Een jaar geleden stond het Britse drama ‘Boy A’ op
het programma van het filmfestival van Gent, een beklijvend verhaal
over een jongen die, na een zware gevangenisstraf voor moord, onder
een anonieme naam terug een normaal leven ‘probeert’ te leiden. Een
dijk van een film die aan je bleef kleven als een meute bromvliegen
aan een vliegenvanger. We zijn weer oktober en ook dit jaar blijkt
Gent haar oog te hebben laten vallen op een ‘boy a’ met een
herkansing. Het heuglijke nieuws is dat uit de zware thematiek rond
boete en vergeving blijkbaar meer dan één parel te puren valt, want
ook deze keer waren we als kleefkruid aan het scherm gekluisterd.
‘Troubled Water’ van regisseur Erik Poppe (van de mozaïekfilm
‘Hawaï, Oslo’) gaat over Jan Thomas Hanssen (Pål Sverre Valheim
Hagen), die als tiener betrokken was bij de dood van een 4-jarig
jongetje. Na tweederde van zijn straf te hebben uitgezeten, komt
Thomas vrij en gaat hij aan de slag als orgelspeler in een kerk.
Hij raakt bevriend met de priesteres, Anna, een aantrekkelijke
alleenstaande moeder van een zoontje (Jens). De kleine, blonde Jens
lijkt sterk op het jongetje dat omkwam en het schuldgevoel rond het
bewuste voorval lijkt heviger binnenin Thomas te borrelen dan hij
dacht. De demonen uit het verleden zijn pas helemaal terug wanneer
op een dag Agnes, de moeder van de vermoorde peuter, in Thomas de
dader herkent. Een ontmoeting die alleen tot een heftige
confrontatie kan leiden.
Eén moment van twijfel, één verkeerde keuze, een volledig fout
ingeschat plan. Het is genoeg om enkele levens voorgoed te
verwoesten. Of valt er in een poel van schuldgevoelens, van
verdriet, toch nog te leven? Wat ‘Troubled Water’ zo fascinerend
maakt is dat we het volledige verhaal te zien krijgen. En dan
bedoel ik ook echt het volledige. Na een onderdompeling in de
eerste week uit het leven van de vrijgekomen Thomas, die voor Jens
een vader probeert te zijn en zo de fouten uit zijn verleden
probeert goed te maken, flipt het verhaal namelijk op zijn kant en
krijgen we diezelfde periode te zien vanuit het standpunt van
Agnes. Zij heeft ondertussen twee kinderen geadopteerd, maar heeft
de dood van haar zoontje nooit een plaats kunnen geven, omdat ze
niet weet wat er nu écht gebeurd is. Wanneer ze Thomas herkent in
de kerk, raakt ze zo geobsedeerd door de jongeman dat ze hem begint
te volgen. We zien dezelfde gebeurtenissen door de ogen van de
dader en het achtergebleven slachtoffer, een vervlechting van heden
en verleden die een volledig beeld geeft van het verhaal. De twee
standpunten vullen elkaar aan, dansen rond elkaar, tot ze
uiteindelijk ook echt met elkaar in duel gaan. Dat gebeurt tijdens
een verschrikkelijk spannende confrontatie tussen Thomas en Agnes,
waarbij je alleen maar je adem kan inhouden.
De poel aan emoties waarin Thomas en Agnes kopje onder gaan,
wordt prachtig ondersteund door de opmerkelijke cinematografie van
John Christian Rosenlund. Wat ze doormaken, vergelijkt hij met een
symbolische onderdompeling in water, die niet alleen verwijst naar
de verdrinkingsdood van de jongen, maar ook naar het verstikkende
gevoel dat de twee personages doormaken. Hun verleden is troebel en
moet opgeklaard worden, als ze hun toekomst hoopvol tegemoet willen
gaan. Poppe gebruikt wazige extreme close-ups van de twee
protagonisten op momenten waarop de personages zo over hun toeren
zijn, zo verblind zijn door angst of paniek, dat alleen hun gehijg
nog doorklinkt. Een techniek waar Susanne Bier ook niet vies van
zou zijn, maar die wel beklemmend en treffend werkt.
Een andere manier waarop de cineast zijn film emotie meegeeft en
de innerlijke strijd van zijn personages tracht weer te geven, is
de muziek. U zal het mij nooit meer anders horen beweren: het orgel
is wel degelijk het meest beladen muziekinstrument aller tijden. De
bombastische klanken blazen je volledig weg en vormen het perfecte
klankbord voor de onuitgesproken, onderdrukte waarheid die Thomas
in zijn hart meedraagt en de wanhopige tranen die Agnes al lang
niet meer gehuild heeft. De parallellen in emoties en daden tussen
Agnes en Thomas (Agnes wordt zelf een soort dader) slaan, zoals het
nummer van Simon & Garfunkel, een brug over het troebele water
dat hun verleden is en leggen beetje bij beetje de volledige
waarheid bloot.
De prachtige filmscore, de ijzersterke structuur, de intense
acteerprestaties van Pål Sverre Valheim Hagen en Trine Dyrholm en
de verzorgde en symboolzwangere cinematografie zorgen dat alles aan
deze film klopt en nog een tijdje blijft nakloppen. Een film over
echte mensen met fouten en kloppende harten, die je met een
weemoedig gevoel achterlaat, waar je zeker nog even in wil blijven
ronddobberen.