Het had nogal wat voeten in de aarde: vier jaar, één cd in de vuilbak en één tussendoor-cd A La Capella, die de leemte moest vullen, waren nodig vooraleer Laïs klaar was voor Douce Victime. En toch lijkt er op het eerste zicht niet zoveel veranderd. Wie daar echter voorbij luistert, hoort een groep die rijper is geworden, maar nog niet goed weet wat daarmee aangevangen.
Jaren geleden, in de aanloop naar Dorothea, lieten de meisjes van Laïs overal weten dat de nieuwe plaat zwààr beïnvloed zou zijn door Afro Celt Sound System. Wat niet het geval bleek te zijn, maar duidelijk is dat de meisjes weten hoe ze mensen nieuwsgierig moeten maken. Voor het derde full album hoorden we vooraf dan weer allerhande grote namen vermeld worden als producer. Het werd uiteindelijk Vlaams superproducer Wouter Van Belle. Geen slechte keuze — wat wordt bevestigd door de beste stukken van Douce Victime — maar Jorunn, Nathalie en Annelies zelf lijken het bij momenten wat te laten afweten.
Douce Victime begint ijzersterk met "Marie Madeleine". Na de schelle stemmen komt plots een pompende bas op de proppen die het nummer vooruit stuwt en zelfs een voorzichtige drum. Not done in folkmilieus naar het schijnt, maar dat zal dames worst wezen. Dat wereldje zijn ze al lang ontstegen: dit is wereldmuziek, geen kneuterige Vlaamsche Folk die in de eigen navel pulkt.
"Rinaldo" vervolledigt de perfecte openingspunch. Als promosingle zat dit dagen in onze stereo, op plaat was het na een paar weken pauze opnieuw raak. Het Oosterse arrangement, de opzwepende strijkers, de in elkaar klauwende stemmen: … dit behoort tot het beste dat Laïs al op plaat zette. Het wekt hooggespannen verwachtingen voor een plaat die nog maar nauwelijks is begonnen.
Helaas is dat al het hoogtepunt. Vanaf dan switcht Douce Victime tussen pure wereldmuziek als "Jasio U Pana" en "Al Béole", opmerkelijke uitvoeringen van "Marieke" van Jacques Brel en "Opzij" van Herman van Veen en oude liedteksten als "De 3 Maagdekens". Bekend terrein voor de dames, maar op het gebied van arrangementen is één en ander in het nieuw gestoken: het mag al eens meer als sfeer zijn in plaats van song, zoals het aan- en afzwellende "Wanhoop van een wees" bewijst.
Toch schiet de plaat iets te veel richtingen uit, of eerder: kent de plaat na die twee eerste nummers nergens nog eenheid. Elk nummer staat apart en lijkt vrij lukraak na het andere geplakt. Afzonderlijk zijn de versies van bijvoorbeeld "Marieke" of "Opzij" perfect te smaken, ze lijken vreemde eenden in de bijt tussen de rest van de songs.
Douce Victime is een vreemde plaat geworden. Zo eentje waar je bij elk nummer wel goedkeurend knikt (op de draak "De klacht van de verstoten minnares" na) maar die je als geheel compleet onbevredigd achterlaat door een gebrek aan sfeer. De eerste twee songs zetten een hoge standaard, daarna lijkt de groep wat stuurloos. Er staan mooie dingen op Douce Victime, maar hoe meer we de plaat beluisteren, hoe vaker we de indruk krijgen dat Laïs nog steeds niet goed weet hoe het verder moet na Dorothea. We blijven echter benieuwd naar hun volgende stap.