Er staan de laatste tijd veel verjaardagen op de Garbage-kalender. Nog maar pas werd 20 jaar Version 2.0 in de bloemen gezet, of de band zelf mag 25 kaarsen uitblazen. Dit zilveren jubileum krijgt een korte tour, die voornamelijk steden aandoet waar “20 Years Paranoid” geen halt hield. Brussel kreeg dus met enige vertraging nog een aantal nummers uit deze tour voorgeschoteld. Vooral “Dumb” sloeg daarbij in als een bom: een nummer waarvan je niet begrijpt dat de band het sinds de album launch tour niet meer live bracht. Dat “Wicked Ways” tot nu toe genegeerd werd in sets laat zich beter verstaan, maar in zijn zwaardere nieuwe arrangement stáát het er plots. Een flard Depeche Mode in de staart bekroont de ingevlochten industrial-toets.
Deze set was absoluut geen rehash van de vorige tour, hoewel de band duidelijk nog steeds in de 2.0-sfeer hing voor de arrangementen. We kregen dus de harde, elektronische Garbage te zien en kloegen daar absoluut niet over. De strak gespeelde opener “Control” liet tropische stapelwolken samenklitten en meteen hun bliksems over “#1 Crush” schieten, dat in een licht vertraagde versie nog dreigender obsessief klonk. Een groot deel van de set baadde in dit obscure sfeertje, van een wavy “No Horses” tot de in pek gedrenkte finale van “Even Though Our Love Is Doomed”.
Te gepasten tijde doorbrak een vlijmscherp gitaarsalvo de doemgloed. De oudste telg uit de set, “Vow”, klonk er retestrak door. Daarbij horen ook kudo’s voor Matt Walker die te elfder ure voor een revaliderende Butch Vig inviel. Op de iets te makke kletsen in “Bad Boyfriend” na hield hij zich overtuigend overeind achter de drums. Ook andere, nochtans quasi platgespeelde klassiekers stonden er scherper dan ooit. In tijden niet zo’n vlammend “Push It” gehoord, bijvoorbeeld, een single die sinds de reünietour te vaak tot een popklassieker verbouwd werd. Garbage is gelukkig niet de band die hun set tot een voorspelbare best of beperkt. Er was ook plaats voor een beperkte release (de goth ballad “On Fire”) of een vergeten track uit een minder presterend album (“Parade”). Meer zelfs, ook dit obscuurder werk kreeg een nieuw jasje aangemeten. De verkilde versie van “Cup Of Coffee” gaf het gebroken hart onder de song pas echt prijs en verbouwde een fletsere song van Beautiful Garbage tot een hoogtepunt.
Het siert de band dat ze spelen voor hun trouwe fanbasis en deze oprecht een warm hart toedragen. Anekdotes over herinneringen aan vorige AB-passages of hun eerste gouden plaat in België maakten de verklaarde liefde voor Brussel authentiek. Naast energie heeft frontvrouw Shirley Manson na 25 jaar immers ook nog geen splinter van deze authenticiteit verloren. Au contraire. Ter introductie van een in regenbooglicht gedoopt “Cherry Lips” vroeg ze iedereen die tegen gelijke rechten op basis van ras, geslacht of seksualiteit wil pleiten om een eigen microfoon te zoeken en “another shitty band” te vinden om fan van te worden. Mic drop momentje.
Twee decennia na hun grootste successen staat Garbage er sterker, gepassioneerder en activistischer dan ooit. Als deze set een staalkaart was van opvolger Strange Little Birds die op dit eigenste moment in de maak is, dan wordt dat er een om van te likkebaarden. Waarschuw Night Of The Proms maar al dat Shirley en de haren nog minimum 25 jaar op deze podia blijven.