Kermisvolk, wat drijft hen en waarom wonen ze niet allemaal bij die andere, armere, maar even clowneske tak van de Pfaffs-clan in Aarschot? Wij krijgen immers viewmastergewijs beelden voor ogen van vuurspuwende dwergen, grijpgrage leeuwen en Nicole en Hugo, wanneer een onverlaat ons met te grote tenten vol zand wil vermaken. Wat zouden we dan toch op het eerste zicht met een concept-cd over dat fenomeen moeten?
The Man On The Burning Tightrope, de vierde cd van Firewater, stelt ons echter gerust. Er staan geen goochelnummers met Hans Kazan op het programma. Het cabareteske collectief uit de Big Apple verwijst met "The man …" wel naar het leven zoals het is in het circus, maar houdt het veelal bij muzikale referenties. Er wordt gegoocheld met orgel, percussie, accordeon en trompet. De drumroffels zijn niet van de lucht en er wordt al eens een wals ingezet. Frontman Tod Ashley (ex-Cop Shoot Cop-bassist) steekt op tekstueel vlak zijn bewondering voor Tom Waits niet onder krukken of hoepels, waardoor er wel wat raar volk wil ronddwalen in de songs van Firewater.
Er wordt bijvoorbeeld om applaus en respect gevraagd voor de man in de titelsong: ’the man is sweating bullets / and his heart beats out a cold tattoo/and the band begins to play’. Al heel zijn leven doet hij hetzelfde trucje, maar het valt allemaal wel mee. De wereld is een schouwtoneel, maar dan één met brandende hindernissen en ramptoeristen: hij moest maar eens vallen.
Tod Ashley zoekt het ook vaak hogerop. Een engel moet zowat zijn favoriet gevogelte zijn, want ze duikt in nagenoeg de helft van de nummers op. Uiteindelijk besluit hij zelf dat er wat te veel van zijn in het wiegende "Too Many Angels". Terwijl de castagnetten overtuigend klinken, zet een groep lallende medemensen een polonaise in. U kent die huwelijksfeesten wel, zo tegen vijf uur in de ochtend: "Dark Days Indeed". Songtitels als "The Truth Hurts", "The Song That Saved My Life" en "Before The Fall" verhullen ook nauwelijks de vrolijke frans in Tod A.
De songs kabbelen best aardig voort en sprankelen af en toe als een Dafalgan in bruiswater, maar het vuurwerk wordt nagenoeg nergens ontstoken. Aanstekelijk is wel het door een hijgend ritme voortgedreven "Don’t Make It Stop", waarop Tod A. allerlei do’s met dito don’t-s laat duelleren als "live it don’t write / fuck it don’t fight it". Meestal klinkt het gezelschap echter als een dronken bigband-versie van The The, waarbij Matt Johnson vervangen werd door een goedgemutste Tom Waits.
De eerste van Firewater had tenminste de leukste titel van dat jaar (Get Off The Cross … We Need The Wood For The Fire uit 1996), The Man On The Burning Tightrope is jammer genoeg niet meer dan een verdienstelijke poging tot heterogeen cabaret. En met verdienstelijke pogingen win je geen Grand Slams. Misschien dat Kim Clijsters dan toch nog wat heeft aan deze nieuwe beker vuurwater.