Patrick Wolf

26 mei 2025
,
Wintercircus, Gent

Twaalf jaar had Patrick Wolf nodig om zijn demonen te verslaan, maar dit is het jaar van de grote terugkeer. Straks is er zesde plaat Crying The Neck, nu was er alvast een optreden dat retrospectieve en vooruitblik in één was. Zelden zagen we de Brit meer op de top van zijn kunnen.

De korte samenvatting? Drankprobleem, financiële troebelen, een veel te vroeg afscheid van zijn moeder. En dan was er nog dat vluchtmisdrijf in Italië dat hem hopeloos vermangeld achterliet. Er was tijd nodig om alle wonden te helen, veel tijd. Uiteindelijk zou het pas de laatste jaren zijn dat de fles definitief aan de kant werd geschoven, en Wolf op het Engelse platteland op zijn pootjes viel.

Je merkt het aan het artwork voor Crying The Neck, aan de begeleidende interviews. Wolf heeft rust gevonden in de natuur, zo vertelt hij ook voor hij “Hymn Of The Haar” inzet. Hij legt uit hoe hij aan de witte kliffen van zijn nieuwe thuisbasis het lijk van een verdronken asielzoeker vond, en daar iets mooiers tegenover wilde plaatsen.

En plots klopt het dat hij op deze tour evengoed de twintigste verjaardag van doorbraakplaat Wind In The Wires viert. Want ook op dat album speelde de natuur een grote rol, al rolde hij zijn rurale folk toen nog in het prikkeldraad van hedendaagse elektronica. Met de accordeon van Sophie Crawford en de viool van Charlie Stock links en rechts van hem brengt hij vanavond een nieuwe interpretatie van dat titelnummer, waarbij de gitaarriedel vanuit de laptop komt, zodat hij uit zijn toetsen harmoniumklanken kan toveren.

Van op dezelfde worp volgt “Tristan”, ooit een opwindende stamper, maar vandaag niet hevig genoeg. Wanneer de frontman dat “my name is Tristan” aanvult met een gebiedend “Ghent!” krijgt hij niettemin een Gent dat gedwee “And I am alive” terugroept, en even later met nog meer gusto meebrult “I am fucked / And I am fucking too!” Alsof de gemiddelde leeftijd net als twee decennia terug nog altijd laat in de tienerjaren ligt.

Je ziet het in het publiek aan de vele vrouwen, meisjes van toen: ooit was Wolf een idool voor wie zijn helden graag wat alternatiever had. Na Wind In The Wires ging Wolf naar een major label, om de popster te worden die hij in zijn hoofd al was. Dat lukte niet, maar vandaag hoor je in de finale hoe nipt dat was, wanneer “The Magic Position” op een dansende viool uit een akoestisch “Accidents & Emergencies” komt gedanst. Met “The City”, nog wat later, zitten we helemaal in arenasfeer: de drums knállen.

Het is de bijna-apotheose van een concert dat voelde alsof Wolf zijn publiek moet en zal heroveren. Geen era werd onvermeld, geen kantje van zijn veelzijdige muzikale carrière onderbelicht. “To The Lighthouse” van debuut Lycanthropy werd zo een eerste hoogtepunt van vele. De laptop loste die kletterende beats, Wolf ging voor het dramatische gebaar. Toen al, nauwelijks twintig jaar oud, was hij al te uniek om ooit echt groot te worden; een uitgesproken artiest.

In “Nowhere Game” weten we plots wat we al die jaren het hardst hebben gemist aan deze man: die stem, nu eens aangename bariton, dan weer schel overslaand. Wolf is veel, maar vooral ook Een Zanger. Dat hoor je ook aan een ronduit indrukwekkend “Damaris”. Uit klokkengebeier volgt een eerste vioollijn van Charlie Stock, Wolf houdt een kleine ceremonie met het theesetje op het podium, en legt er dan zijn eigen strijker over. Groots mag de ballad openbloeien, met veel hang naar drama. “Goddamn Damaris” zingt hij, en “I smash my fist into the earth”. Het grote gebaar is een must. We zijn echter met te weinig en te Vlaams ingetogen, in dit veel te groot uitgevallen Wintercircus, om de weidse koorfinale recht te doen.

“Ghent, I did not regret one second tonight”, zal Wolf op het einde bedanken, en je gelooft hem grif. Het leek bij momenten alsof hij niet van ophouden wilde weten, en maar bleef doorgaan tot aan het gaatje van dat eenentwintigste nummer. Mijn God, wat hebben we allemaal niet gekregen! Een duel tussen twee dulcimers in een prachtig “Bluebells”, het nieuwe “Jupiter”, waarin hij iets onvergetelijks doet met zijn zanglijn. En dan plots ook weer iets bijna-industrial waarin harde beats en hevigheid het hoge woord voeren.

Het is in dat sfeertje van “er kan altijd nog eentje bij” dat dit optreden blijft uitlopen – verschillende mensen zenuwachtig zien vertrekken om hun trein te halen. Het hoeven geen grote nummers meer te zijn, gewoon het feit dat Wolf terug is, en er gretig voor gaat, is genoeg. Nog even het knappe duet “Limbo”, waarin accordeoniste/gitariste Sophie Crawford de rol van Zola Jesus overneemt, nog wat pulserende elektronica met het afsluitende “Together”. Feestelijk valt halverwege de drum in, Stocks viool kringelt triomfantelijk boven alles uit.

Er was misschien weinig volk getuige, maar dit was een wedergeboorte van jewelste.

Apport/Virgin

verwant

Patrick Wolf :: 31 oktober 2012, Ancienne Belgique

"Met Sundark And Riverlight wil ik een grafsteen plaatsen...

Patrick Wolf :: Sundark And Riverlight

Dat is nu al tien jaar dat Patrick Wolf...

Patrick Wolf :: Lupercalia

Tom Cruise sprong hysterisch op en neer op de...

Patrick Wolf :: 1 april 2011, Botanique

Al jaren wordt over Patrick Wolf beweerd dat hij...

recent

1 REACTIE

  1. “Er was misschien weinig volk getuige” – of zoals een koppel op de trein zei:

    “We stonden goed”
    – droog) “Iedereen stond goed”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in