



Agatha Christie schreef in 1939 ‘And Then There Were None’, in het
Nederlands vrij losjes vertaald naar ‘Tien Kleine Negertjes’. Wist
zij veel dat deze afvalrace met dodelijke slachtoffers later één
van de meest verfilmde uitgangspunten zou worden. Ook ‘Mindhunters’
borduurt zonder al te veel franjes op die premisse voort: een
allegaartje van persoonlijkheden bevindt zich op een van de
buitenwereld afgesloten plaats (hier een eiland) en wordt één voor
één naar de slachtbank geleid. Zodra hun aantal begint te slinken,
stijgt de spanning en is het afwachten wie het volgende slachtoffer
wordt. De opbouw van een dergelijke film en de manier waarop de
protagonisten het tijdelijke voor het eeuwige wisselen, is
natuurlijk enorm belangrijk, maar het voornaamste addertje onder
het gras is toch meestal het einde waarmee men je de zaal
uitstuurt: wie heeft het gedaan? En bovenal, waarom?
In ‘Mindhunters’ volgen we een groepje FBI-agenten tijdens hun
laatste test voor ze aan de slag mogen als profilers,
agenten die aan de hand van psychologische profielen moordenaars
opsporen. Als “eindexamen” moeten de zes leerlingen van Jake Harris
(Val Kilmer) op een onbewoond eiland een fictieve moordenaar
opsporen. Al snel blijkt de oefening bittere ernst te worden,
wanneer een échte seriemoordenaar besluit om zijn persoonlijke
body count op te drijven. In een ware race tegen de klok –
letterlijk zelfs – moeten de in ijltempo sneuvelende overblijvers
trachten de dader te vatten. Ze worden door middel van een
stukgeslagen uurwerk verwittigd wanneer de volgende moord zal
plaatsvinden.
Zoals in dit soort films te verwachten valt, stijgen daardoor de
onderlinge spanningen. Iedereen is verdacht en slechts de dood kan
de profilers in spe boven elke verdenking verheffen.
Structureel is er niets mis met deze thriller. Alle regels van het
genre worden perfect opgevolgd en daar is niets mis mee, zoals
Identity onlangs nog bewees.
Integendeel, deze prent bevat heel wat aardigheidjes: er wordt
namelijk niet lukraak gemoord. Neen, de killer houdt bij
elke moord rekening met het karakter van het slachtoffer, het
tijdstip en de plaats waar hij zich bevindt, wat niet zelden voor
extra spankracht zorgt. In plaats van verveeld te zitten wachten op
een nieuwe dode, zat ik nu uit te kijken naar de manier waarop hij
om zeep zou worden geholpen. Natuurlijk zijn niet alle vondsten
even goed – naar het einde toe zelfs wat voorspelbaar – maar het
was een aangename verademing.
Over adem gesproken: reclamejongens die wanhopig op zoek zijn naar
een nieuwe invalshoek om de gevaren van roken in heldere beeldtaal
uit te drukken: deze film bevat een scène die genoeg inspiratie
bevat omeen succesvolle campagne op poten te zetten.
Met namen als Val Kilmer en Christian Slater op de affiche zou je
verwachten dat deze de film dragen. Niet dus, hun aanwezigheid is
beperkt tot een minimum. Val Kilmer steelt de show met een perfecte
marionet-imitatie, maar dat kan ook aan mijn sadistische aard
liggen. Christian Slater heeft dan weer de betreurenswaardige eer
voor de mooiste dood te tekenen. Voorts valt ook LL Cool J te
bespeuren, die met een minimum aan tekst er toch nog in slaagt
volledig onnatuurlijk over te komen. Dat die tekst bestaat uit de
meest clichématige oneliners, zit daar waarschijnlijk ook wel voor
iets tussen.
‘Mindhunters’ zou de terugkeer moeten inleiden van regisseur Renny
Harlin, de Fin die in een ver verleden nog wist te verrassen met
degelijke actieprenten als ‘Die Hard 2’ en ‘The Long Kiss
Goodnight’. Wie zich echter weer verwacht aan een vlotte
opeenvolging van explosieve actiescènes, komt bedrogen uit: Harlin
komt met niets nieuws voor de dag en zoals iedereen al na ‘Deep
Blue Sea’ kon vermoeden, is de fut eruit en de gedrevenheid weg.
Gelukkig probeert scenarist Wayne Kramer – althans in de eerste
helft – wat bloed in deze prent te pompen.
Het is moeilijk het juiste moment aan te duiden waar het precies
verkeerd begint te lopen. De spanning wordt in het begin goed
opgebouwd, maar ergens halfweg vindt er een soort van verandering
in de sfeer plaats. De muziekkeuze zit er misschien voor een stuk
tussen. Op een gegeven moment steken de overlevende agenten de
koppen bij elkaar om een profiel van hun beul te schetsen. Die
scène wordt vergezeld van een tune die ik in ‘The A-Team’
verwacht, maar niet hier.
Naarmate de film vordert, beginnen ook de hiaten in het scenario de
kop op te steken. Van een groep personen, opgeleid om
moordonderzoeken te voeren, verwacht je toch minstens een béétje
koelbloedigheid. Maar neen, zodra het eerste slachtoffer valt,
begint iedereen rond te lopen als een kip zonder kop. Moet dit echt
de elite van de FBI voorstellen?
Zoals zo vaak gaat deze whodunit op het einde finaal de mist
in. Alhoewel schijnbaar alle ingrediënten – en potentiële daders –
aanwezig waren om met een aanvaardbaar einde uit te pakken, komt
Harlin op de proppen met een ontknoping én een moordenaar die té
triviaal zijn om van een geslaagde finale te spreken.
‘Mindhunters’ is dan ook een van die vele thrillers die zijn dure
beloftes uiteindelijk niet weet waar te maken. Een film met een
volgens de normen van het genre meer dan behoorlijke premisse, maar
Harlin en co. puren er alles behalve het maximum uit en trappen
meer dan eens in één van de vele valkuilen van het genre. Jammer,
want hier zat véél meer in.