Wat hebben we nu aan onze fiets hangen? Net wanneer je er bijna niét meer aan dacht, besloot Das Pop een comeback te maken. Dat dat wel degelijk een goed idee was, bleek in De Roma. Dit was een terugkeer langs de spreekwoordelijke grote poort.
“Het is voor ons veertien jaar geleden, maar voor jullie ook”, aldus Bent Van Looy in een vergevingsgezinde bui wanneer hij ons tot meezingen aanmaant. Ja, die pauze was lang – onwillekeurig vraag je je af of iémand hier vanavond nog in zijn of haar ‘I Love’-T-shirt van toen past – maar uiteindelijk hield de frontman het niet meer. “Het was een fysieke behoefte”, zegt hij. Maar ook dat er unfinished business en spoken in de kast zaten.
Er draaiden bij Das Pop dan ook wel wat wielen van de wagen. Tegen die iets langer dan beoogde pauze was het oorspronkelijke vijftal getrimd tot een drietal, voor deze reünie was ook gitarist Reinhard Vanbergen niet meer te pramen. Enkel bassist Niek Meul vervoegt de zanger hier, onder het motto ‘Als hij en ik in een kamer zijn, dan klinkt het als Das Pop’. Dat doet het trio dat over de jaren heen is afgezwaaid niet echt recht, maar hebben we Das Pop gehoord? Zonder twijfel.
Het begon waar het moest beginnen, bij de opener van dat onverslijtbare, dit jaar vijfentwintig jaar oude, debuut I Love. De stem van Van Looy is nog niet helemaal opgewarmd, het dik aangezette Britse accent wel. Meteen zoekt hij de rand van het podium op. Is dit De Grote Bent Show? De honger spat er in elk geval van af. Met wat extra percussie geeft hij “Fool For Love” nog wat meer punch, even gaat hij met de arm om Meul in diens microfoon zingen; broers voor het leven.
“Dit is zeer oud”, gaat het, en “The Love Program” is inderdaad ook eentje van I Love. Van Looy gooit een scissor kick richting publiek, aerobict op de heerlijke break in deze discorocker. Even verder delft hij van op dat debuut “Such A Day” op, en je merkt hoe hij voor dat album echt zijn eigen tongval ontwikkelde.
Het zou maar het begin zijn van een carrière die toch iets langer zou duren. Zo lang dat Van Looy het allemaal ook niet bijhoudt. “Dit komt uit de eerste plaat, nooit live gespeeld”, introduceert hij “Neversleeper”. “Niet waar, het was van de tweede”, corrigeert zijn bassende kompaan. “Er zijn er dan ook zo veel”, is het excuus van de zanger. Meul, droog: “Vier.”
Vier platen op een dik decennium; dat was de oogst inderdaad toen Das Pop ‘enkele maanden’ op pauze zou gaan. Genoeg voor een trits hits die er vandaag nog altijd blijven te staan. “Underground” is Motownpop op een ontbijt van steroïden, het gemak waarmee “Skip The Rope” door al zijn bewegingen danst is jaren na datum nog altijd verbluffend. Van Looy dirigeert het van achter zijn piano alsof het niets is, laat zijn toetsen huppelen als was hij Jerry Lee Lewis.
Tussendoor passeert de nieuwe single “Lay Of The Land”, en daar kunnen we ook al niets slechts over zeggen, neemt Van Looy zelf ook nog eens even plaats achter de drums van Elias Devoldere. In het slot van een energiek “Feelgood Factors” gaat hij opnieuw achter de toetsen zitten, Meul mag even potig bassend de voorgrond opeisen. “Wings” is alweer een hoogtepuntje, en je hoort aan het meezingen dat dit publiek na veertien jaar klaar was voor deze terugkeer. Hilarisch momentje verder: Van Looy, nadat hij de aanwezigen tijdens “Never Get Enough” tegen elkaar op laat zingen: “Op een of andere manier is rechts altijd luider. Maar ja, dit is dan ook Vlaanderen.”
Say no more.
Het is al lang set and match, maar “The Game” moet nog volgen. Het is het euforische orgelpunt van de set. Sara Gillis laat haar toetsen gieren, Lucien Fraipont, van wijlen Robbing Millions, geeft zijn snaren een kleine geseling: met zo’n band kan je buitenkomen. Wat kan een bisronde daar nog aan toevoegen behalve dat ene “You” dat we nog niet kregen? Antwoord: “Flowers In The Dirt”, een McCartney-esque pianoballade, en als ultieme afsluiter een “Yesterday” dat ondanks zijn titel niets met die Beatle te maken heeft.
“Wij waren Das Pop en we zijn terug. En we gaan nergens naartoe.” Op het einde salueert Van Looy van op de monitors. Zijn blijdschap is voelbaar: dit heeft veel te lang op zich laten wachten. Dat klopt: wie deze band vanavond zag, vraagt zich af waarom die ooit gestopt is. Dit is een machine die nu al festivalklaar is.
Als we ons niet vergissen, moest Herman Schueremans gisteren op zoek naar een vervanger voor Kings Of Leon. We willen hem nergens toe dwingen, maar onze suggestie is duidelijk: Das Pop for Werchter.