De mens, een abstract begrip dat geen afgelijnde betekenis kent. In de eenvoud van het bestaan ontmoet de mens liefde. En precies in deze ontmoeting raakt de (liefhebbende) mens kwetsbaarheid aan. Deze bijzondere aanraking is waar Julian over gaat, Cato Kusters’ debuutfilm naar de gelijknamige roman uit 2019 van Fleur Pierets. Julian is niet alleen de eerste productie van The Reunion (productiehuis van de broers Dhont), maar werd ook geselecteerd voor Toronto Internationaal Film Festival.
Julian vertelt het verhaal van twee geliefden, Julian (Laurence Roothooft) en Fleur (Nina Meurisse). Twee vrouwen die smoorverliefd zijn op elkaar en hun liefde van de daken willen schreeuwen. Ze besluiten te trouwen, maar botsen al snel op een onmenselijke realiteit: van de 195 landen ter wereld mogen zij slechts in 22 ervan hun liefde voor elkaar wettelijk erkennen. Maar Julian is meer dan alleen de titel van een bijzonder krachtige film, het is in de eerste plaats de naam van een buitengewone vrouw in het leven van Fleur Pierets. Hun Project 22, een ambitieus avontuur om te trouwen in alle 22 landen waar huwelijken tussen twee personen van hetzelfde geslacht erkend zijn, wordt abrupt onderbroken na hun vierde ja-woord. Opnieuw valt er een schaduw over hun leven en worden Fleur en Julian alweer geconfronteerd met een ingrijpende, maar vooral pijnlijke beproeving.
De kwetsbaarheid die Julian doordringt, wordt in de film niet louter verteld, maar tactiel ervaren. Kusters vertaalt deze fragiliteit op het niveau van de cinematografie, waarbij de camera zelf een verteller wordt. De onstabiele, bijna speels bewegende lens contrasteert met vaste, serene shots, waardoor een delicate spanning ontstaat tussen emotionele vluchtigheid en narratieve ernst. De momenten waarop Julian en Fleur elkaar filmen, en waarop zij zelf tijdens de ceremonies gefilmd worden, laten de trillingen van de handcamera de pure intimiteit en subtiele onzekerheid van hun bestaan vangen. Daarnaast verankeren de stabiele opnamen vooral de ernst en de zwaarte van de gebeurtenissen. Deze dubbele laag – speels versus stellig – werkt als een visuele metafoor voor de innerlijke strijd en de fragiele schoonheid van de personages. Technisch gezien is het een subtiel samenspel van ritme, framing en beweging dat de kijker onmerkbaar meesleept in de emotionele kern van het verhaal zonder ooit expliciet te zijn.
Julian is een verhaal waarin kwetsbaarheid centraal staat – zowel geestelijk als lichamelijk – en waarin zichtbaar wordt hoe hard mensen soms nodeloos op de proef worden gesteld. Het toont hoe diagnoses een leven in duizend stukken kunnen splijten, maar bovenal laat de film liefde zien in haar meest pure vorm. Toch blijven wij ons als samenleving te veel aantrekken van hoe anderen die liefde beleven. “Why do we care so hard?”: we meten, oordelen en veroordelen, alsof liefde altijd binnen vaste contouren moet passen. Maar liefde is geen bedreiging, ze is net een bijzondere dynamiek tussen twee mensen die zich niet laat standaardiseren. In de woorden van Kusters: “Hoe absurd is het dat een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht soms nog wordt behandeld alsof het een veiligheidsrisico van niveau 4 betreft?”



