schrijven.